Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland sluiten Onderlinge Regeling voor hervormingen

Met de handtekeningen van de minister-presidenten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties onder een nieuwe Onderlinge Regeling is de juridische basis gelegd voor duurzame samenwerking aan de hervormingen in de publieke sector van de Caribische landen van het Koninkrijk.  Naast financiële, economische en sociale hervormingen, gaat het ook over hervormingen in het onderwijs, de zorg en het versterken van de rechtsstaat. 

Vergroot afbeelding
Staatssecretaris Van Huffelen (tweede van rechts) toont de nieuwe Onderlinge Regeling, die zij vandaag samen met de minister-presidenten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten heeft ondertekend.

De hervormingen worden sinds twee jaar uitgevoerd op basis van de landspakketten van de Caribische landen. Het doel is het verhogen van de economische weerbaarheid en bestuurskracht van de landen, in het belang van hun inwoners. Dit is nodig, omdat de coronapandemie de kwetsbaarheid van de Landen voor economische tegenslag en daarmee de noodzaak voor hervormingen zichtbaar maakte. 

De nieuwe Onderlinge Regeling is het instrument dat ingezet wordt voor een duurzame samenwerking binnen het Koninkrijk. De regeling gaat uit van gelijkwaardigheid, eigenaarschap en gemeenschappelijkheid. Ook is er sprake van wederzijdse commitment. Zo committeren de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zich voor vier jaar aan de uitvoering van hervormingen te werken. Nederland verbindt zich op haar beurt aan het bieden van de nodige ondersteuning daarbij. Dit gebeurt door het beschikbaar stellen van uitvoeringscapaciteit en financiële middelen.

Op basis van de nieuwe Onderlinge Regeling stellen de Caribische landen van het Koninkrijk, elk afzonderlijk, samen met Nederland uitvoeringsagenda’s op. Hierin staan maatregelen en projecten om de beoogde hervormingen in de publieke sector te realiseren.  Het doorvoeren van de hervormingen is primair een verantwoordelijkheid van de regering van die landen. De verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de uitvoering van de hervormingen berust in de Caribische landen bij de ministers van Algemene Zaken en de onder hen vallende uitvoeringsorganisaties. In Nederland ligt de coördinatie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en wordt uitgevoerd door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO). 

Deze werkwijze komt overeen met de manier waarop de landen in het Koninkrijk de afgelopen twee jaar met elkaar hebben samengewerkt aan de hervormingen. De Onderlinge Regeling komt in de plaats van de consensusrijkswet COHO (Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling).