Kabinet neemt OMT-Z advies verplichte stoppersregeling voor nertsenfokkerij over

Op verzoek van minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het Outbreak Management Team Zoönosen (OMT-Z) opnieuw gekeken naar de situatie op nertsenbedrijven. Het OMT-Z stelt dat, ondanks het beperkte risico voor de volksgezondheid op dit moment, het gewenst is om verspreiding van het virus binnen de nertsenhouderij te stoppen. Het is onwenselijk dat het virus blijft circuleren op nertsenbedrijven aangezien het risico bestaat dat dit op langere termijn leidt tot besmettingen - via medewerkers - van mensen buiten de nertsenhouderij. Het OMT-Z adviseert daarom een verplichte stoppersregeling voor de nertsenhouderij. Het kabinet neemt dit advies over.

Minister Schouten: “Ondanks de grote impact die dit heeft voor de nertsenhouder en zijn bedrijf geeft dit ook duidelijkheid in een onzekere tijd. De datum waarop de nertsenhouderij in Nederland zou stoppen, wordt hiermee drie jaar naar voren gehaald. Het OMT-advies is hierin heel duidelijk. Om te voorkomen dat volgend jaar eenzelfde situatie ontstaat als de afgelopen maanden het geval is geweest, neemt het kabinet het advies over een verplichte stoppersregeling in te voeren.”

Minister de Jonge: “De afgelopen tijd kwam er bijna dagelijks een besmet nertsenbedrijf bij. Het is zorgelijk dat het - ondanks de verscherpte maatregelen - niet lukt om greep te krijgen op de verspreiding van het virus in deze sector. Het gevaar voor de volksgezondheid is vooralsnog beperkt, maar we kunnen het ons niet veroorloven dat het virus blijft circuleren met alle mogelijke risico’s van dien. Daarom hebben we moeten besluiten tot deze zware maatregel.”

In het huidige advies stelt het OMT-Z dat verplicht stoppen van de nertsenhouderij na de pelsperiode van november dit jaar de meest effectieve wijze is om reservoirvorming in de nertsenhouderij te stoppen. Het kabinet volgt dit advies op. In de komende periode wordt, samen met een wetsvoorstel, de regeling uitgewerkt die bepaalt hoe hoog de vergoeding is die nertsenhouders ontvangen. Hiervoor trekt het kabinet 150 miljoen euro extra uit, naast de 32 miljoen euro die al beschikbaar is voor de eerdere sloop- en ombouwregeling voor nertsenhouders.

Aanvullende maatregelen

Naast de stoppersregeling adviseert het OMT-Z ook een versterkte screening van bedrijven in combinatie met beter management van personeel. Omdat er ondanks de eerder genomen hygiënemaatregelen nog steeds besmettingen voorkomen, worden de hygiënemaatregelen en de controle daarop verder aangescherpt. Volgens het OMT-Z is de mens de meest waarschijnlijke besmettingsbron tussen bedrijven. De maatregelen zijn erop gericht deze besmettingsroute te voorkomen, zoals een striktere registratie van wie, wanneer en waar werkt. Alle nertsenhouders moeten verplicht wekelijks vooraf aan de NVWA melden wie op de bedrijven in de stallen werkt. Voor medewerkers die op meerdere locaties werken geldt een wachtperiode van tien dagen alvorens zij aan het werk kunnen op een andere locatie. Ook worden houders verplicht wekelijks alle kadavers van natuurlijk gestorven nertsen op te sturen. Op deze maatregelen zal de NVWA intensiever controleren. Bij overtredingen zal de NVWA sanctionerend optreden.

Informatiebijeenkomsten

Het kabinet realiseert zich dat deze maatregel ingrijpende gevolgen heeft voor de nertsenhouders en dat er onder hen vragen zullen zijn over wat dit voor hen betekent. Daarom zal de minister in overleg met de sector (digitale) bijeenkomsten organiseren om nertsenhouders te informeren.