Letterlijke tekst persconferentie na ministerraad 17 november 2017

Letterlijke tekst van de persconferentie van viceminister-president De Jonge na afloop van de ministerraad op 17 november 2017.

Inleidende verklaring viceminister-president De Jonge:

Goedemiddag. Minister-president Rutte is op dit moment in Göteborg voor een Europese Sociale Top. En dat is de reden dat ik vandaag in zijn afwezigheid de ministerraad heb voorgezeten. En dat is dus ook de reden dat ik hier vanmiddag voor u sta. Dat was mijn eerste keer, overigens. Een bijzonder moment. En dit is ook mijn eerste keer en een even bijzonder moment, natuurlijk. Dat begrijpt u.

Laat ik beginnen met terug te blikken op de deze week gepubliceerde CBS-cijfers. Want uit die cijfers over het derde kwartaal blijkt dat de Nederlandse economie gestaag blijft groeien. Die groei, die leidt tot meer banen. Tot een afnemende werkloosheid. Een grotere daling van het aantal WW-uitkeringen. Min achttien procent in één jaar. En verder blijkt dat de arbeidsmarkt geleidelijk aan wat krapper wordt en we zien daardoor een toename van het aantal vaste contracten. En dat is goed nieuws. Voor heel veel mensen goed nieuws. En economische groei, die heeft pas echt betekenis natuurlijk als mensen daar ook wat van merken. En juist ook in dat opzicht zijn dit bemoedigende signalen.

En dat mensen zelf moeten merken dat het beter gaat, zelf moeten ervaren dat het beter gaat, is een belangrijke drijfveer voor dit kabinet. En daar zijn in het regeerakkoord meerdere maatregelen voor genomen, ook op mijn terrein. Op het terrein van de zorg. Ik zie dat veel mensen onzeker zijn of ze de zorg en de ondersteuning die zij nodig hebben eigenlijk nog wel kunnen betalen. Dat die wel beschikbaar blijft, betaalbaar blijft. En als kabinet nemen we daarom ook gerichte maatregelen om de stapeling van eigen bijdragen in de zorg te verminderen. En in een brief die vandaag naar de Tweede Kamer gaat, hebben we die maatregelen op een rij gezet. Wat mensen daar in 2018 en in 2019 van gaan merken. We zetten namelijk al in 2018 de eerste stappen, door het verplicht eigen risico in de zorgverzekeringswet te bevriezen en door de eigen bijdrage voor de langdurige zorg te verlagen voor mensen die blijvend intensieve zorg nodig hebben aan huis of zelf in een verpleeghuis wonen terwijl hun partner nog thuis woont. En dat is een belangrijke maatregel. Die treft 30.000 mensen die erop vooruitgaan. Dat zijn vooral mensen met een middeninkomen, die er per maand 30 tot 150 euro minder zorgkosten aan gaan betalen.

In 2019 gaan we verder met de uitvoering van overige voornemens ten aanzien van de eigen betalingen uit het regeerakkoord op dit terrein, en daardoor – en dat is belangrijk – blijven de zorg en ondersteuning betaalbaar voor mensen die te maken hebben met verschillende soorten eigen betalingen in de zorg. Dan een ander onderwerp dat aan de orde is geweest vandaag. Dat zijn de investeringen in Defensie. Het kabinet heeft vandaag de eerste stap gezet met de extra intensiveringen die in het regeerakkoord zijn opgenomen. En we maken nu 400 miljoen vrij voor de komende begroting van Defensie. En met dat geld kunnen we knelpunten zoals die ervaren worden bij Defensie aanpakken. En dat is ook hard nodig. Daarmee wordt de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht versterkt. Minister Bijleveld heeft daar zojuist al een aantal van uw collega’s te woord gestaan bij het naar buiten lopen van de ministerraad.

Afschaffing referendumwet

BORGMAN (RADIO 1)
Meneer De Jonge, deze week was in de Tweede Kamer het debat over de begroting Binnenlandse Zaken. Daarbij kwam aan de orde de afschaffing van de referendumwet. Is het voor het kabinet wenselijk dat een referendum wordt gehouden over de afschaffing van die wet?

DE JONGE
Collega Ollongren heeft in dat debat aangegeven dat zij werkt aan een voorstel voor die intrekkingswet. Ze heeft ook aangegeven dat dit element daar, of de intrekking an sich referendabel zou moeten zijn, dat die onderdeel wordt van dat voorstel, omdat zij eraan hecht om dat te bespreken met de collega’s in het kabinet. En die bespreking heeft nog niet plaatsgevonden, dus ik wil op die bespreking ook maar even niet vooruitlopen.

BORGMAN
Maar ik hoorde u zeggen dat die wet referendabel zou zijn onder de huidige wetscriteria. Kan het kabinet een mogelijkheid bedenken om daaronderuit te komen?

DE JONGE
Nee, maar ik wil daar niet op vooruitlopen, omdat collega Ollongren ook niet voor niets in de Kamer heeft gezegd dat zij werkt aan een voorstel, op dit moment, voor een intrekkingswet. En onderdeel daarvan, van het voorstel, wordt ook het antwoord op de vraag die u stelt: moet het al dan niet een wet zijn die referendabel is? En ja, die vraag moet beantwoord worden door het kabinet op het moment dat dat voorstel voor de intrekkingswet ook naar de Kamer gaat. En dat voorstel moet nog worden besproken. Dus ik wil eigenlijk op die bespreking in het kabinet niet vooruitlopen.

Extra investering voor Defensie

BREEDVELD (NOS JOURNAAL)
Meneer De Jonge, kunt u uitleggen hoe het besluit voor die extra investering, of die vervroegde investering, van 400 miljoen voor het komend jaar al voor Defensie tot stand is gekomen? Hoe is dat gegaan?

DE JONGE
Dat werkt eigenlijk zo dat alle aanvullende intensiveringen die er in het coalitieakkoord zitten, die staan op de aanvullende post bij de minister van Financiën. En die past daar goed op, en iedere minister die uit die aanvullende post, ook al is het gereserveerd in het regeerakkoord, een besteding zou willen doen, moet daarvoor eerst een bestedingsplan indienen bij de minister van Financiën. En die kijkt daar heel kritisch naar. Kijk, daar waar het gaat over Defensie is het natuurlijk heel erg van belang dat we die krijgsmacht versterken. We kennen daar natuurlijk allemaal ook de observaties. Van Defensie zelf, maar ook van externe onderzoeken over Defensie. Het versterken van de operationele kracht van onze krijgsmacht is ontzettend belangrijk. Zeker in een wereld die om ons heen onveilig is, zullen we onszelf moeten versterken. En dat is de reden dat de eerste stap voor de versterking van Defensie nu al genomen wordt. U weet: dat gaat in totaal uiteindelijk om anderhalf miljard. En dit is een eerste, vrij forse stap natuurlijk van 400 miljoen.

BREEDVELD
Ja, en ik begrijp ook vroeger dan gepland. Dus kennelijk heeft zij haar werk zo goed gedaan, of zo snel gedaan, dat het dus voor het komende jaar al besteed kan worden.

DE JONGE
Of het echt vroeger is dan gepland; deze 400 miljoen was voor komend jaar gereserveerd. Maar ook daarvoor geldt: eerst goede plannen, en dan een investering kunnen doen. Dus zo gaat het.

BREEDVELD
Ja, dus kennelijk heeft zijn daar ook meteen werk van gemaakt en dat dus aan de ministerraad aangeboden.

DE JONGE
Ja, maar meerdere collega’s natuurlijk hebben ook al dit type plannen, dit type eerste stappen ook gezet in het beleid. Dat is ook belangrijk, natuurlijk. We hebben een vrij lange formatie gehad. We hebben een kloek regeerakkoord gehad. Een ambitieus regeerakkoord gehad. Niet alleen in de omvang, maar ook in de opdracht die er ligt voor het kabinet. En dat betekent dat collega’s, onze collega’s snel aan de slag moeten om dat akkoord ook tot uitvoer te brengen. Nou, dit is een stap, inderdaad, die de minister van Defensie heeft gezet. En zo zijn alle collega’s hard bezig om de plannen te maken en de plannen ook tot uitvoer te brengen.

BREEDVELD
Op welke manier is tot uitdrukking gekomen hoe nodig dit eigenlijk is?

DE JONGE
De investering in Defensie bedoelt u? Ja, meerdere onderzoeken natuurlijk. Meerdere debatten zijn daar ook over geweest in de Kamer. Eigenlijk is iedereen het erover eens dat als je goed kijkt naar de krijgsmacht, we eigenlijk nauwelijks meer opgewassen zijn tegen de opdracht die de krijgsmacht wel degelijk heeft. En daar waar de krijgsmacht jarenlang het met minder geld heeft moeten doen, is eigenlijk iedereen het erover eens – en dat zag je in de verschillende verkiezingsprogramma’s terug natuurlijk ook – is eigenlijk iedereen het over eens dat die opdracht juist voor Defensie zo groot is, dat daar extra investeringen voor nodig zijn. Dit kabinet heeft daarvoor anderhalf miljard ter beschikking. En ook dan is dat geen overbodige luxe. Dat zijn gewoon de investeringen die nodig zijn om een krijgsmacht te hebben die ook doet wat het voor ons moet doen, en dat is: ons land veilig houden.

BREEDVELD
Er wordt ook gezegd dat die anderhalf miljard nauwelijks genoeg is om, zeg maar, goed te maken wat in de afgelopen jaren is uitgehold bij Defensie.

DE JONGE
Ja. Ja, kijk: wat in ieder geval helder is, is dat de opdracht voor Defensie groot is. De investeringsnoodzaak is groot en aan die investeringsnoodzaak… ik ben heel blij dat het lukt om in deze periode aan die investeringsnoodzaak te voldoen. Door zo ongelofelijk veel geld extra uit te trekken voor onze krijgsmacht.

Samenwerking met oppositie

STANS (BNR)
Meneer De Jonge, bij de start van deze kabinetsperiode sprak het kabinet de wens uit dat er een goede samenwerking zou zijn met de oppositie. Als u terugkijkt naar de afgelopen weken, is dat een beetje van de grond gekomen naar uw mening, die goeie samenwerking met de oppositie?

DE JONGE
Ja ik zou denken van wel. In het eerste debat rondom de regeringsverklaring speelde daar op mijn portefeuille het punt van de wijkverpleging bijvoorbeeld. Er was de zorg, dat die hoofdlijnakkoorden zoals we die zouden gaan sluiten met de zorg, dat die ook echt een bezuiniging zouden inhouden. Dat hebben we op initiatief van de PvdA, denk ik, die zorg weg kunnen nemen bij de wijkverpleging dat er op hen bezuinigd zou gaan worden. En ik denk dat dat een hele belangrijke stap is geweest.

STANS
Als u kijkt naar afschaffing dividendbelasting of nu met de wet Hillen, of misschien in de nabije toekomst als het gaat om de intrekkingswet van het referendum, daar lijkt die samenwerking toch wat verder weg te zijn.

DE JONGE
Ik denk dat dat iets te somber is. Kijk, toevallig op die onderwerpen die u noemt is het niet zo makkelijk om tot overeenstemming te komen. Laten we wel voor ogen houden dat de inzet van dit kabinet zowel in het regeerakkoord, maar ook in de manier waarop dit kabinet zijn werk graag wil doen, juist die samenwerking met anderen heel erg van belang is. Wij vinden dat juist het draagvlak, niet alleen overigens in de Kamer bij oppositiepartijen, maar zeker ook in de samenleving vraagt om die uitgestoken hand en vraagt om die samenwerking telkens weer met andere partijen.

STANS
Maar die uitgestoken hand lijkt nu bij deze onderwerpen toch ook te zijn dat het kabinet eerst een paar onderwerpen echt er doorheen wil krijgen en dan later die open hand tevoorschijn komt?

DE JONGE
Nou ik denk dat u dat iets te somber ziet. Kijk, die uitgestoken hand en die samenwerking en dat zoeken naar draagvlak voor de plannen die je hebt, betekent natuurlijk niet, dat je niet meer gewoon overtuigd moet zijn van het goede idee wat bijvoorbeeld onderdeel is van een regeerakkoord. Dat betekent niet dat opeens financiële kaders er niet meer toe doen bijvoorbeeld. Betekent dus ook niet dat je zegt: hier heb je mijn regeerakkoord en kijk maar wat je weg wil typexen. Zo werkt het niet.

STANS
Maar als je goeie samenwerking wil, dan is het ook vaak een kwestie van geven en nemen. Je ziet dat bijvoorbeeld bij dividendbelasting de hele oppositie tegen is. En nogal fel. Baart u dat dan zorgen als kijkt naar die gewenste samenwerking?

DE JONGE
Nou ja, kijk. Goeie samenwerking betekent bijvoorbeeld ook dat je openstaat voor elkaars argumenten. En dat openstaan voor elkaars argument moet natuurlijk ook een beetje van twee kanten komen.

STANS
U stond wel open voor de argumenten van de oppositie in dat debat?

DE JONGE
Nou wat ik eigenlijk bedoel is, dat het goed samenwerken en het werken aan draagvlak niet kan beteken dat je zegt, dat je schouder ophalend omgaat met je eigen overtuiging, met je eigen plannen. Dat betekent wel dat je bereid bent om te luisteren naar elkaar en dat je ook zoekt naar draagvlak. En ik denk dat dat op heel veel onderwerpen wel kan. Ik denk tegelijkertijd dat dat op een aantal onderwerpen niet zal gaan lukken. En ik denk dat de voorbeelden die u daarvan noemt, zojuist, dat dat misschien wel eens treffende voorbeelden kunnen zijn van onderwerpen waarop dat niet gaat lukken. Maar, de conclusie dat er dus geen samenwerking is met de oppositie en de conclusie dat er dus onvoldoende draagvlak is voor plannen… Ja, die conclusie is mij iets te snel getrokken. We zitten drie weken. Er staan een hele hoop plannen in het regeerakkoord en ik weet zeker dat er ook op heel veel plannen, hele mooie samenwerking juist mogelijk is.

Uitspraak Raad van State over gaswinning

DE WINTHER (DE TELEGRAAF)
Meneer De Jonge, er was een stevige uitspraak van de Raad van State met betrekking tot de gaswinning. Ik neem aan dat er vandaag in de ministerraad harde noten zijn gekraakt richting de minister van Economische Zaken, die natuurlijk de erfenis van zijn voorganger over heeft genomen en in feite verantwoordelijk is voor een besluit wat op zijn minst niet goed is gemotiveerd.

DE JONGE
We hebben inderdaad stil gestaan bij de uitspraak van de Raad van State en eerder al heeft collega Wiebes daarop gereageerd en hij heeft daarover gezegd: dit is een stevige uitspraak van de Raad van State en de Raad van State heeft gezegd: het besluit, het gaswinningsbesluit dat is genomen moet echt beter onderbouwd. En dat betekent dat collega Wiebes heeft gezegd: dat betekent dus dat er een flinke huiswerkopdracht ligt op het bordje van het kabinet en daar is collega Wiebes mee aan de slag natuurlijk.

DE WINTHER
De erkenning dat het een stevige uitspraak is, is iets anders dan ook aangeven dat je misschien iets verkeerd hebt besloten.

DE JONGE
Nu gaat u wel heel snel. Kijk, die uitspraak van de Raad van State was deze week, dat was een nietig verklaring van het besluit wat is genomen met als argument dat het onvoldoende gemotiveerd is geweest. En dat betekent dat wij een opdracht hebben gekregen van de Raad van State om de motivatie voor het gaswinningsbesluit opnieuw te doen. En daar hebben we een jaar de tijd voor gekregen van de Raad van State en dat betekent dat collega Wiebes daarmee aan de slag gaat.

DE WINTHER
Is de kans überhaupt aanwezig dat dat besluit misschien beter gemotiveerd wordt, maar dan vervolgens wel overeind blijft of hetzelfde besluit betreft?

DE JONGE
Nou, ik wil eigenlijk op de manier waarop collega Wiebes met dat huiswerk aan de slag gaat en de manier waarop het kabinet daar vervolgens over gaat besluiten, maar even niet vooruit lopen. Feit is dat het besluit wat is genomen nietig is verklaard door de Raad van State en dat betekent dat het werk wat op ons bordje ligt, wat op het bordje van het kabinet ligt, om te komen tot een beter gemotiveerd besluit. En wat de inhoud daarvan wordt, van het besluit zelf en van de motivatie daarvan, ja daar wil ik op dit moment niet op vooruit lopen.

DE WINTHER
Er zijn wel afspraken gemaakt door de coalitiepartijen in het regeerakkoord over het vervolg van de gaswinning, voor de komende jaren anderhalf miljard minder en dan daarna afbouwen. Vanaf 2021 verder, of in ieder geval daar een plan voor maken. Is het mogelijk überhaupt dat van dat plan wat in het coalitieakkoord staat, dat traject wat is uitgestippeld, vanaf wordt geweken. Ook als gevolg van de uitspraak van de Raad van State deze week?

DE JONGE Kijk, de afspraak in het regeerakkoord staat. En tegelijkertijd, de uitspraak van de Raad van State ligt er ook. En met dat huiswerk moet collega Wiebes in eerste instantie aan de slag. En dat leidt tot een nieuw kabinetsbesluit. En ik zei net ook al: op de inhoud van het kabinetsbesluit loop ik liever niet vooruit.

DE WINTHER
Nee, maar de Groningers zijn, zagen we deze week, zeer emotioneel erover en verwachten misschien ook wel na al die jaren van hun kabinet, wat er nu zit, in ieder geval duidelijkheid of datgene wat er is afgesproken voor de komende vier jaar überhaupt ter discussie staat, of niet? Dat kunt u toch heel simpel aangeven hier?

DE JONGE
Maar dat doe ik dus niet. Kijk, wat we… ik begrijp heel goed de emotie overigens van de Groningers over de afgelopen jaren, maar zeker ook over weer een nieuwe stap eigenlijk in dat dossier zoals het besluit van de Raad van State van deze week. Maar dat noodzaakt juist niet door hier op vrijdagmiddag daar vrijelijk over te speculeren, maar dat noodzaakt juist om het huiswerk wat wij te doen hebben van de Raad van State heel precies en heel zorgvuldig te doen. En daarom zou ik het ook echt in die volgorde willen doen. Collega Wiebes is met de uitspraak van de Raad van State aan de slag en dat betekent dat we op het moment dat dat huiswerk af is en wij een nieuw besluit kunnen nemen, een goed gemotiveerd nieuw besluit kunnen nemen, weer bij u terug komen.

Kindermishandeling

BORGMAN (RADIO 1)
Meneer de Jonge, ik zag uw facebookpagina vandaag, waar u aandacht vraagt voor de week tegen de kindermishandeling. U sluit uw bijdrage aan Facebook af met de mededeling dat het toch een prioriteit moet zijn in het kabinetsbeleid voor de komende jaren. Ik heb even goed teruggekeken, maar ik heb het nog niet ontdekt. Hoe moet dat tot uitdrukking komen?

DE JONGE
We zijn pas drie weken begonnen.

BORGMAN
Er liggen al stukken volgens mij.

DE JONGE
Ja zeker. Kijk, als je kijkt naar dat vraagstuk van huiselijk geweld en kindermishandeling dan zou je eigenlijk moeten zeggen, dat dat het grootste geweldsvraagstuk is wat wij hebben in de samenleving. 119.000 kinderen, als je die vertaling maakt dan is dat 1 per klas. In iedere klas 1. Moet je even voorstellen, dat is onvoorstelbaar veel. Als je die 119.000 optelt dan is het en De Kuip, het is de Amsterdam Arena en het ADO stadion bij elkaar. En dat is een ongelooflijk onvoorstelbare hoeveelheid kinderen die dus te maken heeft met kindermishandeling. En wat we steeds beter weten is, hoeveel dat doorwerkt ook in de rest van het leven. Hoe zeer trauma’s, als ze niet verwerkt worden, een rol spelen bij de ontwikkeling van allerlei verdriet eigenlijk, zou je kunnen zeggen, in de rest van het leven. En dat is de reden dat ik inderdaad vandaag heb geschreven dat wij daar de komende jaren heel erg veel aan zullen moeten doen. Volgende week is het de week tegen de kindermishandeling. Dat is een belangrijke week. En dat is ook echt een week om goed na te denken over wat moet er nou anders en beter als het gaat om het voorkomen van kindermishandeling, als het gaat over het beter en eerder in beeld brengen van kindermishandeling. Maar ook als het gaat over het stoppen en het duurzaam oplossen van kindermishandeling. Daar zullen we de komende week over nadenken, maar daar stopt het natuurlijk niet mee en dat heb ik vanochtend inderdaad geschreven op Facebook. Daar stopt het niet bij. We zullen daar de komende jaren fors, maar dan ook echt fors in moeten verder gaan.

BORGMAN
Nou is dit volgens mij iets waar niemand voor is?

DE JONGE
Niemand tegen is, hoop ik.

BORGMAN
Nee kindermishandeling, daar is niemand voor.

DE JONGE
Oh, ik wou zeggen, het aanpakken ervan.

BORGMAN
Ja, nee tuurlijk. Maar omgekeerde redenering: niemand is geloof ik voor kindermishandeling. Wat kun je nou als kabinet meer doen dan zeggen dat het niet moet en dat het voorkomen moet worden?

DE JONGE
Er zijn best heel veel dingen. Kijk, ik heb natuurlijk in de afgelopen jaren als wethouder van Rotterdam, ben ik daar heel intensief mee bezig geweest met dit thema. En dan zie je dat er eigenlijk best wel heel veel mogelijkheden zijn, om toch een veel sterkere en veel betere aanpak in te richten dan we tot op heden hebben gehad. Als je kijkt naar de alertheid, als je kijkt naar het aantal signalen, wat bijvoorbeeld vanuit verschillende beroepsgroepen wordt gemeld van kindermishandeling, dan zien we dat daar nog een ongelofelijke hoeveelheid signalen wordt gemist. Dat is één. Twee is: kinderen die te maken hebben gehad met kindermishandeling. Als je kijkt naar hoeveel kinderen we daadwerkelijk ook een traumascreening doen en ook trauma hulp bieden bijvoorbeeld, dan zie je dat er ongelofelijk veel ruimte voor verbetering is. Dus ik denk
dat we heel veel kunnen doen. Zeker niet alleen, als u dat bedoelt ben ik het zeer met u eens, zeker niet alleen vanuit het kabinet. Dit is echt iets wat je met vereende krachten zult moeten doen. Dus we hebben daar gemeenten ontzettend hard bij nodig. We hebben daar het onderwijs bij nodig. We hebben daar de huisartsen bij nodig. We hebben daar heel veel partijen bij nodig. Het is een enorm vraagstuk in de samenleving, maar daarmee dus ook een opdracht aan de samenleving om kindermishandeling te stoppen.

BORGMAN
U hebt in uw periode in Rotterdam, daar refereerde u net al aan, daar wel eens maatregelen bij bedacht. Bijvoorbeeld anticonceptie verplicht in gevallen waar ouders onmachtig zijn. Is dat een pleidooi wat u nu wil herhalen?

DE JONGE
Op vrijdagmiddag na de persconferentie eventjes, bedoelt u?

BORGMAN
U heeft erover nagedacht het is niet de eerste keer dat u er mee bezig bent.

DE JONGE
Zeker, kijk wat een belangrijke mogelijkheid bij het aanpakken van kindermishandeling is het voorkomen van kwetsbaar ouderschap. En het is belangrijk om ouders te helpen om, als ze in situatie van kwetsbaarheid waarin ouders eigenlijk niet bij machte zijn om op een goeie veilige gezinssituatie te creëren, om ouders te helpen om die veiligheid wel te creëren. In sommige gevallen is het ook raadzaam om te voorkomen dat überhaupt een ongewenste of onbedoelde zwangerschap plaatsvindt. Dat staat ook in het regeerakkoord. Tegengaan van ongewenste zwangerschappen staat ook in het regeerakkoord. Dus dat zal zeker een onderdeel van beleid zijn. Geen onderdeel van beleid is, op dit moment, het invoeren van verplichte anticonceptie. Dat is geen opdracht die wij vanuit het regeerakkoord hebben meegekregen.

BORGMAN
Daar ging uw pleidooi in Rotterdam wel over.

DE JONGE
Zeker, dat is geen opdracht die we vanuit het regeerakkoord hebben meegekregen. En tegelijkertijd is natuurlijk het voorkomen van onbedoelde en ongewenste zwangerschappen… is natuurlijk wel degelijk in situaties van kwetsbaar ouderschap, een manier om ook kindermishandeling te voorkomen, zeker.

BORGMAN
Maar het cruciaal woordje is ongewenst zwangerschap. En uw pleidooi ging over verplichte anticonceptie. Bent u er nog wel voor, maar kunt u dat niet meer zeggen? Is dat eigenlijk wat u zegt?

DE JONGE
Mijn opvattingen zijn niet veranderd.

BORGMAN
U vindt het nog steeds?

DE JONGE
Zeker. Mijn opvattingen zijn zeker niet veranderd. Maar ik zie wel dat het ook geen opdracht is in het regeerakkoord om daarmee de komende jaren aan de slag te gaan.

BORGMAN
Maar u bent vicepremier u zou dat kunnen bewerkstelligen.

DE JONGE
Maar, nogmaals, het is geen opdracht uit het regeerakkoord. Er zijn wel heel veel andere opdrachten in het regeerakkoord. En het tegengaan van kwetsbaar ouderschap door onbedoelde en ongewenste zwangerschappen tegen te gaan, ook daar is anticonceptie natuurlijk een weg om de veiligheid van kinderen te borgen. De veiligheid van gezinnen te borgen. Dat is onderdeel van de opdracht in het regeerakkoord, geen onderdeel van die opdracht is verplichte anticonceptie.

WESTER (RTL NIEUWS)
Daar wil ik nog wel even precies hebben. Als je kijkt naar de afgelopen vijf jaar, dan zijn er tal van nota’s geweest van bewindslieden. Wetsvoorstellen die totaal niets met het regeerakkoord te maken hadden. Eigen initiatief van de bewindslieden, eigen nota’s, eigen ideeën. Nou, u heeft al van die ideeën. Dus dat zou toch heel goed kunnen dat u gaandeweg de rit, dat hoeft misschien niet allemaal meteen nu, want u heeft eerst de opdracht uit het regeerakkoord, toch met het plan komt: hé, dat ga ik toch verder vormgeven. Want ik, Hugo de Jonge, vindt dat belangrijk.

DE JONGE
Ja, maar dat zou zeker kunnen. Maar laat ik gewoon afspreken, u bent de eerste die ik bel, dat beloof ik nu wel aan heel veel mensen tegelijkertijd, als dat aan de orde is. Maar op dit moment is dat niet aan de orde. Want we hebben in een hele andere opdracht of een veel bredere opdracht in het regeerakkoord liggen. Daarmee ga ik aan de slag. En ja, met welke plannen ik mogelijkerwijs in de toekomst kom dat kan van alles…

WESTER
Kan best zijn dat u in de toekomst de komende jaren nog een keer komt met het plan voor verplichte anticonceptie…

DE JONGE
Ja, maar gaat u nou niet naar buiten met de gedachte: oeh misschien komt dat wel. Nee, ik zeg juist heel duidelijk: het is geen onderdeel, geen opdracht van het regeerakkoord die daarin voorziet. En daarmee is het dus ook geen opdracht aan mij om met dat plan te komen. Wat wel een opdracht is, aan ons allen vind ik, is om de veiligheid, het veilig opgroeien van kinderen te bevorderen en daar zullen we een stevige aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling voor ontwikkelen. En anticonceptie zou daar zomaar onderdeel van kunnen uitmaken, maar een verplichte vorm van anticonceptie is geen onderdeel van het regeerakkoord.

WESTER
Maar wel nog steeds een goed plan?

DE JONGE
Ik vind het nog steeds een goed plan. Maar ik ga daar niet mee aan de slag.

JOOSTEN (ELSEVIER)
U hebt voor het eerste de ministerraad voorgezeten, hoe is dat u bevallen? Goed? Biedt het perspectief voor de toekomst, dacht u bij uzelf? En wat hebt u er doorgedrukt vandaag?

DE JONGE
Het is goed bevallen. Zeker, het is heel bijzonder om dat te mogen doen. Überhaupt is dit werk heel bijzonder om te mogen doen. En dat geldt zeker ook voor het voorzitten van de ministerraad. Kijk het is natuurlijk zeker niet de eerste vergadering die ik voorzat, maar wel de eerste ministerraad, in die ambiance. Dat is heel bijzonder om te mogen doen. En dat geldt überhaupt voor dit werk, dus wat mij betreft kan de Premier prima nog eens een keer naar een Europese top. Ik ben meer dan bereid om hem af en toe eens te vervangen.