Persconferentie na ministerraad 26 januari 2018

Minister-president Rutte over gesprek met eurocommissaris Timmermans en de ontwikkelingen in Europa.

RUTTE:
Ja, goedemiddag. We zijn vandaag de ministerraad begonnen met een gesprek met Europees Commissaris, de eerste vicepresident van de Commissie, Frans Timmermans. Dat doen we wel vaker. Ook Neelie Kroes in het verleden is langs geweest. En het is goed om af en toe met elkaar bij te praten. We hebben gesproken over de grote onderwerpen die spelen in Europa op dit moment op het terrein van migratie, de interne markt, zijn agenda op die onderwerpen, maar zeker ook op het terrein van minder regels. Een vereenvoudigde, simpele Europese Unie. Uiteraard ook gesproken over Brexit en dat Brexit echt werkt als een soort wake-up call op dit moment voor heel Europa. Je ziet dat er een debat aan de gang is over de toekomst van de Europese Unie, die speelde de afgelopen dagen ook in Davos waar ik zelf aanwezig was, en een paar panels heb gesproken en ook een aantal collega's. Voor het Nederlandse kabinet staat daarbij voorop dat Europa, de Europese Unie van groot belang is omdat het ons bescherming brengt. Het feit dat je met elkaar samenwerkt, leidt ook uiteindelijk tot een inbedding in een organisatie en in een instabiele wereld geeft dat ook een vorm van veiligheid en inderdaad bescherming. Maar tegelijkertijd dat gezegd hebbend, zijn we er daarmee nog niet, Europa zal meer moeten doen. En zal uiteindelijk minder moeten beloven. Het zal een organisatie moeten zijn die levert, en minder belooft. Wij leveren daar een actieve bijdrage aan, in het debat bijvoorbeeld over de Europese Monetaire Unie en de toekomst daarvan. De Economische en Monetaire Unie, waarbij onze opvatting is dat de kracht van de euro bepaald wordt door de lidstaten. En dat gezond begrotingsbeleid en stevig economisch beleid de hele Europese Unie sterker maakt. Daarom staat voor ons voorop wat betreft de euro en de eurozone dat de landen zelf hun eigen huis op orde moet brengen. Dat doen we samen waar het gaat om allerlei regels, maar de verantwoordelijkheid om het huis op orde te krijgen ligt echt bij de individuele lidstaten. En als dat lukt, dan is het zo dat je gezamenlijk aan de straat kunt werken. De economische groei, het versterken van de interne markt, al die zaken. Dan kun je ook tegen een stootje, dan hoeven andere landen ook niet bij te springen als er een tegenslag is, want dan kunnen landen zelf tegenslagen opvangen. Omdat ze bijvoorbeeld, omdat hun staatsschuld laag genoeg is, in staat zijn om zelf bij grote macro-economische schokken problemen zelf aan te pakken. Dan heb je uiteindelijk dus ook geen transferunie nodig. Dat is ook een deel van het debat, dat er meer transferunie-elementen in Europa zouden moeten komen. Daar zijn wij niet voor. Wij zoeken natuurlijk ook actief steun voor die opvattingen in Europa. Zeker ook met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk verliezen we een grote stem als het gaat om vrijhandel en versterking van de interne markt. Naar Nederland wordt soms wel gekeken als het eerstvolgende grootste land waar het betreft die liberale stem op vrijhandel en de interne markt, maar wij zijn wel vier keer kleiner dan het Verenigd-Koninkrijk, dus willen wij die stem ook goed laten horen dan moeten wij samenwerken in een coalitie met andere landen. En vandaar dat daar veel tijd in wordt gestoken en dat zag u ook misschien vorig jaar, dat zie je ook nu weer. Niet alleen ik doe dat zelf, maar ook Halbe Zijlstra, ook Wopke Hoekstra en andere leden van het kabinet zijn bezig. En in dat kader ga ik ook weer binnenkort op pad. Allemaal met als doel om een Europa te bouwen waar we samen doen waar we samen de zaak kunnen versterken, als het gaat om de markt, als het gaat om vrijhandelsverdragen, de buitengrensbewaking en migratie. Maar waarbij uiteindelijk het de lidstaten zijn, zeker ook in de eurozone, die zelf hun eigen economie op orde moeten brengen.