Staat komt met schaderegeling nabestaanden Srebrenica

In 2019 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld ten aanzien van een groep van ongeveer 350 mannelijke vluchtelingen die zich op 13 juli 1995 op de compound bevonden. De mannen zijn vervolgens elders, en buiten het zicht van Dutchbat, vermoord door de Bosnisch-Servische strijdkrachten. Nederland betreurt het verloop van deze tragische gebeurtenissen.

De ministerraad heeft nu een besluit genomen over de kaders van een schadevergoedingsregeling voor de nabestaanden van deze groep mannen. Een onafhankelijke commissie zal worden ingesteld om de regeling uit te voeren en de aanvragen te beoordelen. De details van de regeling en de Commissie worden de komende weken in een interdepartementale werkgroep verder uitgewerkt en zullen zo spoedig mogelijk bekend worden gemaakt.

De Nederlandse regering heeft steeds gezegd dat de internationale gemeenschap is tekortgeschoten in het bieden van voldoende bescherming aan de mensen in de zogenoemde safe areas, waaronder Srebrenica. Nederland acht zich, als lid van de internationale gemeenschap, medeverantwoordelijk voor het ontstaan van de situatie, waarin de genocide van Srebrenica heeft kunnen gebeuren. Het kabinet-Kok heeft daarvoor in 2002 de politieke verantwoordelijkheid genomen door zijn ontslag aan te bieden.

Het is volgens het kabinet goed om voor ogen te houden wie de schuldigen zijn aan de genocide van Srebrenica: dat zijn de toenmalige Bosnisch-Servische strijdkrachten. Het kabinet wil benadrukken dat de militairen van Dutchbat zich in bijzonder moeilijke omstandigheden bevonden. Tijdens de uitzending naar Bosnië heeft Dutchbat twee dodelijke slachtoffers te betreuren gehad.