Kabinet vervangt BIK-regeling door verlaging werkgeverspremie

De BIK-regeling wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 ingetrokken omdat uit informeel overleg met de Europese Commissie blijkt dat er een kans is dat zij de gehele BIK als ongeoorloofde staatssteun beschouwt. Het kabinet wil investeringen door het bedrijfsleven in deze coronacrisis zo snel mogelijk stimuleren en ondernemers zo min mogelijk in onzekerheid laten. Het kabinet stelt daarom voor om de AWf-premie voor werkgevers in 2021 te verlagen, zo mogelijk per 1 augustus 2021.

Werkgevers in het bedrijfsleven betalen via de premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds (AWf) mee aan de uitkeringen van werknemers die werkloos raken. Een verlaging van de werkgeverspremie AWf verlaagt de loonkosten en vergroot daarmee de ruimte om te investeren en/of externe financiering daarvoor te vinden.

Eind vorig jaar is de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) informeel aan de Europese Commissie voorgelegd. Het doel hiervan was om zekerheid te krijgen dat de in de BIK opgenomen regeling voor fiscale eenheden geoorloofde staatssteun was. Zonder deze goedkeuring zouden sommige investeringen in een ander EU-land ook in aanmerking kunnen komen voor BIK-subsidie en dit is niet de bedoeling van het kabinet.

Uit informeel overleg blijkt dat de Commissie niet op voorhand voldoende zekerheid kan geven over de beoordeling van de BIK als geoorloofde staatssteun. Het kabinet gaat er vanuit dat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun en heeft naar verschillende opties gekeken om dit op te lossen, maar dit zou de onzekerheid voor ondernemers niet snel genoeg wegnemen. Met als risico dat ondernemers uiteindelijk geen aanspraak kunnen maken op de BIK of dat zij later het geld met rente moeten terugbetalen. Om zo snel mogelijk uit de crisis te komen is daarom gekozen voor een verlaging van de AWf-premie.

Voor intrekking van de BIK is een wetswijziging nodig. Het kabinet heeft dit wetsvoorstel aan de Raad van State voor advies aangeboden en zal het daarna zo spoedig mogelijk aan het parlement voorleggen.