Binnenhof

Aan het Binnenhof zijn drie gebouwen in gebruik bij het ministerie van Algemene Zaken.

Binnenhof 17: Het Torentje

Binnenhof 17 is het adres van het Torentje. In het Torentje is sinds 1982 de werkkamer van de minister-president, de minister van Algemene Zaken, gehuisvest.

Ontstaansgeschiedenis

Het achthoekige gebouw aan de Haagse Hofvijver wordt voor het eerst genoemd in een kroniek uit 1354 en dateert vermoedelijk uit de eerste helft van de veertiende eeuw. Oorspronkelijk lag het Torentje aan de rand van het Binnenhof en diende als zomerprieel van de graven van Holland. 

Het Torentje heeft in de loop van de geschiedenis nogal wat verschillende bestemmingen gehad. Zo werd het in 1479 verbouwd tot  vestingwerk, om een mogelijke aanval op het Binnenhof van rivaliserende edelen te kunnen weerstaan. In later eeuwen is het Torentje ook nog in gebruik geweest bij de beheerder van het Binnenhof, de kastelein. Het gebouw had, net als de kastelein zelf, vele functies, waaronder die van herberg, wijnkelder, bottelarij en conciërgewoning.

Vergroot afbeelding Het Torentje in 1981.
Het Torentje in 1981.

In 1849 werd het Torentje voor het eerst door de voorzitter van de ministerraad, de minister van Binnenlandse Zaken Thorbecke, in gebruik genomen als werkvertrek. Beel was in 1947 de laatste minister-president die als minister van Binnenlandse Zaken hier kantoor hield. 

De Thorbeckezaal op de begane grond van het Torentje is nu de vergaderruimte van de minister-president. In deze zaal ontvangt hij collega-ministers en andere (kleine) delegaties voor overleg.

Binnenhof 19

Vergroot afbeelding
Beeld: Tineke Dijkstra
Binnenhof 19.

Op Binnenhof 19 is het Directoraat-Generaal Rijksvoorlichtingsdienst ondergebracht. Ook is het voor een belangrijk deel de werkplek van de centrale afdelingen van het ministerie van Algemene Zaken. De centrale hal van Binnenhof 19 is bekend van de persconferenties die de minister-president hier regelmatig geeft.

Binnenhof 20

Op Binnenhof 20 zijn de departementsleiding en het Kabinet Minister-President (KMP) gehuisvest. Hier bevinden zich ook de vergaderzalen van het kabinet.

Trêveszaal

De Trêveszaal is sinds 1977 de vaste vergaderzaal van de (rijks)ministerraad. Vóór die tijd vergaderde de ministerraad ook in het Catshuis en in de gebouwen van de toenmalige ministeries van Justitie en Koloniën. 

De minister-president opent in principe iedere vrijdagochtend in de Trêveszaal de vergadering van de ministerraad. De ministers hebben allemaal een vaste plaats aan de lange tafel. De minister-president zit aan het midden van de tafel, tegenover hem zit de viceminister-president. Links van de minister-president zitten de  secretaris en een adjunct-secretaris van de ministerraad die de beraadslagingen notuleren. De (plaatsvervangend) directeur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst, die verantwoordelijk is voor de woordvoering over hetgeen in de raad wordt besproken, heeft een eigen tafel in de hoek van de zaal.

Wanneer buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders op officieel bezoek in Nederland zijn, heeft de minister-president de mogelijkheid zijn hoge gasten een lunch of diner in de Trêveszaal aan te bieden. De lange vergadertafel wordt dan vervangen door een aantal ronde tafels.

Geschiedenis Trêveszaal

Gedurende de Tachtigjarige Oorlog tussen Nederland en Spanje (1568-1648) werden op de plaats van de Trêveszaal besprekingen gehouden die leidden tot het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). Trêve is het Franse woord voor wapenstilstand.

De Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, het hoogste bestuursorgaan van de Republiek, gaf in 1696 aan de Franse bouwmeester Daniel Marot opdracht om op de plaats van twee bestaande kamers een zaal te bouwen waar gezanten op gepaste wijze ontvangen konden worden. De Trêveszaal werd in oktober 1697 in gebruik genomen. De zaal is in de zogenaamde Louis XIV-stijl verbouwd. 

Statenzaal

In de Statenzaal vonden de dagelijkse vergaderingen van de Staten-Generaal plaats. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de Staten-Generaal afwisselend bijeenkwamen in één van de zeven provincies (Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland). Met het toenemen van de invloed van Holland in de Republiek vonden de vergaderingen steeds vaker plaats op het Binnenhof. De Statenzaal bevond zich in de buurt van de vergaderzaal van de Staten van Holland. Dit is tegenwoordig de vergaderzaal van de Eerste Kamer.

Toen de vergaderingen vrijwel uitsluitend in de Statenzaal werden gehouden, vond men het belangrijk dat de zaal een representatiever karakter kreeg. Bouwmeester Daniel Marot heeft de decoraties in de Statenzaal beperkt gehouden in vergelijking met de Trêveszaal, die bestemd was voor de ontvangst van buitenlandse gezanten. Alleen het plafond en de beide schoorstenen werden beschilderd.

De Statenzaal wordt tegenwoordig gebruikt als lunch- of koffiekamer tijdens vergaderingen van de ministerraad.

Blauwe Zaal

De Blauwe Zaal is een naast de Trêveszaal gelegen vergaderzaal. Aan de muren hangen de geschilderde portretten van de naoorlogse ministers-presidenten. De adviseurs van de minister-president gebruiken deze zaal als vergaderruimte. 

Renovatie Binnenhof

Het Binnenhofcomplex is een acht eeuwen oud monument dat continu ‘in bedrijf’ is. Na een periode van intensief gebruik kampt het Binnenhof met veel technische en bouwkundige gebreken. Grootschalige renovatie is noodzakelijk voor meer veiligheid en betere (werk)omstandigheden voor gebruikers en bezoekers. En om het cultureel erfgoed voor de lange termijn te behouden. Lees meer over de op handen zijnde renovatie van het Binnenhof.