Asiel gaat over mensen – AZC Winterswijk

Ministeries

Dat er negatieve verhalen zijn over de tijdelijke bewoners van een asielzoekerscentrum, is bekend. Er zijn inderdaad helaas mensen die overlast veroorzaken. Maar zijn er wellicht ook positieve kanten aan het asielverhaal? Asiel gaat immers over mensen. Wij gingen op zoek naar de andere kant van de medaille, juist in een asielzoekerscentrum dat midden in een woonwijk ligt.

Dit is het tweede deel in deze serie. We spreken in dit artikel Marjolein en Iris. Iris is medewerker openbare orde en veiligheid bij de gemeente Winterswijk en Marjolein is casemanager bij het COA. Zij hebben veel met de mensen van dit azc te maken. Hoe is hun samenwerking? En hoe leven de bewoners van dit azc samen en samen met hun omgeving?

Achtergrond

Het azc in Winterswijk ligt midden in de wijk De Rikker. Door die locatie is het echt onderdeel van de wijk: er staat namelijk ook geen hek omheen, er is geen slagboom en er hangen geen camera’s. De contacten met de buurt zijn goed, maar daar wordt dan ook veel in geïnvesteerd. Het azc is duurzaam gebouwd en bestaat uit woningen die later eventueel omgebouwd kunnen worden tot sociale huurwoningen. Maar vooralsnog is de huidige bestuursovereenkomst voor onbepaalde tijd en is het druk in de asielzoekerscentra in Nederland, dus ook hier. Er is plek voor 500 mensen, waarvan 400 asielzoekers en 100 statushouders via de HAR-regeling.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen

Het enige azc zonder hekken in Nederland

Bij het azc in Winterswijk is wonen en samenleven zo gewoon, dat je bijna vergeet dat het bijzonder is. Hoe normaal het is om gewoon te parkeren langs de stoepkant en er dan ‘te zijn’. Dit azc heeft straten die doorlopen in andere wijken. Wijken die later zijn gebouwd dan deze azc-wijk. Waarom is deze azc-wijk dan toch bijzonder?

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen

Marjolein: “Wij hadden 20 jaar geleden de kans om een azc op te zetten vanaf een leeg vel. Niet in een bestaande kazerne, gevangenis of op een industrieterrein. Maar in een – toen nog - buitenwijk van Winterswijk. Wij konden alle wensen toepassen op het gebied van functionaliteit, privacy en huiselijkheid. En dat heeft goed uitgepakt. De sfeer is hier goed, hoewel er natuurlijk hier ook incidenten zijn. Dat zal altijd zo zijn waar mensen samenleven en zeker als er bij mensen frustratie is. Dat zul je hier zeker tegenkomen, want als je vlucht doe je dat niet uit vreugde. En voordat je door de hele asielprocedure bent in Nederland, moet je lang wachten. Dat kan best frustrerend zijn.”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen
Marjolein en Iris

We lopen een rondje over het terrein, waar kinderen voetballen op het voetbalveld, mensen hun hond uitlaten. Of even bij de groente- en fruitkraam op de hoek een boodschapje doen.

Marjolein wijst: “Kijk, tijdens de meest recente renovatie hebben we alle huizen, of eigenlijk appartementenblokken, in een andere kleur geschilderd. In de COA-kleuren. Met duidelijk een huisnummer erop. Mensen kunnen dan makkelijker hun huis vinden. Je woont in ‘oranje 6’ bijvoorbeeld. En dat huis heeft ook een echt adres bij de gemeente. Net zoals in een gewone wijk. Dus als jij verhuist, geven we dat ook door aan de gemeente. Tja, dat zijn met de doorstroom in een azc vaak hele lijsten ja.

Er zijn recentelijk meer bomen geplant; dat is goed voor de schaduwwerking en tegen het echo-effect tussen de huizenblokken. Dat geeft rust. Straks is er ook meer en meer ruimte voor recreatie en kinderopvang. De uitbreiding van de kinderopvang biedt ook de mogelijkheid aan moeders in het azc van heel jonge kinderen om naar de Nederlandse les te kunnen gaan.”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen

Het blijft bijzonder

Iris: “Ik werk hier nu al best weer een tijdje, maar ik blijf het bijzonder vinden. Dat de sfeer hier zo open is, dat het samenwerken en samen wonen eigenlijk zo goed gaat. Kijk, incidenten zijn hier zeker ook. En de politie heeft ook dagelijks een rondje in de wijk, maar eerder om waakzaam en dienstbaar te zijn, dan om in te grijpen. Ze zitten er gewoon bovenop en dat werkt. Wat ook werkt is de samenwerking met de buurt; we hebben regelmatig buurtoverleg. Daar zit ik ook bij en de wijkagent, mensen van het COA en daar spreken we openlijk over hoe het gaat. Hoe omwonenden zich voelen, wat ervaringen zijn, wat er goed gaat, wat er niet goed gaat. En we lossen zaken op, het liefst heel concreet. Zo wordt er bijvoorbeeld aan de Jachthuisweg verlichting geplaatst*. Dat is een heel donkere weg; deze verlichting zal toch een wat veiliger gevoel geven.”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen
Iris

Iris: “Escalaties zijn, zoals gezegd, niet te voorkomen en dan is het fijn om korte lijntjes te hebben. Dat je elkaar snel weet te vinden. Iedereen is erg betrokken en mede daarom vind ik mijn baan ook fijn. Ik buig me over bestuurlijke vraagstukken en coördineer en organiseer richting het bestuur als adviseur openbare orde en veiligheid. Dan heb je te maken met veel verschillende partijen, waaronder de bewoners natuurlijk.”

Marjolein: “We hebben hier ook een keer een groep gehad die veelvoudig overlast veroorzaakte. Dat gaf meteen een hausse aan rumoer en incidenten in de wijk. Ontzettend vervelend en dat moest zo snel mogelijk afgelopen zijn. Deze mensen zijn in beeld gebracht, overgeplaatst en voor allen zijn de juiste maatregelen toegepast. En sindsdien zitten we er nog sneller bovenop als zaken verdacht lijken.”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen
Iris en Marjolein

Duidelijkheid boven alles

Marjolein: “Als casemanager begeleid je mensen bij hun procedure. Ik beloof ze niks, ik maak duidelijk wat hun mogelijkheden zijn. En ook waar ze nu staan. Dat zorgt er voor dat – ook als mensen een negatief bericht krijgen dat ze niet mogen blijven – het vaak wel geaccepteerd wordt. Eigenlijk is nooit iemand boos op het COA als het over procedurele beslissingen gaat, ook omdat wij geen beslissingen nemen over het wel of niet mogen blijven, dat doet de IND.”

We lopen via de receptie naar een ander huizenblok, waar asielzoekers wonen die bij de LHBTIQ+-gemeenschap horen. Onderweg komen we allemaal mensen tegen die druk in de weer zijn met kraampjes, podia en apparatuur voor de Open azc-dag van morgen.

Vergroot afbeelding Cranendonck/Budel
Beeld: ©Sushilla Kouwen

Marjolein: ”Onderschat de receptie niet; deze mensen zijn ontzettend goed in het monitoren wat de gevoelstemperatuur is bij de bewoners. Daar horen wij vaak als eerste van als de frustratie wellicht oploopt.”

Ergens thuiskomen

Twee stralende, donkere mannen heten ons welkom in hun tijdelijke huis. Eén man lacht iets minder stralend, want hij mist al zijn voortanden. Zijn vriend legt uit: “Die zijn eruit geslagen, omdat hij homo is. In ons land wordt dat niet geaccepteerd, daarom zijn we gevlucht.” Een mede-bewoner komt ook zijn kamer uit en is blij ons te zien. Hij is benieuwd of er nog verandering is in zijn status, want “hier komen de muren op me af. Wij LHBTIQ+-mensen hebben misschien nog wel meer dan anderen expressie nodig. Hier kan dat niet en zeker niet als je niet weet waar je aan toe bent.” Marjolein legt geduldig uit dat hij echt nog even moet wachten en dat ze hem informeert zodra zij wat weet.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen
Iris

Marjolein: “Misschien wel het grootste compliment is, dat als mensen in hun procedure mogen aangeven waar ze tijdelijk zouden willen wonen, ze vaak Winterswijk aanwijzen als dit hun eerste aankomstadres was. Dan trekken de grote steden waarover ze eerder hoorden niet zo meer, maar wel het gevoel ergens thuis te komen.”

*De overheid stelt 2 miljoen euro beschikbaar voor het nemen van lokale en meer kleinschalige maatregelen tegen overlast in de openbare ruimte. Dit zijn specifieke uitkeringen (SPUK). Gemeenten gebruiken dit budget voor verschillende maatregelen. Denk hier aan de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's), bodycams, extra cameratoezicht of  organiseren van extra (sport)activiteiten.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Sushilla Kouwen