Cao Rechterlijke Macht

De cao rechterlijke macht heeft betrekking op de rechters en de officieren van justitie. Zij zijn werkzaam bij de Hoge Raad, de rechtbanken, de hoven, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en het openbaar ministerie. Hun arbeidsvoorwaarden en rechtspositie zijn geregeld in de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Arbeidsvoorwaardenovereenkomst

In de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Sector Rechterlijke Macht staanafspraken  over wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie van de rechters en officieren van justitie. Dit zijn afspraken tussen de minister voor Rechtsbescherming en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), de vakbond van de rechters en officieren van justitie. De NVvR vertegenwoordigt ruim 3700 rechterlijke ambtenaren. Op 13 juni 2023 hebben de partijen een nieuw akkoord ondertekend. Deze overeenkomst loopt van 1 april 2022 tot en met 30 juni 2024.

Salarisafspraken

Tijdens de looptijd van de cao worden de volgende salarisverhogingen doorgevoerd:

  • Met ingang van 1 juli 2022 worden de salarisbedragen met eerst 2,5% plus daarna een bedrag van €75 verhoogd.
  • Met ingang van 1 april 2023 worden de salarisbedragen met 3% verhoogd.
  • Met ingang van 1 januari 2024 worden de salarisbedragen nog eens met 1,5% verhoogd.

Daarnaast kregen rechterlijke ambtenaren in de volgende gevallen een eenmalige uitkering:

  • Rechterlijke ambtenaren die op 1 december 2022 in dienst waren ontvingen bij de salarisbetaling van juni 2023 een eenmalige uitkering van € 2000 (bruto).
  • Rechterlijke ambtenaren die op 1 april 2023 in dienst waren ontvingen bij de salarisbetaling van juni 2023 een eenmalige uitkering van € 2000 (bruto).
  • Rechterlijke ambtenaren die op 1 januari 2024 in dienst zijn ontvingen bij de salarisbetaling van januari 2024 een eenmalige uitkering van € 900 (bruto).

Periodiek overleg minister en NVvR

De minister voor Rechtsbescherming overlegt elk kwartaal met de NVvR over de arbeidsvoorwaarden, de rechtspositie en andere aangelegenheden die de rechtspleging betreffen. De minister wordt daarin bijgestaan door de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal. Dit heet het Sectoroverleg Rechterlijke Macht (SORM).