Beleid ruimtelijke ordening

De ruimte in Nederland is schaars. Er is onder meer ruimte nodig voor woningen, wegen, spoorlijnen, vliegvelden, bedrijventerreinen en natuur. De overheid stelt plannen op om de ruimte te verdelen en gebieden aan te wijzen voor bepaalde bestemmingen.

Rol Rijksoverheid in ruimtelijk beleid

In het ruimtelijk beleid richt de Rijksoverheid zich op de nationale belangen, zoals:

  • Versterking van de economie. Bijvoorbeeld samen met andere overheden te zorgen voor een goed vestigingsklimaat.
  • Hoofdnetwerken van wegen, spoor en vaarwegen in stand houden en beter benutten.
  • Verbetering van de kwaliteit van water, bodem en lucht.
  • Nederland beschermen tegen wateroverlast en overstromingen.
  • Behoud van unieke cultuur en natuur, zoals de werelderfgoederen.

Bij alle ruimtelijke plannen streeft het Rijk naar zorgvuldige afwegingen en heldere besluitvorming. Dit doet het Rijk via het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

Rol provincies en gemeenten in ruimtelijk beleid

Provincies en gemeenten hebben de volgende taken en bevoegdheden in het ruimtelijk beleid:

  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor woningbouw en bedrijventerreinen en bouw van nieuwe plekken voor bedrijven. Het bestemmingsplan is het belangrijkste instrument voor de ruimtelijke ordening in een gemeente.
  • Provincies voeren het landschapsbeleid uit. Het is hun taak om te zorgen voor voldoende groene ruimte in en rondom de steden.

Rijk controleert gebiedsplannen overheid en provincies

De Rijksoverheid controleert de gebiedsplannen van provincies en gemeenten. De plannen mogen niet botsen met rijksbelangen. Bijvoorbeeld met de functie van militaire terreinen of rijkswegen.

Ontwikkelingen ruimtelijke ordening in structuurvisies

De Rijksoverheid, provincies en gemeenten beschrijven in structuurvisies welke ontwikkelingen zij verwachten op het gebied van ruimtelijke ordening. Zo zijn er gebieden die te maken hebben met bevolkingskrimp. Ook geven overheden aan hoe zij die ontwikkelingen willen sturen of uitvoeren.

De Rijksoverheid beschrijft de ontwikkelingen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Hierin staat hoe Nederland er in 2040 uit moet zien.

Wet ruimtelijke ordening

De  Wet ruimtelijke ordening regelt hoe de ruimtelijke plannen van Rijk, provincies en gemeenten tot stand komen.

Omgevingswet gaat Wet ruimtelijke ordening vervangen

De besluitvorming over ruimtelijke projecten moet sneller en eenvoudiger. Daarom wil het kabinet de Wet op de ruimtelijke ordening en verschillende andere wetten vervangen door 1 Omgevingswet. Naar verwachting treedt de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking.

Handreiking duurzame stedelijke ontwikkelingen

De Rijksoverheid heeft voor provincies en gemeenten de ladder voor duurzame verstedelijking ontwikkeld. Deze kunnen gemeenten en provincies gebruiken bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen. De ladder helpt overheden de ruimte zorgvuldig te gebruiken. En alleen ruimte beschikbaar te maken voor ontwikkelingen waar vraag naar is (vraaggerichte programmering).

Ruimtelijke plannen op internet

Rijk, provincies en gemeenten moeten nieuwe ruimtelijke plannen op internet zetten. De plannen moeten in ieder geval staan op Ruimtelijkeplannen.nl. Is er een verschil tussen de digitale versie van een plan en de papieren versie? Dan geldt de digitale versie.

Extra geld voor onderhoud infrastructuur

In 2022 trekt het kabinet € 2,1 miljard uit voor het onderhoud en vervangen van wegen, vaarwegen en dijken. In 2023 bedraagt dit bedrag 2,3 miljard euro. Het gaat om voorgenomen beleid. Dat betekent dat de Eerste en Tweede Kamer de plannen van het kabinet nog moeten goedkeuren. 

Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024

Het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024 is een vierjarig stimuleringsprogramma. Hiermee zet de overheid ruimtelijk ontwerp vaker en beter in bij maatschappelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld door ontwerpers zoals architecten en stedenbouwkundigen te betrekken bij de woningbouwopgave. Het actieprogramma is onderdeel van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en het cultuur- en erfgoedbeleid.