Afrekenbare Stoffenbalans: opties voor lichte regulering op ammoniak en klimaat
De invoering van een Afrekenbare Stoffenbalans (ASB) voor de melkveehouderij biedt, op termijn, opties om te kunnen sturen op de dagelijkse bedrijfsvoering. Zoals de samenstelling van het veevoer, beweiden en het beheer van grasland. Voor het kunnen sturen op grotere opgaven, bijvoorbeeld het soort stal dat de boer bouwt of de hoeveelheid dieren die hij heeft, is een ASB op dit moment niet het geschikte middel.
Dat blijkt uit de verkenning die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft uitgevoerd naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van een ASB. Minister Staghouwer heeft de resultaten hiervan vandaag met de Tweede Kamer gedeeld.
Afrekenbare Stoffenbalans
Er is breed draagvlak, zowel in de politiek als de landbouwsector, om binnen het landbouw- en milieubeleid meer te sturen op doelen en minder op middelen: agrariërs weten vaak zelf het beste hoe ze op hun eigen bedrijf vooraf vastgestelde doelen kunnen halen.
Dit vraagt wel om een methode om ook te kunnen monitoren of doelen daadwerkelijk worden gehaald. Een Afrekenbare Stoffenbalans is veel genoemd en betekent dat wordt gemonitord wat de zogenoemde stofstromen zijn van en naar de boerderij. Stromen naar de boerderij zijn bijvoorbeeld kunstmest en krachtvoer, stromen van de boerderij zijn bijvoorbeeld melk en vlees. Op basis van deze gegevens kan worden bepaald of de boer de milieuprestaties wel of niet haalt en wordt er afgerekend.
Onderzoeken: niet minder regelgeving
De uitgevoerde verkenning betrof in totaal drie onderzoeken en richtte zich op de opgaven mest, stikstof en klimaat voor de melkveehouderij. Een ASB is mogelijk voor lichte regulering, maar niet voor grote opgaven, zoals bijvoorbeeld dure stalaanpassingen of maximaal te houden aantallen dieren. Er lijken mogelijkheden voor lichte regulering in het ammoniak- en/of klimaatbeleid te zijn. Mestwetgeving is voor een belangrijk deel gebaseerd op Europese regels die niet af te schaffen zijn of omgevormd kunnen worden naar een Nederlands systeem. Een ASB zou in dat geval, in het mestbeleid, volgens de onderzoekers niet zorgen voor vermindering van regelgeving of meer ondernemersvrijheid, maar juist bovenop bestaande regelgeving komen en daarmee voor extra administratieve lasten zorgen.
Het ministerie gaat naar aanleiding van de uitkomsten met de landbouwsector in overleg over de resultaten en de vervolgstappen die wel mogelijk zijn. Een belangrijke uitkomst is dat het verbeteren van datakwaliteit zinvol is om een ASB nauwkeuriger en rechtvaardiger te maken. Dit is van extra belang omdat technieken nog onvoldoende ontwikkeld zijn om nauwkeurig genoeg emissies te meten op bedrijfsniveau. De ontwikkeling hiervan is dan ook van groot belang en wordt daarom zeker voortgezet.