Kabinet wil bestaanszekerheid vergroten door beter gebruik van regelingen
Het kabinet wil het mogelijk maken dat UWV, SVB en gemeenten mensen actief gaan wijzen op uitkeringen en voorzieningen waar zij mogelijk recht op hebben. Het kabinet wil zo het gebruik van regelingen bevorderen en de bestaanszekerheid vergroten. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen stellen het wetsvoorstel dat dit regelt vanaf vandaag open voor internetconsultatie.
Veel mensen weten niet dat zij recht hebben op een uitkering, voorziening of andere ondersteuning van de overheid. Of maken om andere redenen geen gebruik van de regelingen die er voor hen zijn. Daardoor komen mensen mogelijk onder het sociaal minimum terecht en neemt het risico op geldzorgen, armoede en schulden toe.
Het kabinet wil dit tegengaan en vindt het belangrijk dat regelingen terecht komen bij de mensen die er recht op hebben. In het wetsvoorstel wordt daarom geregeld dat UWV, SVB en gemeenten persoonlijke gegevens mogen uitwisselen en verwerken om na te gaan of mensen recht hebben op een uitkering of andere ondersteuning. De organisaties kunnen hiervoor eigen gegevens gebruiken en onderling gegevens uitwisselen. Ook kunnen zij gegevens aan andere partijen vragen. Vervolgens mogen zij mensen actief wijzen op hun (mogelijke) recht op een uitkering of ondersteuning.
SVB en UWV hebben bij wijze van proef en via een tijdelijke regeling al gegevens uitgewisseld om zicht te krijgen op mensen die vermoedelijk ten onrechte geen gebruik maken van de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO). Met het wetsvoorstel worden meer van dit soort proactieve initiatieven mogelijk. De uitvoeringsorganisaties kunnen met deze dienstverlening geen uitkering of voorziening toekennen. Daarvoor is nodig dat iemand zelf een aanvraag indient, zoals nu ook het geval is. Zij kunnen wel helpen bij het doen van een aanvraag.
Privacy waarborgen
Hoe de dienstverlening door UWV, SVB en gemeenten eruit gaat zien, wordt vormgegeven in een ministeriële regeling. Daarin komt onder meer te staan welke gegevens de uitvoeringsorganisaties mogen verwerken, hoe dat gebeurt en welke technische en organisatorische maatregelen zij dienen te nemen om de privacy zoveel mogelijk te waarborgen. Het wetsvoorstel bevat een zogenaamde ‘opt-out mogelijkheid’. Dit houdt in dat mensen niet benaderd worden als zij aangeven geen prijs te stellen op de dienstverlening. De gegevens voor proactieve dienstverlening mogen alleen gebruikt worden om mensen gericht te wijzen op ondersteuning en te helpen bij een aanvraag, niet om bijvoorbeeld toezicht te houden of te controleren.