Nieuw Benelux-politieverdrag

Ministeries

Actualisering en verdere verbetering van grensoverschrijdende samenwerking tussen de politiediensten van België, Nederland en Luxemburg. Dat is de kern van het nieuwe Benelux-politieverdrag. Gisteren hebben de ministers Yeşilgöz-Zegerius, Verlinden en Van Quickenborne (België) en Kox (Luxemburg), staatssecretaris De Moor (België) en politiechefs zeven uitvoeringsakkoorden en uitvoeringsafspraken ondertekend waarmee het verdrag op 1 oktober in werking treedt.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Benelux

Aan de inwerkingtreding van dit verdrag is een lange geschiedenis voorafgegaan. Al in 2004 maakten België, Nederland en Luxemburg voor het eerst afspraken over grensoverschrijdende samenwerking tussen de politiediensten. Deze afspraken werden vastgelegd in het Senningen-verdrag, dat in juni 2006 in werking trad. Bij de evaluatie van dit verdrag in 2010 bleek dat het weliswaar een goede basis gaf voor samenwerking, maar dat de eisen van de politiepraktijk en nieuwe EU-wetgeving een verbeterd en uitgebreid verdragskader vroegen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het nieuwe Benelux-politieverdrag, dat in 2018 is ondertekend in Brussel.

Voorhangprocedure

Dat de inwerkingtreding pas nu plaatsvindt heeft te maken met het feit dat na de ondertekening van het verdrag zelf de nationale goedkeuringsprocedures moesten worden doorlopen (afgerond in december 2021) en dat er daarna nog vijf geprioriteerde uitvoeringsovereenkomsten moesten worden vastgesteld. Drie daarvan werden in België en Nederland ook nog voorgelegd aan de autoriteiten voor gegevensbescherming. In Nederland dienden de uitvoeringsovereenkomsten daarnaast in een zogenoemde ‘voorhangprocedure’ te worden voorgelegd aan de Staten-Generaal. Dat is inmiddels voor een aantal uitvoeringsovereenkomsten gebeurd, waarmee de inwerkingtreding op 1 oktober een feit is.

Uniek

Harold Boersen, coördinerend raadadviseur bij het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s, was vanaf het begin bij de onderhandelingen over het verdrag betrokken. “Het is voor het eerst dat we een politieverdrag hebben dat is gebaseerd op het Benelux-Unieverdrag. Dat betekent dat we in het kader van dit verdrag gebruik kunnen maken van de structuur en de voorzieningen van het Unie-verdrag, zoals bijvoorbeeld het Benelux-Gerechtshof.

Veiligheid

“Met het nieuwe verdrag wordt een grote stap gezet in de grensoverschrijdende samenwerking tussen de politiediensten van de drie landen”, vervolgt Boersen. “Belangrijk, want criminelen houden zich niet aan de landsgrenzen, terwijl de politiediensten er juist door beperkt worden. Voortaan zijn er geen geografische obstakels meer om adequaat op te kunnen treden.”

Grensoverschrijdend optreden

Een belangrijke verandering is dat er met het nieuwe verdrag meer mogelijkheden zijn voor de politie om op het grondgebied van een ander verdragsland op te treden. Denk bijvoorbeeld aan grensoverschrijdende achtervolgingen: die zijn straks niet langer onderworpen aan voorwaarden die voor de politie ter plaatse lastig uitvoerbaar zijn. Voortaan kan een Nederlandse agent een gesignaleerd voertuig achtervolgen, op Belgisch grondgebied tot stoppen dwingen en de identiteit van de inzittenden vaststellen.  Een eventueel aangehouden verdachte wordt in dat geval aan de Belgische politie overgedragen. Daarnaast geeft het verdrag mogelijkheden om de beveiliging of begeleiding van personen of goederen op het grondgebied van de andere landen voort te zetten. Zoals de begeleiding van een nucleair transport in de grensstreek of de begeleiding van een gedetineerde die in een van de andere verdragslanden als getuige moet worden gehoord. En dan is er nog de belangrijke mogelijkheid voor de inzet van speciale eenheden van de politie, zoals de DSI (Dienst Speciale Interventies). Voortaan is het in een aantal specifieke situaties mogelijk hen ‘over de grens’ in te zetten.

Bewijsmateriaal en sporen

Het verdrag voorziet ook in een vereenvoudigde procedure voor de dringende afname in een ander Benelux-land van bloed of ander materiaal aan of in het lichaam. Dit kan nodig zijn om sporen of bewijsmateriaal van een strafbaar feit te verkrijgen. Als bijvoorbeeld een bestuurder in Nederland een ongeval veroorzaakt en vervolgens naar een ziekenhuis in België wordt gebracht, mag de Nederlandse politie de Belgische collega’s vragen een bloedtest uit te laten voeren.

Informatie-uitwisseling

Verder biedt het verdrag mogelijkheden voor de politiediensten om eenvoudig informatie uit te wisselen, met inachtneming van het EU-recht. Boersen: “Bijvoorbeeld het raadplegen van elkaars politiedatabanken in de grensstreken of bij gemeenschappelijke controles. Voortaan kunnen daarvoor geautoriseerde politiemedewerkers - onder bepaalde voorwaarden - rechtstreeks inloggen in elkaars systemen. Ook is er nu een regeling voor het delen van referentiegegevens voor toepassing in elkaars ANPR-systemen.”

Gerda van Leeuwen, politiechef van de Eenheid Zeeland West-Brabant en strategisch relatiebeheerder namens de politie voor België (Benelux), is blij met de inwerkingtreding van het Benelux-politieverdrag. “Natuurlijk omdat het voor de politiediensten in de drie landen makkelijker zal worden om informatie uit te wisselen en elkaar bijstand te verlenen als dat nodig is. Vanuit mijn rol als politiechef in de Eenheid Zeeland-West-Brabant, weet ik bovendien als geen ander hoe belangrijk het is om feitelijk met elkaar te kunnen samenwerken in de grensstreek. De in het verdrag geregelde grensoverschrijdende achtervolging en gegevensuitwisseling zullen direct bijdragen aan de bestrijding van criminaliteit in dit gebied.”  

Kennis

Boersen sluit zich daarbij aan en voegt toe hoe belangrijk het is dat politiemedewerkers van de verdragslanden goed op de hoogte zijn van de regels en bevoegdheden van de andere verdragslanden. “Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van een stroomstootwapen: in België gelden daar andere regels voor dan in Nederland. Belangrijk om te weten, want bij een grensoverschrijdende achtervolging gelden altijd de regels van het grondgebied waar de achtervolging daadwerkelijk plaatsvindt. We hebben net – samen met de politie en andere betrokken ministeries- een enorme exercitie afgerond waarbij we de politiebevoegdheden in kaart hebben gebracht voor wat betreft grensoverschrijdende achtervolgingen. De komende periode gaan we daarmee door over de volle breedte van het verdrag.”

Mijlpaal

Naast de nu vastgestelde vijf uitvoeringovereenkomsten kent het verdrag nog vier regelingen die uitgewerkt moeten worden in een uitvoeringsovereenkomst. Boersen: “De ‘hit/no hit-bevraging’ van elkaars politiedatabanken en de raadpleging van elkaars bevolkingsregisters en andere databanken zijn voor de politiepraktijk de belangrijkste. Daar moeten we binnenkort aan beginnen. Dat neemt niet weg dat we met de ondertekening van vandaag een belangrijke mijlpaal hebben behaald. Als we over een jaar kunnen constateren dat we met het nieuwe verdrag het grensoverschrijdende politiewerk hebben kunnen vergemakkelijken, dan hebben we ons doel bereikt. Want daar doen we het uiteindelijk voor!”

Tekst verdrag

De tekst van het nieuwe Benelux-verdrag met een volledig overzicht van de mogelijkheden tot grensoverschrijdende samenwerking vind je op wetten.overheid.nl.

Meer informatie:

Nieuw Benelux-politieverdrag per 1 oktober in werking
Speech minister van Justitie en Veiligheid bij de inwerkingtreding van het Benelux politieverdrag