Prinsjesdag 2023: ministerie van IenW zet onderhoud in de schijnwerpers

De begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) van 2024 staat net als het huishoudpotje van veel mensen thuis in het teken van keuzes maken. Door stijgende prijzen vallen projecten duurder uit en ontstaan er tekorten. Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen zetten daarom, deels noodgedwongen, vooral in op de grote onderhoudsbeurt van onze wegen, spoor, waterwerken en vaarwegen. Zodat iedereen fijn naar werk, vrienden of familie kan; we veilig blijven en onze infrastructuur ook de komende decennia een sterke basis onder de Nederlandse economie blijft.

Focus op onderhoud en renovatie

Op de begroting van 2024 van IenW staat in totaal bijna € 15 miljard. Daarvan gaat bijna € 1,7 miljard naar waterwerken, zoals dijken, stuwen en keringen. Het werk daaraan gaat de komende jaren door, en dat is belangrijk om Nederland veilig te houden in het veranderende klimaat met een stijgende zeespiegel en hevige regenbuien.
Naar het werk aan onze wegen, het spoor en de vaarwegen gaat bijna € 10 miljard. Bijna de helft daarvan gaat naar onderhoud en renovatie: € 4,6 miljard. De komende jaren blijft dit bedrag hoog. Dat is nodig: veel van onze bruggen, viaducten, zowel op het spoor als op de weg, zijn gebouwd in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Die zijn, mede door zwaar en intensief gebruik, toe aan een grote opknapbeurt. In 2024 vindt bijvoorbeeld groot onderhoud plaats aan de Heinenoordtunnel, de IJsselbruggen en het spoor bij Amsterdam, Leeuwarden en Kijfhoek. Minister Harbers maakte eerder al bekend een deel van het budget voor de aanleg van voornamelijk wegen in te zetten voor groot onderhoud.

Minister Harbers: “Door stijgende prijzen in de bouw, stikstofproblematiek en krapte op de arbeidsmarkt kunnen we de komende jaren weinig meer aanleggen. We willen het geld voor deze projecten niet in het spaarvarken laten zitten en geven het uit aan de broodnodige grote onderhoudsbeurt van onze wegen, bruggen en viaducten. We zijn trots op onze wegen en de bruggen die ons waterrijke land goed bereikbaar maken. Goede bereikbaarheid is voor iedere Nederlander belangrijk; het brengt je op je werk en naar school, naar familie, het zorgt dat de pakketbezorger op tijd op de stoep staat en de boodschappen in de supermarkt aankomen. Een goede infrastructuur is een voorwaarde voor de manier waarop we in Nederland leven.”

Tekorten

Net zoals iedereen merkt dat het leven steeds duurder wordt, heeft ook het ministerie van IenW last van stijgende prijzen. Er zijn financiële tekorten ontstaan door stijgende bouwkosten, en er zijn personeelstekorten en stikstofproblemen. Om die drie redenen heeft minister Harbers eerder dit jaar besloten 17 aanlegprojecten tijdelijk op pauze te zetten en het geld en de menskracht die daarmee vrijkwamen in te zetten om de tekorten op te vullen bij onderhouds- en aanlegprojecten die wel door kunnen gaan. Geen makkelijk besluit, want de gepauzeerde projecten blijven van belang voor de bereikbaarheid van Nederland. Als er weer ruimte is, worden de gepauzeerde projecten weer opgestart.

Financiële opgave

Alle ministeries hebben een financiële opgave. IenW heeft tot en met 2036 een opgave van €150 miljoen per jaar op het mobiliteitsfonds. Dat betekent dat IenW in deze periode in totaal bijna € 2 miljard minder kan investeren in wegen, spoor en vaarwegen.

Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen hebben verschillende opties afgewogen om invulling te geven aan deze opgave. Zij willen niet tornen aan beheer- en onderhoudsprojecten, niet aan projecten die (bijna) in uitvoering zijn, niet aan het budget uit het coalitieakkoord om woningbouw bereikbaar te maken en ook niet aan de reservering voor de Lelylijn. Daarom hebben ze uiteindelijk besloten de reservering voor het doortrekken van de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer, beter bekend als het doortrekken van de Noord/Zuidlijn, voorlopig voor een groot deel weg te halen. Aan het project wordt wel doorgewerkt, op weg naar een voorkeursbeslissing in 2025.

Staatssecretaris Heijnen: “In de metropoolregio Amsterdam werken en wonen miljoenen mensen, de wegen en het openbaar vervoer zijn er vaak ontzettend vol. Met het doortrekken van de Noord/Zuidlijn komt er meer ruimte op het spoor, en dat is belangrijk voor het treinverkeer in heel Nederland. Daarom was het een moeilijk besluit om een flink deel van de reservering voor dit project weg te halen. Het project zit nu in de Verkenningsfase en dat betekent dat er de komende jaren nog veel onderzoek nodig is, voordat de schop de grond in kan. Dat gaat door, zonder vertraging.”

Investeren in schone leefomgeving

De komende jaren gaan tal van investeringen door waar dat kan. Dat geldt bijvoorbeeld voor maatregelen om te werken aan een schonere leefomgeving en het klimaat. Minister Harbers trekt € 40 miljoen extra uit om stroompunten voor schepen aan te leggen. Zij kunnen dan, als ze zijn aangelegd, walstroom van de kade gebruiken, in plaats van hun dieselmotor.
Staatssecretaris Heijnen trekt in 2024 bijna € 30 miljoen uit voor meer en slimmere laadpalen, zowel voor vrachtwagens als voor personenauto’s. Voor ondernemers die willen overstappen naar een schone bouwmachine of vrachtwagen haalt zij geld naar voren: € 27 miljoen voor elektrische vrachtwagens en € 6 miljoen voor schone bouwmachines. De subsidieregelingen hiervoor waren afgelopen jaar zo populair, dat tal van goede plannen van Nederlandse ondernemers afgewezen dreigden te worden. Met de extra financiële ruimte komen er nu ruim 750 elektrische vrachtwagens de weg op. Het kabinet helpt de transport- en bouwsector zo letterlijk en figuurlijk vooruit, en het scheelt uitstoot van stikstof en broeikasgassen.

Naast de lucht wil het kabinet ook dat het water schoner wordt. Daarom investeert IenW komend jaar € 211 miljoen in schoon water. Schoon water is belangrijk, zowel voor onze natuur als ons drinkwater. En om de Europese doelen te halen.
De circulaire economie krijgt steeds verder vorm. In 2024 staat er € 82,4 miljoen op de begroting, zodat steeds meer spullen en materialen aan het eind van hun levensduur een nieuwe, nuttige bestemming krijgen. Op weg naar een volledig circulaire economie in 2050.