Aanpak belastingontduiking

Bij belastingontduiking doet iemand expres de belastingaangifte verkeerd of niet volledig. Of betalen mensen of bedrijven expres geen of te weinig belasting. Bijvoorbeeld door verkeerde informatie op te geven om hier voordeel uit te krijgen.

Doel aanpak belastingontduiking

Door belastingontduiking en belastingfraude loopt de Staat jaarlijks vele miljarden euro’s mis. De Staat heeft wettelijk recht op dit geld. Hierdoor kan de Staat dat geld niet gebruiken voor diensten waar de hele samenleving gebruik van maakt. Zoals het onderwijs.

Ook ondermijnt belastingontduiking het rechtvaardigheidsgevoel en de belastingmoraal. Want als niet iedereen zijn aandeel betaalt, beschadigt dit het vertrouwen in het belastingstelsel. Daarom pakt de Rijksoverheid belastingontduiking aan. Het doel van het beleid is om belastingontduiking te voorkomen en te bestraffen. De Belastingdienst, de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD), en het Openbaar Ministerie voeren het beleid uit.

Vormen van belastingontduiking

Belastingontduiking komt voor bij verschillende soorten belasting, bijvoorbeeld bij:

  • Inkomstenbelasting
    Als iemand expres een verkeerde aangifte indient, is er mogelijk ontduiking van inkomstenbelasting. Dit geldt wanneer iemand niet alles vertelt over zijn inkomen of vermogen (bijvoorbeeld zwartsparen). Of als iemand oneerlijk aftrekposten terugvraagt of verhoogt. Bijvoorbeeld een giftenaftrek terwijl er geen gift is gedaan.
  • Vennootschapsbelasting
    Als een bedrijf expres een verkeerde aangifte indient, is er mogelijk ontduiking van vennootschapsbelasting. Dit geldt wanneer het bedrijf oneerlijk zaken terugvraagt, zoals investeringsaftrek. Of als het bedrijf een verkeerd adres opgeeft.
  • Omzetbelasting
    Als een ondernemer oneerlijk geen belasting over de toegevoegde waarde (btw) in rekening brengt. En de te betalen btw niet terugbetaalt (btw-carrouselfraude).
  • Erfbelasting
    Belastingontduiking bij erfbelasting is als de persoon die de erfenis krijgt, die erfenis niet bekendmaakt aan de Belastingdienst.

Maatregelen tegen belastingontduiking

Op de volgende manieren pakt de Rijksoverheid belastingontduiking aan:

  • Er zijn meldpunten om vermoedens van belastingontduiking aan door te geven. Zo kan iedereen contact opnemen met de Belastingtelefoon bij tekens van waarschijnlijke ontduiking.
  • De fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD), de opsporingsdienst van de Belastingdienst, onderzoekt en vecht tegen belastingontduiking. De FIOD doet onder andere onderzoek naar buitenlandse bankrekeningen van inwoners van Nederland. Zo ontdekt de FIOD zwartspaarders met inkomen of vermogen in het buitenland.
  • Bestuurlijke beboeting en vervolging volgens de wet: de Belastingdienst kan een boete geven. In ernstiger gevallen kan het Openbaar Ministerie (OM) tot straf van de rechter overgaan.
  • De Belastingdienst wisselt informatie uit met belastingautoriteiten van andere landen. Daardoor kan de Belastingdienst bijvoorbeeld sneller zwartspaarders opsporen.
  • Een strenge inkeerregeling. Mensen met verzwegen inkomen in box 2 of box 3 van de inkomstenbelasting kunnen dit niet meer boetevrij melden bij de Belastingdienst. Komt de Belastingdienst zelf achter verzwegen inkomen of vermogen? Dan is de boete vaak hoger dan als mensen het vrijwillig melden. Het is dus beter om verzwegen inkomen en vermogen toch nog te melden (inkeren) bij de Belastingdienst. Voor inkomen in box 1 kunnen mensen nog wel boetevrij inkeren binnen 2 jaar na hun verkeerde aangifte.
  • Bekendmaken van vergrijpboetes. De inspecteur kan een dienstverlener die belastingontduiking medepleegt een boete geven. Het gaat hierbij om belastingadviseurs, maar bijvoorbeeld ook notarissen, accountants en advocaten. In ernstige gevallen kan de Belastingdienst zo’n boete openbaar maken. De gegevens blijven 5 jaar op de website van de Belastingdienst staan.