Aanpakken constructies belastingontwijking
Belastingplichtigen maken gebruik van mogelijkheden in de wet om belasting te ontwijken. Zij gebruiken hiervoor bijvoorbeeld verschillen in belastingstelsels van verschillende landen. Ook zijn er belastingplichtigen die in strijd met de wet minder belasting betalen. Bijvoorbeeld door bewust inkomsten niet aan te geven. De Rijksoverheid neemt hier verschillende maatregelen tegen.
Voorkomen misbruik belastingstelsel
De Rijksoverheid neemt verschillende concrete maatregelen om belastingontwijking en belastingontduiking tegen te gaan. Bijvoorbeeld:
- In 2019 ging er via Nederland nog zo'n € 37 miljard aan renten, royalty’s en dividend naar laagbelastende landen. Dat zijn landen die geen of te weinig (minder dan 9%) winstbelasting heffen. Sinds 2021 heft Nederland belasting over betalingen van renten of royalty’s aan een bedrijf binnen hetzelfde concern dat in een laagbelastend land gevestigd is. Het bronbelastingtarief is gelijk aan het hoogste tarief in de vennootschapsbelasting (momenteel 25,8%). Sinds 2024 geldt de bronbelasting ook op dividenden. De stroom aan renten, royalty’s en dividend naar laagbelastende landen is afgenomen tot € 6,5 miljard.
- Met het Multilateraal Instrument (MLI) kan Nederland zonder onderhandelingen het belastingverdrag met een grote groep landen in één keer veranderen. Dit om belastingontwijking tegen te gaan. Nederland is hierin ook strenger dan veel andere landen.
Vergroten transparantie en integriteit
Verder neemt de Rijksoverheid ook verschillende algemene maatregelen om belastingontwijking tegen te gaan. Bijvoorbeeld:
- Nederland heeft een eigen lijst van landen met een lage belasting. Nederland gebruikt deze lijst voor (het toepassen van) verschillende maatregelen. Zoals de bronbelasting op rente en royalty’s.
- Belastingadviseurs, accountants en andere financiële instellingen moeten vanaf 1 januari 2021 potentieel onwenselijke constructies melden bij de Belastingdienst. Deze gegevens worden vervolgens automatisch uitgewisseld tussen de verschillende belastingdiensten in de EU.
- Er komen meer internationale richtlijnen voor het uitwisselen van informatie. Vanaf 1 januari 2023 zijn digitale platformen verplicht informatie over hun verkopers te verstrekken aan een belastingdienst in een EU-lidstaat. De belastingdiensten wisselen deze informatie uit, zodat ze weten welke inkomsten hun inwoners via digitale platformen verdienen. Deze informatie kunnen ze gebruiken bij het heffen van belastingen.
Aanbieders cryptodiensten moeten gegevens van klanten gaan delen met Belastingdienst
Vanaf 1 januari 2026 moeten Nederlandse aanbieders van cryptodiensten gegevens van hun klanten (waar onder burgerservicenummers en woonadressen) en hun cryptotransacties doorgeven aan de Belastingdienst. De Belastingdienst krijgt ook de transacties van Nederlanders bij aanbieders in andere EU-landen. Dat staat in het wetsvoorstel voor implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva die nog moet worden behandeld in de Tweede en Eerste Kamer.
Het wetsvoorstel zet de EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva (ook bekend als DAC8) om in nationale regels. Door het wetsvoorstel krijgt de Belastingdienst transacties met crypto meer in beeld en kan het mensen beter aanpakken die deze belasting ontlopen. Voor bezitters van crypto’s verandert er door de maatregelen uit dit wetsvoorstel niets. Wie crypto’s heeft moet daarover al aangifte doen.
De wet wordt begin 2026 behandeld in de Eerste en Tweede Kamer en moet met terugwerkende kracht ingaan vanaf 1 januari 2026. Aanbieders van cryptodiensten kunnen vanaf 1 januari 2026 beginnen met het opvragen en rapporteren van gegevens.