20 maart Ministerraad

Let op: deze activiteit heeft al plaatsgevonden

Activiteitendata

  • Datum
  • Locatie Den Haag

Minister-president Rutte heeft na afloop van de ministerraad een persconferentie gegeven. De video toont de inleidende verklaring. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.

Minister-president Rutte:

Ja, goedendag. Ik had al even kort aantal van u gezien eerder vandaag in verband met de opvolging van Bruna Bruins door Martin Van Rijn als tijdelijk minister van medische zorg. Dus ik verwijs naar dat eerdere persmoment. Ik ben nogmaals heel blij dat hij ‘ja’ heeft gezegd. En dat hij ook zo snel met volle inzet aan het werk kan en al zijn ervaring kan inzetten, maar ook uiteraard al zeer bekend op het ministerie. Dus dat vraagt ook eigenlijk geen inwerken.

Ik val op één punt in herhaling ten opzichte van gisteren. Ik ga dat toch nog een keer zeggen. Ik zat vanmorgen op de fiets naar het werk en zag toch weer op een paar plekken mensen heel gezellig met elkaar samen. Prima, maar niet met de afstand die noodzakelijk. Het verschil tussen boven op elkaar staan of die anderhalve meter afstand nemen is enorm in het risico dat je het virus verspreidt. En als jonge mensen nou denken die bij elkaar staan te kletsen, leuke tijd hebben: ach, wij zijn jong. Het risico wat wij lopen is wat kleiner. Jij kunt dan nog steeds iemand anders besmetten die wél het risico loopt om daar ernstige effecten van te krijgen. Dus als ik zeg in zo’n tv-toespraak: jongens het is een zaak die we met 17 miljoen mensen doen. Dan is dat niet een lege zin. Dan is dat niet weer een politicus die probeert een soort van eenheid te suggereren. Dan is dat de realiteit. Het is de harde realiteit. Het lukt alleen als we dat ook echt met zijn allen doen. Dat is niet zomaar een zinnetje. Dus ik doe echt nog een keer die oproep. En ik vraag ook aan mensen die het andere mensen zien doen dat ze teveel op elkaar staan:  Zeg daar iets van. Dit is echt belangrijk jongens dat we dat doen. En spreek elkaar erop aan. Ouders met kinderen let daarop. Zag vanmorgen in het parkje een moeder een kindje samen sporten. Keurig afstand houden. Zo moet het. Heel veel andere mensen overigens overwegend zie je gewoon dat het gebeurt op straat. Maar toch ook nog niet. En zeker als het jonge mensen zijn die denken: het zal wel loslopen. Het loopt niet los. Misschien voor jou niet, kans is kleiner dat je er iets ernstigs aan overhoudt. Maar andere mensen kunnen als jij ze besmet er wel iets ernstigs aan overhouden. En dat zorgt er ook voor dat dat virus langer onder ons blijft. Dus houd daarmee op. Het zijn niet zomaar praatjes voor de vaak.

Goed, dan is dit weer een week achter ons en er zullen er echt nog wel paar volgen waarin we van elkaar heel veel vragen. Een week ook die voor heel mensen natuurlijk een enorme impact heeft. En dat geldt natuurlijk in het bijzonder voor de mensen die vreselijk hard aan het werk zijn. De mensen in de gezondheidszorg en de artsen en de verpleegkundigen. Maar ook het ondersteunend personeel in de gezondheidszorg is daar natuurlijk vreselijk hard mee bezig. Ik heb gisteren een klein werkbezoekje gebracht aan een aantal van hen die bezig zijn met patiëntenvervoer, die bezig zijn met schoonmaken van kamers. Die bezig zijn met het schoonhouden van het ziekenhuis. Die zorgen dat de kleren worden gewassen. Die mensen die worden weleens vergeten omdat we dan kijken naar de verpleegkundigen en de artsen. Maar wat daar achter zit aan mensen die juist zorgen dat de basis op orde is, die zijn ook ontzettend belangrijk. En ik heb hen gisteren ons allemaal verteld hoezeer wij dat als Nederland waarderen. Wat ook zij doen, wat minder zichtbaar. Maar wel heel belangrijk in deze strijd. Dat geldt ook voor de groep die iets zichtbaarder werd toen mijn opmerkingen over het WC papier, de vakkenvullers. Ook zij belangrijk, überhaupt die hele voedselvoorziening ontzettend belangrijk. En jongens, en daar zal ik dan nu over ophouden hoop ik. En ik ga dat ook nog een keer zeggen: het is echt achterlijk als je nu gaat hamsteren. Het is gewoon niet nodig. En het leidt tot allemaal extra oplopen in die supermarkten. Dat mensen onnodig op elkaar staan. Vakkenvullers hun werk niet kunnen doen. Het is niet nodig. Het is een soort massapsychologie of hysterie dat sommige mensen dat gaan doen. Er is geen enkele aanleiding om te gaan hamsteren. Er is eten zat. En ook alle andere dingen die ik gisteren al noemde.

Als kabinet proberen we natuurlijk ervoor te zorgen dat we samen met alle mensen die daar hard aan werken de zaak in goede banen leiden. Voorop staat de volksgezondheid. En dan is het dus: ik heb dat gezegd van de week in het Kamerdebat: ervoor zorgen dat de zorg het aankan. En dat je tegelijkertijd de maatregelen neemt om de mensen met een wat kwetsbaardere gezondheid, de mensen die wat ouder zijn, dat je die zo goed mogelijk beschermt. En de maatregelen die we gisteren in het persmoment ’s avonds hebben afgekondigd over het sluiten van de verpleeghuizen en de kleinschalige woonvormen, ik realiseer me dat voor heel veel mensen echt ingrijpend is. Maar het is nodig omdat die groep extra kwetsbaar is en extra gevoelig is voor een situatie als dingen niet goed gaan. Als zij besmet raken heeft dat voor een veel groter percentage echt verregaande gevolgen. Ook weer hoe zij anderen kunnen besmetten. Dus het is een hard besluit. En we zouden het niet genomen hebben als het niet absoluut noodzakelijk was. Dat besluit is echt nodig. Ik vraag daar begrip voor.

Dan is er van de week natuurlijk ook een economisch pakket, het noodpakket gepresenteerd omdat de gevolgen gewoon in de economie voor ontzettend veel mensen op dit moment, die zijn enorm. Bedrijven en hun werknemers. We zijn er … we proberen er alles aan te doen om die schade zoveel mogelijk te beperken. Ik ben blij met hoe dat pakket ontvangen is. Ik hoor van heel veel ondernemers die zeggen: oké, ik hoef nu niet mijn personeel te ontslaan. Ik ga dit even aanzien nu. Dit geeft me net even wat lucht om door te gaan. Ik zeg er wel bij: het is heel omvangrijk, maar de uitvoering is ook heel complex. We doen dat zo simpel mogelijk en zo snel mogelijk via de bestaande loketten. Dat kan net even langer duren dan je wilt. Maar het geld is er en de regelingen zijn we en we gaan dat allemaal proberen in goede banen te leiden.

Dan over de grens: het is belangrijk dat we erin slagen zo lang mogelijk en als het kan helemaal die grens open te houden met Duitsland en België omdat over die grens goederen gaan. En die goederen heb je ook weer nodig bijvoorbeeld voor medicijnen en voor andere medische zaken. Maar ook omdat er heel veel grenswerkers zijn die vanuit Duitsland en Nederland werken. Vanuit België en Nederland of omgekeerd. Maar wat ik me dan weer ontzettend verbaasd dat er Nederlanders zijn die het dan in hun hoofd halen om over de grens te gaan tanken. Omdat het daar net iets goedkoper is, neem ik aan dat dan de reden is. Of die over de grens uitjes gaan doen. Doe dat nou niet! We hebben niet voor niks dat oranje reisadvies afgegeven. Dat is niet alleen dat je het risico loopt als je verder weg gaat niet terug te keren, maar omdat het überhaupt nu even sociaal is even hier te blijven en niet de grenzen over te gaan als dat niet nodig is. Die verpleegkundige die woont in Zeeuws-Vlaanderen of in Brabant en werkt in België of die mevrouw uit Vlaanderen of die meneer uit Vlaanderen die werkt in Brabant of in Limburg of naar Duitsland, ja die moeten de grens over kunnen. Daarom moeten de grenzen open blijven. Maar ik doe hier echt een oproep op iedereen: niet voor dagtripjes en uitjes de grens over gaan jongens. Het is geen business as usual, echt niet. En die paar mensen die dat nog niet door hebben, ik hoop dat ze dan dat nu heel snel door krijgen.

Dan wil ik ook iets zeggen over de scholen omdat ik me realiseer dat  het voor hen ontzettend ingewikkeld is op dit moment. Zij zorgen op een fantastische manier nu waar dat kan voor opvang van kinderen van ouders in sectoren waarvan het heel belangrijk is dat die sectoren goed aan het werk blijven, dat die ouders kunnen blijven werken en dus niet dan op de kindjes hoeven te passen. Daar wordt heel veel werk aan verricht. Maar er wordt ook heel veel werk verricht om ervoor te zorgen dat dat onderwijs op afstand ook echt kan plaatsvinden in deze uitzonderlijke situatie. Er gaat vandaag ook een brief over uit nog van Arie Slob, de minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs, naar de Kamer, waar hij ingaat op de toegankelijkheid van het onderwijs voor iedereen en ook de ondersteuning die daarbij wordt geboden voor kwetsbare groepen. Dus kijk ook nog even, wil ik u vragen, naar die brief die later vanmiddag komt.

We zijn ook bezig om, dat heeft u eerder deze week gehoord, die schoolexamens waar dat kan zo goed mogelijk in goede banen te leiden. En ook in het hoger onderwijs te kijken hoe je om kunt gaan met problemen die daar zijn. En er wordt volop geïmproviseerd, heel professioneel wordt dat opgepakt door het onderwijs. En ik wil dat echt even benoemen omdat het een sector is waar heel veel mensen werken, die heel belangrijk is om ervoor te zorgen dat die kinderen en die jongeren dadelijk goed beslagen ten ijs in onze samenleving komen, maar nu wel ook door deze crisis ongelofelijk hard geraakt worden. En dat wil ik eigenlijk zeggen tegen iedereen. Nederland laat zich echt, ik heb net een paar kritische dingen gezegd, maar overwegend laat Nederland zich op zit moment van zijn beste kant zien. Mensen houden zich overwegend aan de instructies over afstand houden, handen wassen, geen handen schudden, in je mouw niezen, gebruik papieren zakdoekjes, mijdt grote groepen, ga niet onnodig bij elkaar plakken, op elkaars neus zitten. Doe dat überhaupt niet, zorg altijd voor die anderhalve meter afstand, dat is ook heel belangrijk. Je ziet eigenlijk overwegend dat Nederland dat goed doet. We gaan ook proberen zo snel mogelijk via radio en televisie en alle mogelijke manieren daar verder voorlichting over te geven. Maar het allerbelangrijkste wat we hebben, en daar begin ik en daar eindig ik maar even met wat ik aan het begin zei is die zin van: we doen het met 17 miljoen mensen, is niet zo’n politicus-zinnetje. Het is helaas bittere realiteit dat het alleen lukt als we het met zijn allen doen. En daar hoort ook bij elkaar aanspreken op gedrag. Als je het anderen ziet doen, elkaar aanspreken op gedrag. En nogmaals: bewondering voor het improvisatievermogen van Nederland. Bewondering hoe wij het gemiddeld genomen met elkaar oppakken. Dank u wel.