Vergunningverlening projecten komt weer op gang

De vergunningverlening voor projecten die door de stikstofuitspraak tijdelijk stil liggen, komt in etappes weer op gang. Zo komt onder meer komende maandag 16 september de nieuwe versie van de zogenoemde AERIUS Calculator beschikbaar, een rekentool waarmee de stikstofdepositie op een natuurgebied van een nieuw of uitbreidingsproject kan worden berekend. Met behulp van deze calculator kan voor activiteiten die de natuur niet raken weer een vergunning worden aangevraagd.

Dat schrijft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer over de stand van zaken na de uitspraak van de Raad van State eind mei. In deze uitspraak werd een streep gezet door het Programma Aanpak Stikstof (PAS). In de brief staat ook een inventarisatie van projecten, die mogelijk in meer of mindere mate door de PAS-uitspraak worden geraakt. Volgens de laatste stand van zaken betreft dit ruim 100 projecten waarvoor het Rijk initiatiefnemer is en ruim 18.000 projecten waarvoor provincies, gemeenten en waterschappen het bevoegd gezag zijn. In de brief benadrukt minister Schouten dat niet alle projecten op de lijst daadwerkelijk gevolgen ondervinden van de PAS-uitspraak.

Minister Schouten: “De uitspraak van de Raad van State laat zien dat er voor het herstel van onze natuur nog flinke stappen nodig zijn. De totale stikstofdepositie moet blijvend worden verlaagd. Makkelijke oplossingen hiervoor zijn er niet – we staan voor fundamentele keuzes waarbij alles op tafel ligt. Dit kabinet werkt samen met de bestuurlijke partners aan een goede balans tussen economische ontwikkeling en een sterke natuur.”

AERIUS Calculator beschikbaar

De nieuwe AERIUS Calculator is een eerste stap om de vergunningverlening te hervatten. Initiatiefnemers kunnen vanaf maandag met behulp van deze nieuwe tool berekeningen uitvoeren. Als er geen of minder depositie is, kunnen ze weer in aanmerking komen voor een vergunning.

Mogelijkheden om vergunningverlening te hervatten

Het kabinet en medeoverheden maken over de voorwaarden waaronder intern salderen mogelijk wordt nog nadere afspraken als het Adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van Johan Remkes zijn advies heeft uitgebracht. Intern salderen is het treffen van maatregelen binnen een project zodat in de nieuwe situatie geen of minder stikstof wordt uitgestoten dan in de huidige situatie.

Het adviescollege is op verzoek van de Tweede Kamer gevraagd te adviseren over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder op korte termijn toestemming kan worden verleend voor activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken in Natura 2000-gebieden. Dit advies wordt in de week van maandag 23 september verwacht.

Mede op basis van de aanbevelingen van het adviescollege, nemen het kabinet en de medeoverheden ook een standpunt in over andere mogelijkheden om de vergunningverlening te hervatten. Dat zijn de zogenoemde ADC-toets en extern salderen. De bevoegde gezagen verlenen op dit moment geen toestemming voor nieuwe plannen en projecten op grond van deze mogelijkheden. Voor een ADC-toetst geldt dat alleen toestemming kan worden verleend als alternatieven (A) ontbreken, sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang (D) en compenserende (C) maatregelen worden getroffen. Extern salderen houdt in dat een (nieuw) project dat leidt tot meer stikstofuitstoot toch in aanmerking komt voor een vergunning, mits dit effect door maatregelen teniet wordt gedaan, bijvoorbeeld als een bedrijf in de buurt stopt of wordt uitgekocht.

Bronmaatregelen nodig, geen taboes

In de brief schrijft minister Schouten dat het kabinet zich ervan bewust is dat bronmaatregelen, die de uitstoot van stikstof direct verlagen, nodig zijn om emissies terug te dringen om zo naast versterking van de natuur ook ruimte te creëren voor nieuwe projecten. Met de bestuurlijke partners wil het kabinet zorgvuldig de juiste keuzes maken – taboes zijn er niet. Wel wil het kabinet inzetten op het doorgaan van projecten die op de lange termijn een gunstig effect hebben op het verminderen van de stikstofdepositie, zoals de bouw van windmolens en het energieneutraal maken van woonwijken, ondanks dat er op de korte termijn tijdens de aanleg/bouw een kleine, tijdelijke uitstoot van stikstof is.