Nederland gaat Verdrag van Faro ondertekenen

Staatssecretaris Uslu zal het Verdrag van Faro ondertekenen. Daarmee committeert Nederland zich aan de afspraken in het verdrag over de maatschappelijke waarde van cultureel erfgoed. Het verdrag is opgesteld door de Raad van Europa en benadrukt een perspectief op erfgoed waarin mensen en hún relatie met erfgoed centraal staan. Dit als aanvulling op de investering die veel Europese landen – net als Nederland – de afgelopen decennia deden in het erfgoed zelf en de kwaliteit van erfgoedzorg. Voor de uitvoering is € 6 miljoen beschikbaar.

De ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken starten het traject van ondertekening en ratificatie. Nederland verbindt zich hiermee aan de uitgangspunten van het Verdrag van Faro en de doorwerking daarvan in het Nederlands erfgoedbeleid. Het verdrag is in 2005 opgesteld door de Raad van Europa. Sinds 1 juni 2011 is het van kracht en op dit moment zijn 24 staten partij.

Uitvoeringsprogramma Verdrag van Faro

Er is € 6 miljoen beschikbaar voor de periode 2023-2025 om het Verdrag van Faro samen met de erfgoedsector onderdeel te maken van de erfgoedpraktijk. Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed komt er een uitvoeringsprogramma Faro om de uitgangspunten van het verdrag samen met het erfgoedveld te vertalen naar de praktijk. Eerder is al met verschillende partners en belanghebbenden verkend wat de betekenis is van het verdrag voor Nederland en hoe zij dit kunnen verankeren in de erfgoedzorg. Denk aan meer aandacht voor participatie in het onderwijs van nieuwe erfgoedzorgers, meer ruimte voor burgerinitiatief of aan sterkere verbindingen tussen erfgoed en sociaalmaatschappelijke doelen.

Na ondertekening van het verdrag legt staatssecretaris Uslu het voor aan het parlement. Als beide kamers het verdrag goedkeuren, kan het in werking treden.  

Meer informatie, waaronder de Nederlandse tekst van het Verdrag van Faro, is te vinden op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed