Gemeentenieuws van SZW 2023-3

Bericht aan Burgemeester en Wethouders en andere belangstellenden. De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vragen uw aandacht voor het onderstaande bericht van het Ministerie van SZW.

Update wetsvoorstel Eenmalige energietoeslag 2023

Het wetsvoorstel Energietoeslag 2023 van de Minister voor APP is op 3 juli jl. door het Kabinet van de Koning aangeboden aan de Tweede Kamer. De energietoeslag 2023 is, net als in 2022, bedoeld voor huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum om hen te helpen de hogere energiekosten te betalen. Omdat de regering ziet dat ook studenten met hogere energiekosten worden geconfronteerd en dat er studenten zijn die daardoor mogelijk in financiële problemen komen is er in het wetsvoorstel ook een regeling opgenomen voor studenten. Zij ontvangen een eenmalige tegemoetkoming van € 400 via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit geldt voor studenten die aanspraak maken op zowel een uitwonende basisbeurs als ook een aanvullende beurs. Het wetsvoorstel en de Memorie van Toelichting zijn openbaar. Na behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede en Eerste Kamer en de inwerkingtreding van de wet, kunnen mensen de energietoeslag aanvragen en kunnen gemeenten deze uitkeren. Het is aan de Kamers om te bepalen wanneer zij het wetsvoorstel behandelen.

Verdeling financiële middelen eenmalige energietoeslag 2023

Het kabinet stelt voor de energietoeslag 2023 1.400 miljoen euro beschikbaar. Hiervan is 500 miljoen euro al bij de decembercirculaire 2022 toegekend aan gemeenten. De overige 900 miljoen euro zal verdeeld worden nadat het wetsvoorstel voor de energietoeslag 2023 is goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.

Ten aanzien van het budget en de verdeling van de energietoeslag 2023 is een aantal bestuurlijke afspraken gemaakt.

  1. Er komt een aangepaste verdeelsystematiek voor het jaar 2023
  2. Er vindt een verdeelherstelactie plaats ten aanzien van 2022
  3. Er wordt een vangnetconstructie ingericht voor 2023.

Aangepaste verdeelsystematiek

De financiële middelen voor de energietoeslag 2023 worden zo passend mogelijk verdeeld over gemeenten. Geconstateerd is dat de verdeling van de middelen voor de energietoeslag in 2022 (via de algemene uitkering - verdeelmodel cluster minimabeleid) niet geheel aansluit bij de kosten van gemeenten. De verdeling van de middelen voor 2023 wordt dan ook aangepast. De middelen zullen via een decentralisatie-uitkering worden verdeeld. Net als bij een verdeling via de algemene uitkering behouden gemeenten hiermee hun beleidsvrijheid.

Voor de verdeelsystematiek wordt gebruik gemaakt van de CBS-statistiek ‘Huishoudens met langdurig laag inkomen < 120% sociaal minimum’. Er wordt gewerkt met een driejaarsgemiddelde (2019-2021). VNG, Divosa en SZW zijn gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat deze verdeelsystematiek het meest passend is, en goed aansluit bij de te verwachten kosten van gemeenten.

Meewegen 500 miljoen euro

Om het totaal aan beschikbaar gesteld budget (1.400 miljoen euro) voor de energietoeslag 2023 passend te verdelen, is besloten om de reeds uitgekeerde 500 miljoen euro mee te wegen in de verdeling van de nog te verdelen 900 miljoen euro aan energietoeslag 2023. Het totaalbudget aan energietoeslag 2023 dat een gemeente ontvangt, sluit daarmee aan bij de nieuwe verdeelsystematiek. Hierdoor wordt voorkomen dat een groot deel van de gemeenten mogelijk nog te weinig budget ontvangt, omdat zij nadeel hadden van de verdeling via de algemene uitkering.

Verdeelherstelactie 2022

Zoals hierboven is vermeld, sloot de verdeling van de middelen voor de energietoeslag 2022 niet geheel aan bij de kosten van gemeenten. SZW, Divosa en VNG hebben gezocht naar een oplossing voor gemeenten die in 2022 nadeel hadden van de verdeelsystematiek. Gezamenlijk is besloten om een verdeelherstelactie uit te voeren. Gemeenten die in 2022 minder budget hebben ontvangen dan zij nodig hadden om 90% van de verwachte doelgroep te bereiken, ontvangen compensatie. Om 90% bereik vast te stellen, is gebruik gemaakt van de CBS-statistiek ‘Huishoudens met een langdurig laag inkomen < 120% sociaal minimum’. Deze statistiek vormt ook de basis voor de verdeelsystematiek 2023. In de berekening van de hoogte van de compensatie is rekening gehouden met 8% uitvoeringskosten. Het gaat dus niet om compensatie van het feitelijke tekort maar van een verwacht tekort.

Het gaat om 119 gemeenten die als gevolg van deze verdeelherstelactie compensatie ontvangen. Het budget dat zij voor de energietoeslag 2022 hebben ontvangen, wordt opgehoogd tot een budget waarmee zij 90% bereik hadden kunnen realiseren. In totaal is zo’n 15,5 miljoen euro nodig voor deze verdeelherstelactie. Dit wordt vanuit het resterende budget voor de energietoeslag 2023 gefinancierd en meegenomen in de decentralisatie-uitkering. Dit wordt binnen de decentralisatie-uitkering apart inzichtelijk gemaakt.

Vangnetconstructie 2023

Met de aangepaste verdeelsystematiek voor het jaar 2023, zal het budget voor de energietoeslag 2023 passender worden verdeeld over gemeenten. Desondanks kan op gemeenteniveau verschil ontstaan tussen de gebruikte verdeelstatistiek en het werkelijke bereik. Om een oplossing te bieden voor te grote afwijkingen (ten nadele van gemeenten), is vanuit het budget voor de energietoeslag 2023 32,5 miljoen euro gereserveerd.

Hiermee kunnen gemeenten die een hoger bereik realiseren dan waarvoor zij budget hebben ontvangen, gecompenseerd worden. In de vangnetconstructie wordt uitgegaan van een bereik van het aantal huishoudens met een inkomen tot 120% sociaal minimum.

De uitgangspunten die ten behoeve van de vangnetconstructie zijn afgesproken, betreffen:

  • Drempel = 2% hoger bereik of +150.000 euro. De drempel (% of €) welke als eerste overschreden wordt geldt.  
  • Geen eigen risico - na overschrijding van de drempelwaarde wordt het volledige tekort vergoed.
  • Er geldt een standaardopslag van 5% uitvoeringskosten.
  • Bij overschrijding van het gereserveerde budget, ontvangen gemeenten naar rato compensatie.
  • Overgebleven middelen van het gereserveerde budget worden over alle gemeente verdeeld o.b.v. de verdeelsystematiek van de energietoeslag 2023.

Subsidieregeling voor isolatie in relatie tot de Participatiewet

Onlangs bereikten het ministerie meerdere vragen over de subsidieregeling voor de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen. De vragen en antwoorden hierop zijn hieronder opgenomen.

Is isolatiesubsidie wel of geen middel in de zin van de Participatiewet?
Een eventuele subsidie aan een bijstandsgerechtigde ter isolatie van zijn woning is een vergoeding die wordt ontvangen om te voorzien in kosten die niet behoren tot de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan. Het gaat in die zin om vergoedingen die op basis van artikel 32, tweede lid, onder f, van de Participatie niet tot de middelen moeten worden gerekend.

Gemeenten moeten het bedrag dat iemand aan isolatiesubsidie ontvangt dus vrijlaten.


Is het stellen van inkomensgrenzen voor isolatiesubsidie door gemeenten ongeoorloofde inkomenspolitiek?
In de toelichting bij de Regeling is aangegeven dat gemeenten de via de regeling beschikbaar gestelde middelen specifiek kunnen inzetten voor bepaalde groepen die de middelen het hardst nodig hebben.

Hieruit volgt dat gemeenten die inkomensgrenzen vaststellen voor het verkrijgen van isolatiesubsidie, waardoor mensen met hogere inkomens niet in aanmerking komen, daarmee nog geen ongeoorloofd inkomensbeleid of inkomenspolitiek bedrijven. Vanuit dit perspectief zijn er geen belemmeringen om als gemeente hier criteria voor te stellen.

Het is de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente om de eigen doelstellingen en voorwaarden in de subsidieverordeningen te regelen in lijn met geldende wettelijke voorschriften.

Drie extra vermogensuitzonderingen in Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ

Het kabinet heeft in de ministerraad van 26 mei 2023 besloten om een aantal schadevergoedingen/tegemoetkomingen toe te voegen als zogenaamde vermogensvrijlating aan relevante regelingen ten aanzien van toeslagen en uitkeringen. Zo acht het kabinet het onwenselijk dat deze betalingen van invloed zijn op het recht op algemene bijstand. In deze gevallen is de maatschappelijke betekenis en impact van financiële bijdragen groter dan de wens om deze bij het toepassen van de vermogenstoets mee te laten tellen bij het vaststellen van het recht op een uitkering. Het gaat om de volgende vergoedingen:

  • schadevergoeding voor de overlevenden en nabestaanden van het schietincident in Alphen aan den Rijn in 2011;
  • schadevergoeding voor de nabestaanden van de vliegramp met de MH-17 naar aanleiding van de uitspraak en veroordeling van verdachten in het proces;
  • de eenmalige uitkering voor zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen roept gemeenten op om op grond van de Participatiewet het geld dat wordt ontvangen uit hoofde van een van bovenstaande vergoedingen niet aan te merken als middel. Deze vrijlatingen worden per 1 augustus 2023 opgenomen in artikel 7, onderdeel x, y en z, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Aanvullende middelen voor gemeenten in meicirculaire 2023

Het Rijk stelt in de meicirculaire van 2023 middelen beschikbaar voor gemeenten voor flankerend beleid in het kader van de energiecrisis en vanuit de Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden. De middelen voor het bestrijden van de energiecrisis (incidenteel €50 miljoen via het gemeentefonds) zijn bedoeld voor de verwachte extra inzet die nodig zal zijn op het gebied van vroegsignalering en om gemeenten tegemoet te komen in het verwachte extra beroep op bijzondere bijstand. De middelen die vanuit de Aanpak beschikbaar worden gesteld (structureel €40 miljoen via het gemeentefonds; uiteraard afhankelijk van besluitvorming door de Kamer) zijn bedoeld als investering in betere dienstverlening door gemeenten op het gebied van armoede en schulden. De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen roept gemeenten op deze middelen in te zetten voor de prioriteiten in de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden, zoals het verdubbelen van het gebruik van de schuldhulpverlening en het tegengaan van kinderarmoede. Overigens gaat het ministerie van SZW nader in gesprek met VNG en Divosa om gezamenlijk in beeld te brengen wat wij met de extra middelen willen bereiken, zodat een goede evaluatie mogelijk is. 

Nieuw: Van dagbesteding naar (beschut) werk: Keuzehulp Simpel Switchen

Simpel switchen in de participatieketen is een programma van SZW, VWS, Divosa en andere partners in de uitvoering. Het programma richt zich op het versoepelen van overgangen voor mensen tussen uitkering en werk en tussen dagbesteding – beschut werk – banenafspraak – regulier werk (heen-en-weer). We kijken altijd waar processen in de uitvoeringspraktijk kunnen worden verbeterd en, aanvullend, of aanpassing van wet- en regelgeving nodig is om drempels in de overgangen te verlagen en het voor mensen makkelijker te maken mee te doen op de best passende plek. Vanuit dit programma is de Keuzehulp Simpel Switchen ontwikkeld in opdracht van het ministerie van SZW en Divosa.

Veel professionals in de uitvoering willen Simpel Switchen in de dagelijkse praktijk implementeren. Zij willen het voor mensen makkelijker maken om bijvoorbeeld de stap te zetten van dagbesteding naar (beschut) werk. De wet- en regelgeving waar professionals mee te maken hebben als zij mensen een stap willen laten zetten is complex. Voor mensen die een stap willen zetten brengt deze complexiteit vaak onzekerheden met zich mee. De online Keuzehulp Simpel Switchen geeft professionals toegankelijke informatie over de belangrijkste wetten rondom Simpel Switchen, de instrumenten die professionals kunnen inzetten en de belangrijkste spelers. Daarnaast helpt de Keuzehulp mensen die een stap overwegen bij het maken van hun keuze door argumenten voor en tegen een switch te beschrijven. De Keuzehulp is dus zowel bedoeld voor professionals in het sociaal domein als voor mensen die zelf een stap willen zetten.

Aan het ontwikkelen van de Keuzehulp werkten deskundigen van VWS en SZW, professionals in de uitvoering van o.a. gemeenten, UWV, en zorginstellingen en ervaringsdeskundigen mee. Bekijk de keuzehulp.

De Keuzehulp beweegt mee met wijzigingen in wet- en regelgeving. Bij vragen of opmerkingen over de Keuzehulp kunt u contact opnemen met info@simpel-switchen.nl.

Ondersteunend budget aan gemeenten voor taalonderwijs aan vluchtelingen uit Oekraïne

Ontheemden uit Oekraïne die in Nederland verblijven hebben nu beperkte ondersteuning om de Nederlandse taal op vrijwillige basis te leren. Via verschillende kanalen, zoals focusgroepen, geven Oekraïense ontheemden echter aan wel behoefte te hebben aan het leren van de Nederlandse taal. Taal is namelijk één van de sleutels om (passend) werk te vinden en mee te doen in de samenleving.

Het Ministerie van SZW vindt het belangrijk om de arbeidsparticipatie onder deze groep te stimuleren, het voor ontheemden uit Oekraïne mogelijk te maken om werk te doen dat past bij hun vaardigheden en opleiding en het meedoen in de Nederlandse samenleving te vergemakkelijken. Gezien het belang van het leren van de Nederlandse taal daarbij, stelt het ministerie van SZW eenmalig 15 miljoen euro beschikbaar voor 2023 via een decentralisatie-uitkering. Dit budget dient als aanvulling op bestaande gelden die gemeenten hebben voor (taal)onderwijs voor volwassenen.

Met deze extra middelen (naast WEB-gelden en overige middelen) wil het ministerie van SZW gemeenten ondersteunen in het aanbieden van taalonderwijs aan volwassen Oekraïense ontheemden. De gemeenten hebben beleidsvrijheid om te bepalen of zij taalonderwijs in klassikaal verband willen aanbieden of in een andere vorm, bijvoorbeeld via taalcoaches, taalbuddies of een digitaal aanbod.

Het Rijk stelt de middelen via het gemeentefonds aan de gemeenten ter beschikking. De verdeling van deze middelen is gebaseerd op de spreiding van Oekraïense ontheemden over Nederland en is opgenomen in de reeds verschenen meicirculaire.