Beeld: ©Edwin Walvisch

Nieuwsbrief Inburgering nr 34

Beste abonnee,

De Tweede Kamer en het demissionaire kabinet zijn met zomerreces. Dat betekent dat deze nieuwsbrief een pauze inlast deze zomer. In september zijn we er weer. Wij wensen u een goede zomer en voor zover van toepassing een prettige vakantie.

Met vriendelijke groeten,

De redactie van Nieuwsbrief Inburgering

Uitvoeringsbrief inburgering naar Tweede Kamer

Minister Karien van Gennip van SZW beschrijft de voortgang in de uitvoering van de Wet inburgering 2021 (Wi2021) in een brief aan de Tweede Kamer. Zo blijken meer inburgeringsplichtigen tijdig met de inburgering te beginnen.

Het inburgeringsstelsel is gestoeld op verschillende beleidsprincipes, waarbij de minister vooral inzet op dualiteit (taal en werk) en tijdigheid. Met tijdigheid wordt bedoeld dat een inburgeringsplichtige snel kan starten met inburgering en participatie. Vorig jaar was dat onvoldoende het geval. In december schreef de  minister nog aan de Tweede Kamer dat minder inburgeringsplichtigen waren voorzien van een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie dan was verwacht. Inmiddels is dat aantal aardig gestegen. Van Gennip ziet graag een verdere versnelling en is daarover in gesprek met gemeenten en ketenpartners.

Daarnaast zet SZW in op een vroege start waarbij statushouders al beginnen met hun inburgering als ze nog een asielzoekerscentrum (azc) verblijven. Er zijn gemeenten die al in het azc beginnen met de brede intake. Ze wachten niet totdat de inburgeringsplichtigen zijn gehuisvest in hun gemeente. De minister ziet graag dat alle gemeenten dit voorbeeld volgen en bekijkt de mogelijkheden daartoe samen met de VNG, het COA en gemeenten.

Verbeteracties
Verschillende verbeteracties van onderdelen van de inburgeringswet lijken effect te hebben. Zo zijn er aanpassingen gedaan aan de leerbaarheidstoets, een belangrijk instrument om de leerroute van de inburgeraar te bepalen. De eerste cijfers wijzen erop dat de toets nu vaker aangeeft dat de B1-route haalbaar is. Die uitslag past beter bij het beeld dat gemeenten van inburgeraars hebben. Voor de aanpak van het tekort aan NT2-docenten zijn onder meer de kwalificatie-eisen voor docenten verruimd. Taalscholen mogen nu ook docenten die nog de NT2-opleiding volgen bestempelen als gekwalificeerd. Meer taalscholen blijken dat ook te doen.

Hogere instroom
Op termijn wordt voorzien dat de hogere instroom van asielzoekers in Nederland leidt tot meer druk op het inburgeringsstelsel. Het vraagt om flexibiliteit om tijdige ondersteuning aan inburgeraars mogelijk te houden en werk naast de inburgeringsvereisten mogelijk te maken, schrijft de minister. SZW bekijkt samen met de partijen in de uitvoering, zoals gemeenten, taalaanbieders, het COA en DUO, hoe het stelsel dit kan opvangen.

Meer informatie vindt u in de Kamerbrief.

Onderzoek Wet inburgering 2013 en lerend stelsel

In de uitvoeringsbrief inburgering aan de Tweede Kamer bespreekt minister Karien van Gennip van SZW een veelvoud aan onderwerpen.  Voortgang van de Wet inburgering 2013 (Wi2013) en het lerend stelsel onder de Wet inburgering 2021 (Wi2021) zijn enkele thema’s die aan bod komen.

Er zijn nog ongeveer 50.000 personen die onder de Wi2013 hun inburgeringsplicht moeten vervullen, maar nog niet klaar zijn met het inburgeringstraject. Een deel daarvan is al langer geleden inburgeringsplichtig is geworden. In opdracht van SZW heeft het Verwey-Jonker Instituut een onderzoek gedaan naar niet-ingeburgerden die zijn ingestroomd in de jaren 2013 t/m 2016. Het betreft circa 2900 personen. Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de groep een lage leerbaarheid heeft en daardoor veel moeite heeft om de examens te halen. Daarnaast ervaren veel inburgeraars problemen bij het aanvragen van een ontheffing.

De onderzoekers doen verschillende suggesties om deze inburgeraars te ondersteunen zodat ze (sneller) aan hun inburgeringsplicht kunnen voldoen. De minister wijst op verschillende maatregelen die al zijn genomen om deze groep te ondersteunen. Een voorbeeld is de verlaging van het aantal examenpogingen om een ontheffing te kunnen krijgen. Van Gennip brengt de aanbevelingen uit het rapport onder de aandacht bij gemeenten.

Gemeentenetwerk
Het inburgeringsstelsel onder de Wi2021 is ingericht als een lerend stelsel. Daarvoor is onder meer een overlegstructuur ingericht voor SZW en partijen in de uitvoering. Ook is er een platform voor inburgeraars. SZW bouwt nu samen met de VNG en Divosa een gemeente-netwerk op. Beleidsmedewerkers inburgering van gemeenten van verschillende omvang en verspreid over het land en van SZW nemen daarin zitting. De leden van het netwerk komen een aantal keren per jaar bijeen om feedback te geven op de werking van het stelsel en mee te denken over mogelijke oplossingen voor knelpunten. De eerste bijeenkomst vindt in de tweede helft van dit jaar plaats.

In de Kamerbrief vindt u meer informatie over verschillende onderwerpen rond inburgering.

Minister Van Gennip op werkbezoek bij het COA

‘Doe mee: of het nou taalles is, vrijwilligerswerk, betaald werk of je kinderen naar school brengen, maar ga de deur uit en doe mee!’ Deze boodschap bracht minister Karien van Gennip van SZW tijdens het werkbezoek aan het azc Utrecht op 3 juli. Ze sprak er met medewerkers en bewoners.


Centraal bij het bezoek stond de Meedoenbalie. 38 van de 190 azc’s hebben zo’n balie waar asielzoekers en statushouders worden gekoppeld aan vrijwilligerswerk in een gemeente en activiteiten, zoals sport, worden aangeboden. De bedoeling is dit uit te breiden naar betaald werk. SZW stelt vanaf 2024 structureel geld beschikbaar voor de voortzetting van de Meedoenbalies en taallessen voor de kansrijke asielzoekers. Bestuurder Joeri Kapteijns van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) vertelde: “Locaties staan te popelen om mee te doen. We willen uitbreiden naar minimaal 60 locaties en liefst meer.”

Sociale onderneming
Een rondleiding op het azc Utrecht leidde de minister naar de ruimte van de Meedoenbalie, lokalen voor taalles en kamers van bewoners. Ze werd ontvangen in café A beautiful Mess. Dat is een sociale onderneming op het azc-terrein, opgezet door Refugee Company, waar ook bewoners van het azc werken. Ze ging in gesprek met een paar bewoners, waaronder Abdiwahid, een 28-jarige statushouder uit Somalië.

Hij is samen met de gemeente Utrecht zijn persoonlijk Plan Inburgering en Participatie aan het opstellen en hoopt snel met de inburgering te kunnen beginnen. Hij wil electricien worden. Aangezien hij van het platteland in Somalië komt en daar weinig onderwijs beschikbaar is, is hij heel druk bezig met Nederlandse en Engelse taalles om de mbo-opleiding elektrotechniek te kunnen doen. Ook leert hij de taal op de werkvloer door zijn baan in de horeca. Een mogelijke complicatie is dat studiefinanciering is gebonden aan een leeftijdsgrens van 30 jaar. “Je spreekt al zo goed Nederlands. Als je binnen 1,5 jaar de inburgering doet, dan ben je nog net op tijd. Dat kan best lukken”, stelde de bewindsvrouw hem gerust.

Vroege start
Het moeilijkste aan de asielprocedure vond hij het wachten en het niets kunnen doen: “Je wacht alleen maar als je in de procedure zit en je weet niet hoe lang het duurt.” Van Gennip nam de onduidelijkheid over de duur van de procedure als duidelijke boodschap mee. Zij bracht nog eens het belang naar voren van participatie en een vroege start met inburgering al in het azc en niet pas na vestiging van de inburgeraar in een gemeente. “Mensen willen aan de slag.”

Beeld: ©SZW

Tellingen SPUK inburgeringsvoorzieningen

Gemeenten hebben in mei de definitieve beschikking van de specifieke uitkering (SPUK) inburgeringsvoorzieningen ontvangen. Bij verschillende gemeenten riep dit vragen op.

De hoogte van de SPUK is afhankelijk van de werkelijke aantal gehuisveste inburgeringsplichtigen in een gemeente. DUO verzorgt de telling en voorziet SZW van deze gegevens. DUO heeft van verschillende gemeenten vragen ontvangen over de tellingen. Daarom staat er nu op de website van DUO nadere uitleg over de methodiek. Daarnaast vindt u in het Portaal Inburgering een lijst met inburgeraars die meetellen in uw gemeente.

Middelen voor statushouders aan het werk

Om meer statushouders aan het werk te helpen, trekt het demissionaire kabinet de komende 3 jaar 37,5 miljoen euro uit. Dat schrijft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer, mede namens minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. Het grootste deel van dit bedrag is bestemd voor regionale verbinders, proeven met startbanen en een subsidieregeling voor werkgevers om het makkelijker te maken statushouders aan te nemen.

De brief aan de Kamer bevat de nadere uitwerking van het plan van aanpak Statushouders aan het werk. Voor gemeenten in de 35 arbeidsmarktregio’s komt 12,25 miljoen euro extra beschikbaar om regionale verbinders aan te stellen. Die gaan aan de slag met het creëren van extra mogelijkheden voor statushouders om aan het werk te komen. Ze gaan verkennen welke projecten er al lopen, welke goed werken en hoe die opgeschaald kunnen worden.  Op deze manier faciliteert de minister gemeenten om meer werk te maken van het aan het werk helpen van statushouders.

Startbanen
Ook komt er geld voor startbanen. Daarbij krijgen statushouders bij vestiging in de gemeente een betaalde baan aangeboden waardoor ze direct kunnen participeren en de taal leren op de werkvloer. Met 4 proeven in verschillende gemeenten onderzoeken SZW, gemeenten, de VNG en Divosa wat goed werkt om de arbeidsmarktpositie van statushouders te verbeteren. In 2023 wordt 2 miljoen euro besteed aan de uitvoering en begeleidend onderzoek. In de drie jaren daarna is er respectievelijk 4,1, 4,1, en 4,5 miljoen euro beschikbaar om de resultaten van de proeven ook in andere gemeenten in te zetten.

Subsidie werkgevers
Voor werkgevers komt 10,5 miljoen euro beschikbaar voor maatwerkbegeleiding van statushouders op de werkvloer. Daarmee kunnen statushouders begeleid worden bij bijvoorbeeld de inrichting van hun werkzaamheden op de werkvloer en omgang met collega’s. Werkgevers lopen er nu vaak tegenaan dat zij niet de tijd en de kennis hebben om statushouders intensief en met kennis van hun cultuur te ondersteunen. De maatwerkbegeleiding helpt de werkgevers deze hobbels te overwinnen.

Meer informatie in de Kamerbrief.

Feestelijk jaarcongres NT2-docenten

De vereniging van NT2-docenten (BVNT2) vierde het 20-jarig bestaan tijdens het jaarcongres op 23 en 24 juni in Bunnik. De toekomst van het vak stond centraal tijdens een paneldiscussie.

Behalve vertegenwoordigers van de NT2-sector namen ook de ministeries SZW en OCW en Blik op Werk deel aan de paneldiscussie. Een van de vragen was hoe het vak aantrekkelijk te maken en te houden om het onderwijsaanbod aan onder meer inburgeraars veilig te stellen. Robertjan Uijl, directeur van Blik op Werk, bracht in: “Het is niet alleen de vraag hoe háal je mensen binnen, maar ook hoe hóud je mensen binnen.”

Taal op de werkvloer
Verschillende workshops waren gewijd aan inburgering, waaronder de combinatie van taalonderwijs en werk. Behalve kennis van de vaktermen zijn ook gesprekken over omgangsvormen en regels op het werk en het bewustzijn van cultuurverschillen van belang, was een van de suggesties. Andere tips waren: zorg voor een taalmaatje of een taalvrijwilliger op de werkvloer die de werkende inburgeraar kan bijstaan.
Meer informatie over het jaarcongres is te vinden op de Facebook- en LinkedInaccounts en de website van BVNT2.

Middelen maatschappelijke begeleiding

Gemeenten ontvangen financiële middelen voor de maatschappelijke begeleiding van statushouders. DUO constateerde dat een aantal groepen onder de Wet inburgering 2013 onterecht niet is meegenomen in de telling van de jaren 2017 tot en met 2022. Hierdoor zijn de middelen voor deze personen niet toegekend. Dit wordt rechtgezet via de december circulaire.

Inmiddels heeft DUO deze personen alsnog aangemerkt voor maatschappelijke begeleiding via het Portal Inburgering. De oproep aan gemeenten is om te controleren of deze personen begeleiding hebben gehad. Als dat niet het geval is, kan dit alsnog geboden worden.

Meer informatie vindt u op de pagina over maatschappelijke begeleiding op de website van DUO. Ook kunt u bellen met DUO tijdens kantooruren op 050-599 9191.

Leerroute en aangepaste cesuur leerbaarheidstoets

De cesuur van de leerbaarheidstoets (LBT) is aangepast sinds 12 april 2023. Daardoor kan het voorkomen dat inburgeringsplichtigen voor die datum ten onrechte in de Z-route zijn ingedeeld. SZW en DUO roepen gemeenten op met deze inburgeringsplichtigen in gesprek te gaan over de meest geschikte leerroute.

Sinds 12 april moeten inburgeringsplichtigen 28 van de 40 vragen van de LBT goed hebben, om de uitkomst te krijgen dat het volgen van de B1-route,  inclusief afschalen naar A2, haalbaar is. Eerder lag de grens op 31 juist beantwoorde vragen. Het blijkt dat ruim 400 personen voor 12 april een score hadden van 28, 29 of 30 goed beantwoorde vragen én in de Z-route geplaatst zijn. Op de grond van nieuwe cesuur had de uitkomst bij hen moeten zijn dat de B1-route haalbaar was.

Melding in Portaal
Gemeenten hebben op 14 juli in het Portaal Inburgering een melding ontvangen om welke personen uit hun gemeente het gaat. Het advies is samen met de inburgeringsplichtigen te bekijken of de Z-route nog steeds de best passende route voor hen is. Het kan zijn dat op basis van andere factoren dan de LBT het toch terecht is dat iemand in de Z-route is geplaatst. Gemeenten mogen immers van de uitslag van de toets afwijken. Het kan echter ook zijn dat de gewijzigde uitslag van de leerbaarheidstoets aanleiding is om de leerroute te wijzigen. In dat geval past de gemeente – in afstemming met de inburgeringsplichtige - het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) aan.

Inburgeringstermijn
Een wijziging van de leerroute is geen grond voor verlenging van de inburgeringstermijn. Als in een later stadium blijkt dat inburgeraars toch in de knel komen met hun inburgeringstermijn, kunnen ze op dat moment alsnog een aanvraag doen voor verlenging. Inburgeraars kunnen ook bezwaar aantekenen tegen het eventuele besluit van de gemeente om de PIP te handhaven dan wel aan te passen.