Beeld: ©Edwin Walvisch

Nieuwsbrief Inburgering nr 35

Langdurige financiering onderwijsroute zeker gesteld

De financiering van de onderwijsroute is tot en met 2029 zeker gesteld. Hiermee geeft het kabinet langdurige zekerheid voor deze leerroute onder de Wet inburgering 2021. Dat is ook een wens van partijen in de uitvoering en inburgeraars. Dit schrijft minister Karien van Gennip van SZW in een brief aan de Tweede Kamer.

De minister schrijft: “Voor een deel van de (jonge) nieuwkomers biedt een Nederlands diploma van een beroeps- of wetenschappelijke opleiding de beste kansen op werk. Ik ben blij met de inzet van het kabinet om de onderwijsroute langdurig financieel zeker te stellen. Hiermee maken we de kansen van jonge nieuwkomers groter. Met dit besluit streef ik ernaar jonge inburgeraars een goede start te geven in de Nederlandse maatschappij en uitvoerende partners de duidelijkheid te verschaffen die de onderwijsroute nodig heeft om verder te kunnen groeien.”

De financiering van de onderwijsroute is momenteel geregeld tot en met 2025. SZW had er vorig jaar al extra middelen voor vrijgemaakt, omdat de route duurder bleek te zijn dan voorzien. In nauwe samenwerking met veel partijen, waaronder het ministerie van OCW, MBO Raad en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, is SZW op zoek gegaan naar manieren om de onderwijsroute te borgen voor een langere periode. Er wordt nu een bedrag van 88,9 miljoen euro beschikbaar gesteld over de jaren 2026 tot en met 2029. Het ministerie van OCW levert hier ook een bijdrage aan. Gemeenten kunnen hiermee de onderwijsroute inkopen tegen een gemiddelde trajectprijs van 17.000 euro.

Evaluatie Wi2021
Binnen het monitoring- en evaluatieplan voor de Wet inburgering 2021 voert het ministerie van SZW evaluaties uit naar het functioneren van het inburgeringsstelsel, waaronder de onderwijsroute. Op basis daarvan wordt bekeken hoe deze leerroute vanaf 2030 wordt vormgegeven.

Meer informatie in de Kamerbrief over de onderwijsroute.

Marktmonitor en onderzoek Wet inburgering 2007 in Kamerbrief

In de verzamelbrief inburgering die is verzonden aan de Tweede Kamer worden verschillende onderzoeken besproken, waaronder de tweede monitor van de werking van de inburgeringsmarkt. Ook de resultaten van een onderzoek naar inburgeringsplichtigen onder Wet inburgering 2007 (Wi2007) komen aan bod. Daarnaast komt de voortgang van diverse onderdelen van de inburgeringswetgeving aan bod in de Kamerbrief.

De Monitor Werking en ontwikkeling van de inburgeringsmarkt; Tweede meting 2023, uitgevoerd door Significant Public, maakt deel uit van het Monitorings- en Evaluatieplan van de Wet inburgering 2021 (Wi2021). De belangrijkste bevinding is dat de markt goed zijn werk doet. Er is grotendeels dekkend aanbod en daar waar groepen extra aandacht nodig hebben, wordt maatwerk ingezet. De onderzoekers zien wel risico's voor de toekomst. De toereikendheid van het aanbod kan onder druk komen te staan door onder meer de verwachte toename van de instroom van inburgeraars. Een ander risico is dat aanbieders steeds meer moeite hebben voldoende gecertificeerde NT2-docenten te werven.

Daarnaast zijn er zorgen over de betaalbaarheid van de trajecten voor gezinsmigranten onder de Wi2021. Om het hogere taalniveau B1 te halen – voorheen was dat A2 – hebben ze meer taallessen nodig.  In de passage in de monitor in de verzamelbrief schrijft minister Karien van Gennip van SZW oog te hebben voor deze zorgen. Bij de evaluatie van de Wi2021 gaat zij bekijken of er aanleiding is voor een beleidswijziging. Tot die tijd zet zij acties in gang om gezinsmigranten zo goed mogelijk op weg te helpen.

Onderzoek Wi2007
Er zijn nog ruim 6.000 mensen inburgeringsplichtig onder de Wi2007. Regioplan heeft een onderzoek uitgevoerd om te bezien welke ondersteuning en maatregelen wenselijk zijn om hen te laten uitstromen. Het bureau adviseert onder meer een ruimhartige ontheffing, aangezien de slagingskans voor het inburgeringsexamen van deze groep naar verwachting klein is.

Snelle afbouw van het stelsel Wi2007 is ook een wens van de minister. Daarom wil zij extra voorlichting verstrekken aan gemeenten over regelgeving voor de WI2007 en de mogelijkheden die gemeenten hebben om inburgeraars hun traject te laten afronden. Ook wil de minister gebruik maken van de ervaringen van gemeenten die zich actief inzetten of willen gaan inzetten voor deze groep. Samen met deze gemeenten gaat ze onderzoeken of en hoe verdere ondersteuning kan worden geboden aan deze groep.

Commissiedebat
in de verzamelbrief Inburgering komen naast bovengenoemde onderzoeken veel onderwerpen terug. Er is aandacht voor onder meer aan bod de vroege start, de Wi2013, de controle op fraude met urenverklaringen en de invulling van de praktijkcomponent van de Module Arbeidsmarkt en Participatie van de Wi2021. De brief is geagendeerd voor het debat van de vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 27 september.

Minister op werkbezoek bij Divosa

Er zijn zeker mogelijkheden voor inburgeraars om taal en werk te combineren. En bij financieel ontzorgen is een belangrijke vraag welke inburgeraars erbij gebaat zijn. Deze signalen ving minister Karien van Gennip van SZW op tijdens een werkbezoek aan Divosa op 14 september. Ze woonde onder meer een Community of Practice over duale trajecten bij.

De gemeenten Heerenveen, Eindhoven, Drechtsteden en Zeist gaven de minister een inkijkje in hun aanpak van het financieel ontzorgen van inburgeraars. Volgens de Wet inburgering 2021 (Wi2021) zijn gemeenten verplicht gedurende 6 maanden een deel van de vaste lasten van bijstandsgerechtigde statushouders te betalen. Zodoende kunnen de nieuwkomers zich concentreren op hun inburgering en worden ze niet afgeleid door financiële zorgen. In de praktijk blijkt ontzorgen niet voor iedereen een oplossing en daarom hebben gemeenten de ruimte gekregen meer maatwerk te bieden bij de plicht tot financieel ontzorgen. Tijdens het gesprek van de vier gemeenten met de minister kwam naar voren dat hoogopgeleide inburgeraars vaak zelf goed hun financiële zaken kunnen regelen. Tussenkomst van de overheid kan dan wantrouwen opleveren. Of zoals een van de aanwezigen opmerkte: “Financieel ontzorgen wordt dan een extra zorg.”

Financiële zelfredzaamheid
Karien van Gennip concludeerde dat de belangrijkste vraag lijkt wíe financieel wordt ontzorgd, zodat gemeenten capaciteit overhouden om mensen die het echt nodig hebben te begeleiden. De vier gemeenten lieten zien dat zij ieder financieel ontzorgen op een eigen manier invullen. Eindhoven bijvoorbeeld houdt alleen de huur van statushouders in en houdt in de gaten of het betalen van de andere vaste lasten goed verloopt. Vluchtelingenwerk biedt financiële begeleiding en stelt samen met de statushouders een budgetplan op. Heerenveen legt de nadruk op begeleiding naar financiële zelfredzaamheid.

Taal en werk
De minister was ook aanwezig bij het laatste deel van de bijeenkomst van de Community of Practice, waar gemeenten, medewerkers van het COA, taalscholen, leerwerkbedrijven en inburgeraars ervaringen uitwisselden over de combinatie van taal en werk tijdens het inburgeringstraject. In gesprek met de inburgeraars gaf ze hun mee: “Jullie verdienen het dat jullie een mooie toekomst hebben en op een of andere manier onderdeel van de samenleving worden, door een baan, een opleiding of vrijwilligerswerk.”
Twee tekenaars hadden een visueel verslag van de bijeenkomst gemaakt, voorzien van illustraties en verschillende uitspraken, onder meer over taallessen. Van Gennip: “Je hebt de taal wel nodig als je aan het werk gaat. Hoe zorgen we met flexibel onderwijs of online onderwijs dat de combinatie met werk makkelijker wordt?” Ze stak de aanwezige gemeenten en andere organisaties een hart onder de riem: “Jullie doen zulk belangrijk werk om statushouders een kans te geven in Nederland, om hun droombaan te vinden en vrienden te maken. Dank jullie wel.”

Zie voor meer informatie over de CoP en het werkbezoek van de minister een artikel van Divosa.

Beeld: ©Nadine van den Berg

KIS-Monitor: Inburgeringsstelsel komt op stoom

De uitvoering van de Wet inburgering 2021 komt op stoom. Gemeenten hebben grote stappen gemaakt. Dit concludeert Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) in de Monitor gemeentelijk beleid arbeidstoeleiding en inburgering statushouders en gezinsmigranten 2023.

Ondanks de progressie is er een aantal hardnekkige knelpunten bij de uitvoering van de wet. Ook is de omgeving waarin het inburgeringsstelsel functioneert complex, gezien onder meer de verstopping in de asielketen en het gebrek aan woningen. Het ministerie van SZW werkt samen met partners hard aan oplossingen voor deze knelpunten.

KIS heeft de monitor uitgevoerd in samenwerking met Divosa. 59% van de gemeenten in Nederland heeft er aan meegewerkt. KIS doet op grond van het onderzoek gemeenten een aantal aanbevelingen. De monitor is te vinden op de website van KIS.

Verzending beschikkingen SPUK’s inburgering

Gemeenten ontvangen uiterlijk 30 september de voorlopige beschikking voor de Specifieke Uitkering (SPUK) inburgeringsvoorzieningen voor 2024. De voorlopige beschikking voor de SPUK onderwijsroute voor 2023 volgt binnenkort.

De middelen van de SPUK inburgeringsvoorzieningen 2024 kunnen gemeenten gebruiken voor de bekostiging van verschillende onderdelen van de Wet inburgering 2021 (Wi2021). Dat zijn onder meer de kosten voor leerroutes en de maatschappelijke begeleiding van asielstatushouders. Ook het organiseren van het traject rond de participatieverklaring (PVT) en de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) vallen eronder. De voorlopige beschikking is gebaseerd op een prognose. In 2025 volgt de definitieve beschikking op basis van het werkelijke aantal inburgeringsplichtigen per gemeente.

SPUK onderwijsroute

De middelen van de SPUK onderwijsroute 2023 kunnen gemeenten gebruiken voor de realisatie van deze leerroute onder de Wi2021. Het budget dat over 2023 ter beschikking is gesteld, bedraagt circa 15,8 miljoen euro. Gemeenten hebben eerder nog geen middelen voor de SPUK onderwijsroute 2023 ontvangen.

Op de website van Divosa staat meer informatie over beide Specifieke Uitkeringen.

Vertraging kennisgeving inburgeringsplicht

Ruim 3.200 personen ontvingen tussen januari 2022 en mei 2023 ten onrechte geen kennisgeving dat zij inburgeringsplichtig zijn onder de Wet inburgering 2021. De geautomatiseerde gegevensuitwisseling tussen de IND en DUO over potentieel inburgeringsplichtigen was in deze periode onvolledig. Dit is nu gecorrigeerd. De betrokken personen hebben alsnog de inburgeringsplicht opgelegd gekregen.

DUO signaleerde begin 2023 onregelmatigheden in de gegevensuitwisseling met de IND. DUO kreeg steeds meer verzoeken vanuit gemeenten om na te gaan of een bepaalde persoon wel of niet inburgeringsplichtig was. Ook potentiële inburgeringsplichtigen zelf informeerden hiernaar. Dit was aanleiding om de IND in april 2023 te vragen hier onderzoek naar te doen. In augustus bleek dat onder de groep wiens gegevens niet waren doorgegeven 3.210 personen (afgerond op tientallen) inburgeringsplichtig zijn. Onder de groep vallen zo’n 450 asielstatushouders en 2.760 gezinsmigranten en overige migranten.

Herstel en aanpak
In mei 2023 heeft de IND de technische oorzaak verholpen waardoor de gegevensuitwisseling weer volledig is. De gegevens van alle potentieel inburgeringsplichtigen worden sinds dat moment via de geautomatiseerde gegevensuitwisseling met DUO gedeeld. De inburgeringsplichtigen in kwestie hebben begin september een brief ontvangen met uitleg waarom zij later over hun inburgeringsplicht zijn geïnformeerd. Daarna heeft DUO hun de kennisgeving over hun inburgeringsplicht gestuurd. Het heeft geen negatieve gevolgen voor hun inburgeringstermijn. Deze start na het vaststellen van het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP).

Start inburgering
Het ministerie van SZW heeft de gemeenten waar deze personen woonachtig zijn, geïnformeerd. Zij kunnen het Portaal Inburgering van DUO raadplegen om te zien om welke personen het gaat. Gemeenten geven aan dat de vastgestelde termijn van 10 weken voor vaststelling van het PIP mogelijk niet haalbaar is, omdat zij nu grotere aantallen inburgeringsplichtigen in een keer te verwerken krijgen. SZW vraagt gemeenten, aangezien deze personen al lang moesten wachten op de start van hun inburgering, hen zoveel als mogelijk toch snel te laten beginnen met het inburgeringstraject.

Meer weten?
Vraag en antwoord voor gemeenten op de website van Divosa.
Informatie voor inburgeraars op de website van DUO.

Voorlichtingsmateriaal over zelfbeschikking voor nieuwkomers

De vrijheid om jezelf te kunnen zijn en zelf te bepalen hoe je je eigen leven invult. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet voor iedereen. Het is van belang dat nieuwkomers hun rechten kennen, weten wat ze kunnen doen wanneer hun recht op zelfbeschikking beperkt wordt en waar ze terecht kunnen als hen iets overkomt. Deze thematiek kan ook tijdens het inburgeringstraject aan de orde komen en dan kunnen gemeenten gebruik maken van voorlichtingsmateriaal van Femmes for Freedom.

De organisatie ontwikkelde vorig jaar in opdracht van het ministerie van SZW dit voorlichtingsmateriaal over zelfbeschikking voor onder meer vrouwen, LHBTI’ers en nieuwkomersgroepen in het algemeen. De gratis materialen kunnen breed worden ingezet binnen de inburgering. Dit kan als onderdeel van of als aanvulling op het participatieverklaringstraject en tijdens de inburgeringscursus. Bijvoorbeeld bij de voorbereiding op het examenonderdeel Kennis Nederlandse Maatschappij, of bij de leerroutes in het algemeen.

Voorlichtingspakket
Het voorlichtingspakket bestaat onder meer uit een gids voor nieuwkomers en verschillende animaties over onderwerpen als huwelijksdwang, eergerelateerd geweld en eigen studie- en partnerkeuze. Het materiaal is in meerdere talen beschikbaar, zowel in geschreven als gesproken vorm. Ook heeft Femmes for Freedom voorlichtingslessen ontwikkeld die door docenten en andere professionals inburgering kunnen worden geven. Hiervoor is een train -de- trainer handleiding beschikbaar. Femmes for Freedom kan ook  gastlessen over zelfbeschikking verzorgen. 
        
Meer informatie op de site van Femmes for Freedom.

Beeld: ©SZW