Podcast samenvatting van de Maritieme Monitor 2025 (AI-gegenereerd)
In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en in samenwerking met de Stichting Nederland Maritiem Land hebben Berenschot, Erasmus UPT en Nestra de nieuwe Maritieme Monitor uitgebracht, inclusief arbeidsmarktgerelateerde data (rapportagejaar 2024).
Podcast samenvatting van de Maritieme Monitor 2025 (AI-gegenereerd)
Welkom. Vandaag zitten we samen voor een diepe duik in een best wel lijvig document dat je ons hebt gestuurd, de Maritieme Monitor 2025.
Zeker, een belangrijk rapport. Ja absoluut, de Nederlandse maritieme sector is natuurlijk van oudsher een wereldspeler, maar de vraag is altijd hoe houd je die positie vast?
Precies, in een wereld vol spanningen, een tekort aan talent en natuurlijk die enorme klimaatopgave.
Precies, we hebben deze monitor voor je doorgespit op zoek naar de antwoorden en als je er doorheen leest zie je een paar hoofdlijnen. Je ziet een sector die economisch veerkrachtig is, die steeds intensiever de samenwerking opzoekt en vol inzet op de mensen en op verduurzaming. En precies bij die punten willen we vandaag expliciet stilstaan. Ja, onze missie is eigenlijk de meest hoopgevende inzichten voor je filteren, zodat je een scherp beeld krijgt van de motor achter die maritieme kracht van Nederland. En wat me daarbij direct opviel is dat het document echt verder probeert te kijken dan alleen de harde cijfers.
Oké, de minister Robert Tieman schrijft het eigenlijk heel mooi in zijn voorwoord. Hij zegt achter al die statistieken over tonnen en euro's, daar schuilen de mensen die het elke dag waar maken.
Ah, in de havens, op de werven, op zee.
Precies. En dat is eigenlijk de rode draad die we vandaag een beetje volgen. Het verhaal achter die getallen. Oké, laten we dan bij die getallen beginnen, bij die economische ruggengraat. Want ja, die basis moet natuurlijk wel solide zijn.
Uiteraard.
Het rapport schetst een beeld van een behoorlijk veerkrachtige sector. Als je kijkt naar de totale haven en maritieme cluster, dan heb je het over een bijdrage van ruim 63 miljard euro.
63 miljard, ja.
Aan de Nederlandse economie. Dat is meer dan 5,5% van ons hele bruto binnenlands product. Dat is een stevige poot om op te staan.
Zeker. En de directe bijdrage, dus wat er echt binnen de sector zelf wordt verdiend, die groeide vorig jaar met 1,6% naar bijna 42 miljard.
Oké.
Maar wat hier echt boeiend is, vind ik, is de trend. De Monitor omschrijft 2022 als een uitzonderlijk jaar.
Ja, dat was mede door de energiecrisis, toch? Die dreef de cijfers op.
Precies. En na een logische, lichte afname in 2023, zie je in 2024 in de meeste deelsectoren weer gewoon een duidelijke groei.
Ah, dus het toont een soort ingebakken wendbaarheid.
Ja. De sector kan een klap opvangen en veert gewoon weer terug.
En zijn er dan specifieke deelsectoren die er echt uitspringen? Want de maritieme sector is natuurlijk een enorm breed begrip.
Absoluut. En dat is misschien wel het meest interessante. Het is geen vlakherstel. Er zijn een paar uitschieters die echt het verhaal vertellen.
Zoals?
Nou, de waterbouw, onze wereldberoemde baggeraars, die groeide met bijna 9%. Maritieme toeleveranciers, die alle high-tech spullen maken, met 10%.
Oké, dat is fors.
Zelfs de marine, als economische factor, groeide met ruim 10%. Maar de meest spectaculaire is de scheepsbouw. Een plus in toegevoegde waarden van maar liefst 21,2%.
21%, dat is gigantisch. Dat is niet zomaar een beetje herstel.
Nee.
Geeft het rapport ook een hint waar die enorme sprong vandaan komt? Is dat de vraag naar een specifiek type schip, bijvoorbeeld voor die windparken op zee?
Dat is een uitstekende vraag. Het rapport duikt niet tot op de bodem van het cijfer, maar het verbindt, die groei wel heel duidelijk, aan de complexere, specialistische scheepsbouw. Denk inderdaad aan die offshore windinstallatieschepen, maar ook aan de bouw van geavanceerde marineschepen en superjachten. Het is precies die niche waar Nederland van oudsher sterk in is.
Niet de bulk, maar de technologisch complexe vaartuigen.
Precies. Die enorme groeicijfers lijken dus te bevestigen dat die focus op high-tech in innovatie de juiste strategie is. En die complexiteit, die dwingt partijen ook weer om de handen in één te slaan.
Dat is een perfect bruggetje. Want die economische kracht, en zeker die specialisatie, die komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen.
Nee.
De titel van de Monitor is niet voor niets samen sterker door innovatie. Dat woord samen is echt de rode draad. Ik las een citaat van Richard Donselaar van het Loodswezen. “Samenwerking is de sleutel tot een weerbare, veilige, maritieme toekomst”. Die gedachten zie je overal terug.
Ja, en het mooie is, het blijft geen abstract beleidsjargon. De Monitor staat vol met hele concrete voorbeelden van hoe die samenwerking vorm krijgt.
Oké.
Neem de civiel-militaire samenwerking. Dat klinkt misschien wat stijf, maar in de praktijk is het fascinerend. Het Loodswezen.
De mensen die zeeschepen, veilig de havens binnenloodsen.
Exact.
Die werken nu structureel samen met Defensie. Hun loodsen zijn, zoals het rapport het omschrijft, de ogen en oren op zee.
Ogen en oren op zee.
Ja, ze signaleren afwijkende patronen en geven die door. Tijdens de NAVOTOP in Den Haag was die informatie cruciaal voor de beveiliging van de kustlijn.
Wacht even. Dus die loodsen zijn niet alleen bezig met het navigeren van een containerschip, maar fungeren tegelijkertijd als een soort extra schild voor de nationale veiligheid?
Precies. Dat is een veel diepere integratie dan je misschien zou denken. Het gaat verder dan af en toe een mailtje sturen.
Indrukwekkend. Een ander voorbeeld. De samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse marine. Die is zo hecht geworden dat ze nu gezamenlijk nieuwe fregatten en mijnenjagers aanschaffen. Oké, dus dat is strategische samenwerking op het hoogste niveau.
Zeker. Gedreven door de noodzaak. Maar het gebeurt niet alleen op overheidsniveau. Misschien nog wel interessanter is hoe het op de werkvloer gebeurt. In het innovatie-ecosysteem.
Dan doe je op dat initiatief CSEC, die Proeftuin voor Onderzeese Bescherming.
Exact. Wat CSEC zo bijzonder maakt, is dat het een bottom-up initiatief is. Het is niet door een ministerie bedacht, maar ontstaan vanuit de sector zelf.
En wat is het idee daarachter?
Het idee is een veilige omgeving te creëren waar bedrijven, kennisinstellingen en Defensie samen nieuwe technologieën kunnen testen.
Om onze onderzeese infrastructuur te beschermen. Dus datacabels, pijpleidingen.
Precies. En windparkfunderingen. Het rapport licht er een start-up uit, Lobster Robotics. Zij maken onderwaterrobots.
Oké, onderwaterrobots. Dat klinkt nog wat vaag. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Stel je kleine, wendbare, autonome duikrobots voor. Die kunnen in dat troebele Noordzeewater met speciale sensoren en camera's de lasnaden van een windmolen inspecteren.
Ah, werk dat voorheen extreem duur en gevaarlijk was voor menselijke duikers.
Precies.
En bij CSEC krijgen zij dus de kans om hun technologie in een realistische omgeving te testen. Direct naast een partij als de NAVO.
Dat is een enorme kans voor zo'n start-up. Ja, en de initiatiefnemer, Paul Vlos, zegt iets heel treffends in het rapport. Hij zegt, “CSEC heeft iedereen nodig, er is geen ruimte voor verliezers”. Dat illustreert die nieuwe cultuur wel goed, ja.
Het gaat niet meer om concurrentie, maar om het gezamenlijk oplossen van een complex probleem.
Dat is een fascinerende gedachte. Dat succes dus niet meer afhangt van één briljant bedrijf, maar van de intelligentie van het hele netwerk.
Precies. En dat netwerk bestaat natuurlijk uit technologie, maar vooral ook uit mensen. En dat brengt ons bij het volgende thema dat prominent in het rapport naar voren komt. De menselijke factor. Ja, heel belangrijk.
Het rapport is daar ook eerlijk in. Er is een uitdaging. De instroom bij maritieme opleidingen daalt. Maar, en dat is de focus, er wordt meteen gekeken naar wat er wordt gedaan om het tij te keren. En dit raakt aan een kernvraag. Hoe zorg je er niet alleen voor dat je talent aantrekt, maar ook dat ze zich thuis voelen en willen blijven?
Ja, precies.
De monitor laat zien dat hier actief aan gewerkt wordt. Allereerst door de kloof tussen onderwijs en praktijk te dichten.
Oké, hoe doen ze dat?
Het rapport noemt het werk van Anna-Louise Nijdam. Zij functioneert als een soort verbindingspersoon. Zij zorgt ervoor dat de allernieuwste ontwikkelingen...
Zoals varen op waterstof of methanol? Precies. Dat die kennis uit het Maritiem Masterplan direct doorstroomt naar het lesmateriaal op scholen. Zo zorg je dat studenten niet leren voor de sector van gisteren, maar klaargestoomd worden voor morgen.
Dat is de instroom, de nieuwe generatie. Maar hoe zit het dan met de cultuur voor de mensen die er nu al werken? Want je kunt de meest briljante ingenieurs opleiden, maar als ze in een bedrijfscultuur terechtkomen waar ze hun ei niet kwijt kunnen...
Dan zijn ze zo weer weg.
Precies.
En ook daar geeft het rapport een heel constructief voorbeeld. Het haalt een onderzoek aan van dokter Sofia Isaac-Jaan. Zij concludeerde dat medewerkers zich over het algemeen wel fysiek veilig voelen...
Maar?
Maar niet altijd de psychologische veiligheid ervaren om hun ideeën te delen.
Een gevoel van hiërarchie kan dat bijvoorbeeld in de weg staan.
Oké, en wat doen ze met die conclusie?
Nou, in plaats van dat in een la te stoppen, wordt scheepsbouwer Royal IHC als een positief voorbeeld uitgelicht. Een bedrijf dat dit direct heeft opgepakt.
Oké, en wat doen ze dan concreet? Want veel bedrijven praten over een inclusieve cultuur, maar de vraag is altijd... Wat betekent dat in de praktijk?
Royal IHC heeft het heel concreet gemaakt. Ze geven hun managers recruitment trainingen... Om onbewuste vooroordelen bij sollicitaties te herkennen.
Ah ja.
Ze hebben nieuwe, simpele gedragsregels voor vergaderingen ingevoerd... Om te zorgen dat niet altijd dezelfde mensen aan het woord zijn. En inclusiviteit is een vast gespreksonderwerp geworden.
Dat klinkt goed. Inger Vergauwe, de HR-manager daar, zegt het glashelder. Diversiteit zonder inclusie werkt niet. Je kunt wel allerlei verschillende mensen in huis halen.
Precies. Maar pas als je zorgt dat iedereen zich gehoord en gewaardeerd voelt, kom je tot betere resultaten. Dat is echt een proactieve aanpak.
Het klinkt goed, die trainingen en nieuwe vergaderregels. Maar ik kan me voorstellen dat iemand luistert en denkt... Is dat niet ook een beetje een HR-trend? Een modewoord? Een terechte, kritische vraag.
Zegt het rapport iets over de concrete resultaten? Zien ze dat meer diverse teams ook echt tot betere innovaties leiden?
Nee, het rapport zelf kwantificeert de resultaten bij IHC nog niet in harde cijfers. Daar is het waarschijnlijk nog te vroeg voor. Wat het wel doet, is het koppelen aan het grotere doel.
Oké.
De redenering is, de uitdagingen waar de sector voor staat, met name de energietransitie, zijn zo complex... dat je je het je niet kunt veroorloven om ook maar één goed idee te messen.
Aha. Dus een inclusieve cultuur is geen soft doel, maar een keiharde voorwaarde om de innovatiekracht te maximalen. Precies. Het is een middel om een strategisch doel te bereiken. En die grootste strategische uitdaging is natuurlijk verduurzaming.
Ja, precies. Je voelt aan alles in dit rapport dat die duurzaamheidsmissie de grote motor is achter veel van de vernieuwing. Het is geen verre droom meer.
Nee, daar gebeurt nu al ontzettend veel. Er stond een interessant detail in de cijfers. De groei van de CO2-uitstoot is in 2024 afgevlakt naar plus 2 procent.
Ja, dat is natuurlijk nog steeds een stijging, maar na jaren van veel forsere groei zou dit een eerste voorzichtig signaal kunnen zijn, toch? Dat de maatregelen effect beginnen te sorteren.
Het zou inderdaad een eerste teken van de buiging in de curve kunnen zijn, maar waar je de vooruitgang echt ziet, is in de concrete projecten.
Ja.
De monitor staat vol met voorbeelden van bedrijven die niet wachten op regelgeving, maar zelf voorop lopen. Pioniers in de waterbouw bijvoorbeeld.
Vertel.
Het rapport noemt het volledig elektrische baggerschip Christian P. van Paens van Oort en de MS Jan van Hakkers, die volledig emissievrij vaart.
En dit zijn geen proefballonnetjes meer. Nee, dit zijn schepen die gewoon aan het werk zijn. De directeur Cor Paens verwoordt die mentaliteit perfect. Stilstaan is achteruitgang en wij willen voorop lopen. Die drive voel je door de hele sector. En soms komen die innovaties uit een totaal onverwachte hoek. Ik zag een voorbeeld voorbij komen dat voor mij echt een aha moment was. Circulaire jachtbouw.
Ja, de start-up Impact Boats. Een fantastisch voorbeeld.
Wat doen zij precies?
Een Nederlands bedrijf dat recreatieboten, sloepen, 3D print.
En de grondstof die ze daarvoor gebruiken, gerecycled plastic. Voornamelijk PET-flessen.
Een 3D geprinte boot van PET-flessen, dat is een briljant circulair idee.
Ja, en hun eerste sloep heeft al een internationale innovatieprijs gewonnen. Maar ik vraag me dan wel direct af. Hoe zit het met de levensduur en de zeewaardigheid vergelijken met een traditionele sloep? Is dit al klaar voor de massa?
Ook dat is weer de juiste vraag.
Het rapport benadrukt dat het concept vooral de potentie laat zien. Het feit dat ze een Damme Design Award hebben gewonnen, een prestigieuze prijs. Suggereert dat het kwalitatief echt wel serieus wordt genomen. Maar het allermooiste van het concept is die circulariteit. Aan het einde van de levensduur kan de hele boot vermalen worden.
En dient het weer als grondstof voor een nieuwe boot?
Precies.
Het is een gesloten kringloop. Of het de hele jachtbouw op zijn kop gaat zetten is de vraag. Maar het laat perfect zien dat er een nieuwe generatie ondernemers is, die de problemen fundamenteel anders benadert. Het is dus niet alleen de technologie die de verandering stuurt, maar echt een nieuwe manier van denken.
Absoluut. En die verandering wordt tegelijkertijd ook van bovenaf gestimuleerd. Wat me opviel was een interview met David Anink van het ministerie. Hij legt uit hoe het internationale Net Zero Framework van de IMO, de Wereldwijde Maritieme Organisatie, nu een duidelijke stip op de horizon zet.
Concreet doelen voor 2030, 2040?
Ja, en een netto nul-uitstoot rond 2050. Het is geen vrijblijvendheid meer. Dat internationale beleidskader geeft bedrijven eindelijk de duidelijkheid en zekerheid die ze nodig hebben om miljarden te investeren.
Dus als we dit allemaal samenpakken, wat betekent dit dan? De Maritieme Monitor 2025 schetst een beeld van een economisch veerkrachtige en financieel gezonde sector.
Zeker.
Maar als je dieper graaft, en dat hebben we geprobeerd te doen, dan zit de echte kracht ergens anders.
Ja, die zit in een steeds hechter wordend netwerk.
In een cultuur van samenwerking, een drang naar innovatie en een hele duidelijke, breedgedragen missie om te verduurzamen.
Inderdaad. Het is het idee dat het niet meer gaat om losse bedrijven, maar om de intelligentie van het hele netwerk. Dat doet me denken aan een zwerm vogels. De kracht zit niet in de individuele vogel, maar in hoe ze als geheel reageren.
Een mooie vergelijking. En dat brengt ons bij een laatste gedachte voor jou om over na te denken. De Monitor laat overtuigend zien hoe de maritieme sector verandert. Van een verzameling losse industrieën, scheepsbouw hier, havens daar, naar één geïntegreerd, strategisch netwerk.
Een netwerk dat cruciaal is voor onze economie en onze veiligheid.
Precies.
De echte vraag voor de toekomst is daarom niet of de sector kan innoveren, want dat bewijst dit rapport wel. De vraag is hoe snel kan dit netwerk als één geheel leren zich aanpassen en reageren op de volgende onvermijdelijke mondiale crisis die op ons afkomt. De snelheid van het collectieve leervermogen.
Dat wordt de beslissende factor.