Toespraak Staatssecretaris Tuinman voor de 38ste herdenking bij het Nationaal Indie-monument 1945-1962
Op zaterdag 6 september 2025 hield staatssecretaris van Defensie, Gijs Tuinman, een toespraak in het Nationaal Herdenkingspark te Roermond.
Dames en heren,
veteranen, families van onze veteranen, geachte aanwezigen,
Vandaag staan we stil bij een geschiedenis die diepe sporen heeft nagelaten.
Ooit werden ruim 200.000 Nederlandse militairen uitgezonden naar voormalig Nederlands-Indië.
Vandaag zijn er hier in Roermond nog maar een handvol Indië-veteranen aanwezig.
Ik vind het bijzonder om u hier te ontmoeten, u in de ogen te kijken en te beseffen hoeveel u met die ogen heeft gezien en doorstaan.
Velen van u zijn kinderen en kleinkinderen van Indië-veteranen, de tweede en derde generatie.
U weet hoe het verleden van uw ouders en grootouders doorwerkt in uw eigen leven.
Soms door de verhalen die u hoorde, soms door het zwijgen dat er was.
Het is goed dat u hier bent.
Want herdenken is niet alleen een taak van de eerste generatie.
Het is een opdracht die wij samen dragen, ook in de toekomst.
Een van de veteranen die vandaag een krans legt, is Bertus Jager. Afgelopen maandag vierde hij zijn 100ste verjaardag.
Hij diende met de 7 December-divisie, van 1946 tot 1950.
Als jonge man ging hij naar Indië.
Hij maakte gevechten mee, zag kameraden sneuvelen, en moest hen zelf begraven.
Tijdens een patrouille raakte hij ernstig ziek en belandde in coma.
Wonder boven wonder overleefde hij.
Toen hij terugkeerde, zei zijn vrouw Maartje tegen hem:
“Jij bent niet meer dezelfde Bertus die naar Indië vertrok. Maar ik ga met je verder en zal er altijd voor je zijn.”
Die woorden bleven hem zijn hele leven bij, ook nu Maartje er zelf niet meer is.
Ze zeggen misschien nog wel meer dan Bertus zelf ooit kon verwoorden.
Want ze drukken uit dat oorlog niet alleen de militair zelf verandert, maar ook het leven van hun dierbaren voor altijd tekent.
Naast Bertus Jager legt vandaag ook Sebastiaan Blom een krans.
Hij is de jongste veteraan van de Delta-compagnie van 42 Limburgse Jagers.
Sebastiaan diende als 19-jarige militair in Afghanistan.
Zijn grootvader, Guus Blom, werd destijds als marinier naar Nederlands-Indië uitgezonden.
Opa sprak er zelden over, maar tegen zijn kleinzoon deed hij wél zijn verhaal.
Omdat daar herkenning was, een kameraadschap die generaties overstijgt.
Sebastiaan vertelde dat zijn eerste patrouilles spannend waren.
Ieder achtergelaten flesje langs de weg leek een IED.
Maar na verloop van tijd maakte de constante spanning plaats voor routine.
Wat bleef, was de kameraadschap.
Het dragen van elkaars lasten, het luisteren als iemand het moeilijk had.
En net als zijn opa kijkt hij met gemengde gevoelens terug: er waren momenten van avontuur en vriendschap, maar ook de confrontatie met de harde realiteit van een missie.
Wat generaties met elkaar delen, is dat je gevormd wordt door zo’n ervaring.
En dat je de kameraadschap voor het leven meeneemt.
Die herkenning tussen opa en kleinzoon laat zien hoe oorlogservaringen zich voortzetten.
Dat zien we ook in de families van Indië-veteranen, tot in de tweede en derde generatie.
Op dit moment is de fototentoonstelling Oud Zeer te zien is op landgoed Bronbeek.
Daarin wordt zichtbaar hoe oorlog en ontheemding doorwerken, vaak onuitgesproken, in meer dan twee miljoen Nederlanders.
Het maakt duidelijk dat dit verleden niet afgesloten is, maar een gedeelde erfenis die we samen de toekomst in dragen.
Wat deze tentoonstelling laat zien – en wat ook in de verhalen van vandaag doorklinkt – herken ik zelf maar al te goed.
Tijdens onze missie in Afghanistan verloor ik mijn kameraad, korporaal Kevin van der Rijdt.
Dat was op 6 september 2009.
Vandaag precies 16 jaar geleden.
Onder vuur hebben we alles gedaan om hem veilig terug te halen.
“Leave no one behind”
Dat was voor ons niet zomaar een motto, het was een leefregel.
Maar ondanks onze inzet is Kevin overleden aan zijn verwondingen.
Het moment dat je beseft dat een vriend niet meer thuiskomt – dat gevoel van machteloosheid en verdriet – dat is tijdloos.
Het is hetzelfde wat velen van u hebben gekend, decennia eerder, in Indië.
Juist daardoor voel ik mij verbonden met u.
Verschillende generaties, verschillende missies.
Maar dezelfde pijn, dezelfde kameraadschap, hetzelfde besef dat we onze kameraden nooit achterlaten.
Ook niet na hun diensttijd.
Daarom blijven we zorgen voor onze veteranen en hun families.
Leave no one behind.
Wanneer we terugkijken op de strijd in voormalig Nederlands-Indië, dan zien we een complexe geschiedenis.
Sommige veteranen spreken over kameraadschap en vriendschappen voor het leven.
Weer anderen over schuld, spijt of woede.
Die veelstemmigheid laat zien dat er niet één verhaal bestaat.
Dé Indië-veteraan bestaat niet.
Ieder droeg zijn eigen ervaringen, zijn eigen last.
Daarom is het belangrijk dat we niet te snel oordelen.
Oorlog is altijd dubbel.
Er zijn momenten van kameraadschap en trots, maar ook vragen en pijn die blijven.
En terwijl wij hier herdenken, weten we dat ook vandaag de wereld onrustig is.
Er woeden oorlogen dichtbij Europa.
Rusland viel Oekraïne binnen, en elders in de wereld groeien spanningen.
Sebastiaan Blom zei:
“We trainen nu op inzet in een mogelijke oorlog om ons grondgebied te verdedigen. Om dat te kunnen doen werk ik elke dag aan mijn mentale en fysieke kracht – een besef dat tijdens mijn missie in Afghanistan is gevormd.”
Zijn woorden herinneren ons eraan dat vrijheid en vrede niet vanzelfsprekend zijn.
Dat we een sterke krijgsmacht nodig hebben.
En dat we ook als samenleving en als individuen weerbaar moeten zijn.
Dames en heren,
Vandaag buigen wij ons hoofd voor alle veteranen die tussen 1945 en 1962 naar voormalig Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea werden uitgezonden.
Velen keerden terug, maar niet zoals zij waren weggegaan.
Velen droegen hun herinneringen in stilte, vaak zonder dat daar oog of ruimte voor was.
En ruim 6.300 Nederlandse militairen keerden nooit meer terug.
Zij gaven hun leven, ver van huis.
Hun namen staan gegrift in dit monument.
Hun verhalen dragen wij samen verder.
Laten wij hun offers nooit vergeten.
Laten wij hun herinnering levend houden.
En laten wij de brug blijven slaan tussen verleden, heden en toekomst.
Dank u wel.