Speech door staatssecretaris Judith Tielen tijdens het congres Leefstijlpreventie in de Jeugdgezondheidszorg
Staatssecretaris Judith Tielen hield in Houten een toespraak tijdens het congres Leefstijlpreventie in de Jeugdgezondheidszorg.
Goedemiddag allemaal!
Twintig minuten… wat moeten jullie niet allemaal in 20 minuten?
Meten, wegen, luisteren, geruststellen, een vaccinatie zetten.
Praten over voeding, slaap, bewegen, schermgebruik… en natuurlijk de hechting tussen ouder en kind – heel belangrijk.
Enorm veel dus.
Wat kúnnen jullie allemaal in 20 minuten? In 20 minuten kunnen jullie eigenlijk wonderen verrichten.
Jullie zijn er elke dag voor ouders met jonge kinderen. Jullie hebben aandacht, jullie hebben zorg, ik weet zelf dat er ook humor in die spreekkamer wordt uitgedeeld.
Dus om te beginnen wil ik jullie daar een heel groot compliment voor geven. Voor wat jullie kunnen in 20 minuten.
Werk van onschatbare waarde. Dus laten we beginnen met een applaus voor jullie!
Want vooruit komen in je leven begint met opgroeien in goede gezondheid. Dat is lichamelijke gezondheid, mentale gezondheid en sociale gezondheid. En jullie hebben daar een belangrijke rol in.
En wat jullie allemaal kunnen, liet zich afgelopen maand weer goed zien bij de RS-campagne.
We bedenken met z’n allen: ja, we kunnen RS-prikken gaan zetten. En jullie zijn keihard gaan werken om te zorgen dat het ook kán.
Met een vliegende start zijn jullie aan de slag gegaan en ik heb gehoord dat er al hele goede resultaten zijn. Er zijn al heel veel kindjes die de prik hebben gekregen en dat betekent gewoon:
Minder baby’s in het ziekenhuis. Zo simpel is het. Dat betekent gewoon: minder verdriet en minder stress bij ouders. En het betekent: minder druk op de zorg. Fantastisch.
Kortom: ik ben een groot fan van jullie.
En ik ben gelukkig niet de enige.
Met programma’s als Kansrijke Start, de Gezonde Generatie en met het Preventieakkoord en nu de Brede aanpak preventie wordt landelijk erkend wat jullie al jaren weten:
de eerste levensjaren zijn cruciaal voor een kind om vooruit te komen in het leven en op te groeien in goede gezondheid.
De wetenschap is daar ook heel duidelijk over: de eerste duizend dagen leggen een heel stevige basis voor die lichamelijke, mentale én sociale gezondheid van kinderen.
Jullie als zorgverleners daarom heel belangrijk in die eerste cruciale tijd. Jullie zijn er voordat er kinderopvang is, jullie zijn er voordat een kind in de klas zit bij – hele goeie - juffen en meesters. Jullie zijn er voordat een kind vaste gewoontes heeft ontwikkeld.
Jullie staan heel dicht bij ouders. Als ik het me goed herinner, heb je als ouder in de eerste 4 jaar ongeveer 14 keer contact met jullie.
Daarmee bouw je een vertrouwensband op. Daarmee planten jullie de zaadjes voor een gezonde toekomst.
En de vraag is: kost een leefstijlgesprek dan extra tijd of andere tijd? En hoe doen we dat dan? Jullie hebben daar de hele dag met elkaar over van gedachten gewisseld.
Maar een simpele open vraag als
“Wat vindt hij eigenlijk lekker om te eten?” kan heel veel inhoudelijke informatie bieden. Ook over het contact tussen de ouders en het kind tegenover je.
En de vraag “hoe gaat het eigenlijk met slapen” kan ontzettend veel aanknopingspunten geven om te zorgen dat ouders de nachten kunnen doorkomen zonder problemen.
En zo nieuwe zorgen en nieuwe hulpvragen voorkomen.
Vragen over hoe een peuter beweegt kan bijdragen aan gezonde gewoontes en lekker buiten spelen. Wat enorm belangrijk is voor lichamelijke, mentale en sociale gezondheid.
Jullie werk ís gewoon preventie. Jullie wachten niet tot er problemen zijn, maar bouwen mee aan liefdevolle gezinnen met sterke ouders.
En ik weet het: ouders zijn niet altijd makkelijk. Ik moet toegeven: ik ben zelf een hele eigenwijze ouder. Ik heb drie kinderen; eentje is al het huis uit. Dus het is echt al lang geleden dat ik me op regelmatige tijden bij het consultatiebureau meldde. Ik had zelf nogal een mening...
Maar ik had ook een jeugdverpleegkundige die ik bij alle drie de kinderen, van het thuisbezoek bij de eerste totdat m’n jongste 4 jaar oud was, heel vaak zag. Marijke. En daardoor was er ook veel vertrouwen en had ik een band met haar. En zij wist wat ze wel en niet tegen mij moest zeggen.
Zo zijn er ouders in alle soorten en maten. En er zullen ook heel veel ouders zijn die zich vastklampen aan jullie adviezen. Omdat het een ontzettend onzekere tijd is met een eerste kindje. En het is voor jullie de uitdaging om voor elke ouder – van de meest eigenwijze tot de meest onzekere - de juiste toon te vinden. Ik heb daar heel veel bewondering voor.
En gelukkig staan jullie daar niet alleen in.
Jullie hebben het vandaag gehad over Flykids en de GIZ-methodiek en hoe je met die hulpmiddelen het contact met de ouders verder vorm en inhoud kan geven.
En ik hoop dat het jullie vandaag geïnspireerd heeft om daarmee aan de slag te gaan. En dat het helpt in die 20 minuten dat je met ouders in de spreekkamer zit.
Het helpt jullie hopelijk om snel te zien waar een gezin staat en wat een gezin nodig heeft. En dan samen te kiezen wat past.
En zoals het hoort in de zorg, gaat het om een gestructureerde, evidence-based aanpak. Maar het is vooral een praktisch gesprekshulpmiddel dat ouders echt betrekt.
Een manier om met vertrouwen te doen wat jullie het beste kunnen — verbinden en versterken in jonge gezinnen.
Nou, leuk verhaal, denkt u allemaal.
Maar: hebben wij eigenlijk wel de middelen èn de tijd om dit werk te kunnen doen. Of stuurt u ons alleen op pad met extra opdrachten?
Daar ben ik niet doof voor, en niet blind voor. Ik ken de zorgen in de Jeugdgezondheidszorg.
En dat betekent dat we dingen doen om die zorgen enigszins proberen weg te nemen. Al kan dat nooit helemaal.
We zijn bezig met de gemeenten om te zorgen dat jeugdgezondheidszorg op maat wordt ingekocht. Dat gemeenten goed kijken: wat is hier nodig als we problemen in gezinnen willen voorkomen. Zodat jullie de ruimte hebben om te doen wat nodig is voor de gezinnen in die betreffende gemeenten.
Ik ben heel erg blij met het Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord, het AZWA.
Waarin veel meer samenwerking is afgesproken tussen onder andere huisartsen en wijkteams.
Ik was ooit Kamerlid, voordat ik staatssecretaris werd, en ik heb indertijd gevraagd: neem nou de Jeugdgezondheidszorg mee in de afspraken die je maakt met gemeenten en wijkteams. Want die Jeugdgezondheidszorg is zo belangrijk als eerste plek waar de band tussen ouders en de eerstelijnszorg wordt opgebouwd.
Want dat is één van doelen in het akkoord: problemen voorkomen bij gezinnen. En jullie - de JGZ – hebben daar inderdaad een expliciete, belangrijke rol in gekregen. We zijn nu bezig om dat handen en voeten te geven. En daarover ga ik graag met jullie in gesprek.
Bovendien wil ik weten of we met extra inzet vanuit de JGZ op het terrein van medische preventie kosten besparen.
Je zou zeggen: ja natuurlijk, en dat denk ik ook.
Maar als we dat kunnen hardmaken - dan kunnen we die besparing weer inzetten voor jullie werk.
En – tot slot - ik ben bezig met een werkagenda om jullie zichtbaarheid te vergroten en jullie positie te versterken. Daarover horen jullie begin 2026 meer.
Want de waarde van jullie werk mag niet worden onderschat.
En alle steun die nodig is om jullie positie te versterken – daar doe ik aan mee.
Jullie planten de zaadjes van gezondheid. De artsen, de verpleegkundigen, de teams die gezinnen kennen bij naam.
En elk zaadje dat jullie planten, groeit door —
In gezinnen, in wijken, in een gezondere generatie.
En dat - is iets om te koesteren!