Persconferentie na ministerraad 6 december 2019

Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie van 6 december 2019. Met aandacht voor het bezoek aan de NAVO Leaders Meeting, onderwerpen in de aankomende Europese Raad en stappen in het stikstof/PFAS-dossier.

Minister-president Rutte:

Goedemiddag. Een paar dingetjes ter inleiding. Ik heb vandaag in de ministerraad verslag gedaan van een aantal internationale dingen die deze week speelden. Zo was ik met een kabinetsdelegatie in Londen voor de bijeenkomst van de NAVO. U was daar ook, anderen waren daar. En daar hebben we de zeventigste verjaardag gevierd van het bondgenootschap. En eerlijk gezegd, als je naar de aanloop van die bijeenkomst kijkt, kun je niet zeggen dat die bepaald rimpelloos was. Dat is niet onlogisch dat 29 democratieën met elkaar in overleg gaan en het op bepaalde punten wel eens met elkaar wel eens met elkaar zijn of soms ook oneens. Het is wel goed om te zien dat we er altijd weer uitkomen, dat als je met elkaar aan tafel gaat zitten, dat je uiteindelijk weer met elkaar tot gezamenlijke conclusies komt. En zo hebben we bijvoorbeeld in Londen afgesproken om de politiek-militaire samenwerking te versterken,  te verbeteren, en daarmee ook de NAVO effectiever te maken en te voorkomen dat de vergaderingen alleen maar gaan over de directe militaire kwesties, dat ze ook gaan meer over de militaire politieke context. En dat is temeer van belang, voeg ik er maar even aan toe, waar het betreft de trans-Atlantische relatie. Ik heb dat ook besproken met Johnson, premier van Engeland in ons gesprek dat we hadden en marge van de NAVO-top dat met het vertrek van het VK uit de Europese Unie die trans-Atlantische stem van het Verenigd Koninkrijk daar natuurlijk minder gehoord zal worden en dat het dan extra belangrijk is om juist in NAVO-verband dit soort dingen te kunnen bespreken.

Dan was er ook de COP25 in Madrid. Dat was alleen maar een soort aftrapbijeenkomst. En die is in die zin interessant omdat ook volgende week op de Europese Raad het klimaatbeleid op de agenda zal staan. Nederland wil graag werken aan een ambitieus internationaal klimaatdoel, maar dan moet het wel met zijn allen zijn omdat je anders het probleem krijgt dat banen naar andere landen gaan terwijl als die doelen wel goed gesteld worden samen met andere landen, dan blijven die banen hier en heb je bovendien het voordeel dat Nederland laten we zeggen in zijn innovatiekracht in staat is om daar maximaal gebruik van te maken. Het gaat er nu om volgende week te kijken of we het Europees eens worden over dat klimaatdoel voor 2050, klimaatneutraliteit 2050. Tot nu toe is er nog een probleem met Hongarije, Tsjechië en Polen. Dus drie van de vier landen uit het Visigradblok. Slowakije is het wel eens met klimaatneutraliteit in 2050 en Estland dat aanvankelijk tegen was is inmiddels ook voor. Dus de vraag gaat zijn volgende week of het lukt op die Europese Raad om daar afspraken over te maken en dat is belangrijk omdat je dan vanaf daar vanaf 2020 afspraken kan maken over het doel voor 2030.

Dat brengt me dus ook bij die Europese Raad van volgende week. Daar zal ook weer op de agenda staan: de begroting voor de komende zeven jaar, het  Meerjarig Financieel Kader. U weet wat wij willen: een gemoderniseerde EU-begroting, maar tegelijkertijd ook een begroting die financieel houdbaar is en die ook een eerlijke lastenverdeling kent. En wij denken nog steeds dat de Europese Unie de ambities die we met elkaar hebben kan financieren ook binnen het kader van het huidige MFK, dat zal dan wel groeien met de inflatie. Maar daar hoeven dus geen grote bedragen bij. Ik denk niet dat dat volgende week tot heel veel zal gaan leiden, ik vermoed dat dat een ronde zal zijn waarbij iedereen zijn standpunten herhaalt en we wellicht wel iets convergentie krijgen. Nou wat mij betreft gaat kwaliteit ook boven de snelheid. En we hebben ook nog tijd, dus waar de posities nog zover uiteen liggen is niet mijn verwachting dat dat volgende week tot overeenstemming komt. Dan uiteraard ook vandaag verder gesproken over stikstof en PFAS. Dan zie je dat we inmiddels ook al wat dingen aan het lostrekken zijn met elkaar in Nederland. Gelukkig vorige week een besluit kunnen nemen over die landelijke achtergrondwaarde van PFAS en dat heeft natuurlijk effect op de verruiming van de mogelijkheden bijvoorbeeld van het grondverzet. Dus al die bedrijven die zo vroeg in de cyclus zitten, vroeg in de keten zitten om ervoor te zorgen dat daar geen banen verloren gaan, zo min mogelijk. Ook maatregelen genomen om waar dat toch dreigt bedrijven te helpen bij het overbruggen van de moeilijke periode. Daar heb ik u vorige weer over gesproken. Belangrijk was deze week de afspraken van provincies over de beleidsregels, dat dat gelukt is. Daar gaat het over de vergunningverlening ook in het kader van de stikstofaanpak. En ondertussen werken we ook door. We komen als het kan volgende week of de week daarop weer met een volgende brief met daarin weer de voortgang op een aantal van deze dossiers en zo zullen we regelmatig de Kamer en daarmee ook jullie blijven updaten over waar we staan. Volgende week ben ik dus in Brussel. En dat betekent dat op deze plek Hugo de Jonge, vicepremier, het woord zal voeren.