Akkoord over uitwerking Nationaal Programma Onderwijs

Het Nationaal Programma Onderwijs waarmee 8,5 miljard euro voor het onderwijs is vrijgemaakt, heeft verdere uitwerking gekregen. Met twee bestuursakkoorden worden vandaag afspraken gemaakt over de besteding van de middelen waarmee middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs en onderzoek de komende twee jaar ondersteund worden. Ook komt er een maatschappelijke begeleidingscommissie die onder leiding van Kim Putters kijkt naar de effecten van het Nationaal Programma voor jongeren. De ministerraad heeft ingestemd met de uitgewerkte plannen.

Voor het mbo en hoger onderwijs komt in totaal 2,7 miljard euro beschikbaar. Een deel hiervan is voor de halvering van het les-, cursus- en collegegeld, de verlenging van het studentenreisproduct en de compensatie van het toenemend aantal studenten. Het bedrag waarover de bestuursakkoorden gesloten worden betreft voor het onderwijs 600 miljoen euro, en voor het onderzoek circa 162 miljoen euro. 

Bestuursakkoord middelbaar beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten 

In het bestuursakkoord maakt minister Van Engelshoven afspraken over hoe instellingen het geld gaan inzetten om het welzijn van studenten te bevorderen en studievertraging te voorkomen en terug te dringen. Ook zijn afspraken gemaakt over de besteding van en de monitoring en verantwoording over deze middelen door de onderwijsinstellingen. 

Met de Vereniging van Universiteiten (VSNU), de Vereniging Hogescholen, de MBO Raad, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de Nederlandse Levensbeschouwelijke Universiteiten (NLU) is afgesproken dat de middelen geïnvesteerd kunnen worden in een zestal thema’s: soepele in- en doorstroom, welzijn van studenten, ondersteuning en begeleiding van studenten op het gebied van stages en coschappen in medische opleidingen, studievertraging en uitval in lerarenopleidingen en de aanpak van jeugdwerkloosheid. Universiteiten, hogescholen en mbo-scholen krijgen de ruimte om hierin maatwerk toe te passen en regionale behoeften mee te nemen in hun afweging over te ondernemen acties om de studievertraging bij studenten in te halen en te voorkomen. Hierbij zullen studenten en onderwijspersoneel nauw betrokken worden.

Bestuursakkoord onderzoek universiteiten en hogescholen

Met oog op de situatie voor onderzoekers aan universiteiten en hogescholen wordt vandaag ook een akkoord getekend waarin de besteding van de onderzoeksmiddelen is uitgewerkt. Veel onderzoek heeft sinds het begin van de coronacrisis vertraging opgelopen. Zo was er beperkter toegang tot laboratoria, faciliteiten en de praktijkomgeving en was er extra tijdsbesteding voor het organiseren van digitaal onderwijs nodig. Daarom is in dit bestuursakkoord afgesproken dat onderzoekers met een tijdelijke aanstelling, waarvan het onderzoek vertraging heeft opgelopen door de coronacrises, in staat worden gesteld om hun onderzoek af te ronden. Het akkoord wordt getekend door minister Van Engelshoven, de Vereniging van Hogescholen, de VSNU, de NLU, de NFU, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Hiervoor komt in totaal 162 miljoen euro beschikbaar.

Primair en voortgezet onderwijs

Het is heel belangrijk dat kinderen en jongeren alle kansen krijgen op een goede toekomst, ondanks de coronacrisis, en dat het beschikbare geld van het Nationaal Programma Onderwijs daarvoor goed wordt ingezet. Het kabinet heeft voor de komende twee jaar 5,8 miljard euro beschikbaar gesteld voor het primair en voortgezet onderwijs. Scholen maken hiervoor een plan op basis van de onlangs gepubliceerde menukaart met bewezen effectieve manieren om achterstanden in te lopen en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Besturen en lerarenteams kiezen hieruit welke maatregelen het beste passen in de school en bij de uitdagingen die daar spelen.

Jongeren

Het Nationaal Programma wordt nauwlettend gemonitord onder begeleiding van wetenschappers, zodat we indien nodig kunnen bijsturen. Daarnaast komt er een maatschappelijke begeleidingscommissie: het Platform Perspectief Jongeren onder leiding van Kim Putters. Deze commissie zal kijken of de maatregelen effect hebben op de levens en kansen van jongeren en wat er aan het einde van het Nationaal Programma nodig is om dat duurzaam voort te zetten. Ook is het essentieel dat leraren actief betrokken zijn bij de aanpak op school. Als ze daar vragen of zorgen over hebben, kunnen zij dit melden bij de helpdesk voor het Nationaal Programma.