Overheid gaat desinformatie en nepnieuws tegen
Desinformatie, misinformatie en nepnieuws kunnen tot onrust en onzekerheid in de samenleving leiden. Daarom neemt de overheid maatregelen. En heeft de Europese Unie regels gemaakt voor grote technologiebedrijven, zoals Google, Facebook en X.
Risico’s van nepnieuws en desinformatie
Als onjuiste informatie zich verspreidt, kan dat voor onrust en angst zorgen, maar ook voor gevaarlijk gedrag.
Meestal is de invloed klein. Bijvoorbeeld toen het onware verhaal rondging dat escortbureaus het extra druk hadden rond de NAVO-top in Den Haag. Soms zijn de gevolgen groter. In de coronacrisis was er veel desinformatie over vaccins, bijvoorbeeld over dat ze gevaarlijker waren dan de ziekte zelf. Of dat je bleekwater moest drinken om niet ziek te worden. Daardoor werden mensen ziek omdat ze bleekwater dronken. Daarnaast werden zorgmedewerkers en wetenschappers bedreigd.
De overheid wil de risico’s van desinformatie zoveel mogelijk beperken en de samenleving beschermen, vooral:
- democratische processen, bijvoorbeeld tegen onjuiste informatie over het verkiezingsproces;
- de volksgezondheid, bijvoorbeeld tegen onjuiste informatie over vaccinaties;
- sociale en maatschappelijke stabiliteit, bijvoorbeeld tegen extreme complottheorieën;
- internationale veiligheid en stabiliteit, bijvoorbeeld tegen buitenlandse inmenging.
Zorgen om echte en neppe berichten op het internet
Mensen maken zich zorgen over misleidende en onjuiste berichten op internet. Dat blijkt uit het Digital News Report 2025 van het Commissariaat voor de Media. Het aandeel Nederlanders dat zich zorgen maakt over wat echt en wat nep is op internet, is gestegen van 30% in 2018 naar 43% in 2025.
Maatregelen tegen onjuiste en misleidende informatie
Het kabinet gaat desinformatie, misinformatie en nepnieuws met verschillende maatregelen tegen. Daarbij staan grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid voorop.
Informatie en hulp om nepnieuws te herkennen
Een van de maatregelen is om mensen weerbaarder maken tegen desinformatie en nepnieuws. Zodat iedereen onjuiste informatie herkent. Daarom wil de overheid de digitale vaardigheden van alle Nederlanders verbeteren. En steunt de overheid de websites Isdatechtzo.nl en Dichterbijhetnieuws.nl. Deze websites benadrukken waarom betrouwbaar en onafhankelijk nieuws zo belangrijk is. Ook laten ze zien hoe desinformatie werkt. En hoe het te herkennen is.
Mediawijsheid op school
Ook scholen kunnen ervoor kiezen leerlingen te leren hoe ze veilig omgaan met het internet. Dit heet mediawijsheid. Bijvoorbeeld met speciale lespakketten: daarmee leren ze bijvoorbeeld beter met sociale media omgaan. En slim informatie zoeken en beoordelen. Een voorbeeld van een lesmethode is de nepnieuws-game Bad News.
Factcheckers, media en wetenschap ondersteunen
Mensen die verhalen en feiten controleren (factcheckers), media, wetenschappers en ngo’s hebben ook een rol in het tegengaan van desinformatie. Zo controleert de website Nieuwscheckers, van de Universiteit Leiden twijfelachtige uitspraken en nieuwsberichten. Ze leren mensen om kritisch naar berichten te kijken.
Nederlandse en Vlaamse factcheckers, mediaprofessionals en wetenschappers werken samen in BENEDMO. Samen controleren zij nieuws, en maken ze campagnes over mediawijsheid. Ook monitort BENEDMO of Europees beleid tegen desinformatie werkt.
Ondersteunen van gemeenten en provincies
De Rijksoverheid helpt gemeenten en andere lokale overheden om goed te reageren bij desinformatie, misinformatie en nepnieuws. Zo kreeg de gemeente Bodegraven in 2021 te maken met onjuiste berichten, waardoor grote groepen mensen bloemen en folders kwamen leggen op de graven van kinderen. Dit tegen de wil van nabestaanden in. Ook kwamen er bij de gemeente tientallen bedreigingen binnen.
Om de gevolgen van desinformatie of misinformatie te verkleinen heeft de Rijksoverheid de handreiking omgaan met misinformatie voor medeoverheden gemaakt. Voor bijvoorbeeld politici en communicatieadviseurs. In de handreiking staan tips zoals:
- wie zich binnen een organisatie het beste kan bezighouden met het tegengaan van onjuiste en misleidende informatie;
- welke preventieve maatregelen organisaties kunnen nemen;
- wat effectieve reacties zijn.
Europese Unie gaat onjuiste en misleidende informatie tegen met de Digital Service Act
Ook de Europese Unie ziet de gevaren van desinformatie, misinformatie en nepnieuws. In de Digital Services Act (DSA) staan daarom regels voor online platformen zoals Google, Facebook en X. Het doel van de DSA is om online:
- de verspreiding van illegale en strafbare informatie tegen te gaan;
- de verspreiding van schadelijke, maar niet strafbare inhoud, zoals desinformatie tegen te gaan.
De DSA verplicht alle online platformen om:
- transparant te communiceren over wat ze doen om onjuiste en misleidende informatie tegen te gaan. Bijvoorbeeld in hun algemene voorwaarden.
- bereikbaar te zijn voor slachtoffers van onjuiste of misleidende informatie. Bijvoorbeeld wanneer er van iemand een nepprofiel is aangemaakt, of als er van iemand een deepfake rondgaat. Mensen die hiermee te maken krijgen, moeten dit altijd kunnen melden bij het platform.
De DSA verplicht daarnaast de grootste online platformen, zoals Facebook, TikTok en X, om maatregelen te nemen tegen desinformatie. Door bijvoorbeeld te controleren of berichten wel kloppen. En onjuiste berichten te voorzien van een waarschuwing, of minder zichtbaar te maken.
Belangrijk is dat de platformen daarbij wel de vrijheid van meningsuiting beschermen. Dat betekent dat ze desinformatie niet altijd verwijderen. Als een platform een bericht verwijdert of voorziet van een waarschuwing, moet de plaatser van dat bericht in beroep kunnen gaan tegen dat besluit.
Kamerbrieven over desinformatie
Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie
Bekijk ook andere Kamerbrieven over desinformatie.