Toespraak minister Van Weel Rotterdam Summit
Toespraak van minister Van Weel (JenV), bij de Rotterdam Summit in de Doelen in Rotterdam op woensdag 14 mei 2025.
Beste aanwezigen,
Wat bijzonder om op deze dag hier bij elkaar te zijn. Om juist vandaag met elkaar te bedenken wat ons te doen staat om wereldstad en wereldhaven Rotterdam en het achterland zo veilig mogelijk te houden.
Caroline Nagtegaal noemde het net al: het is precies 85 jaar geleden dat de bommen vielen en het hart uit Rotterdam rukten. Daar is veel tijd overheen gegaan. En tegelijkertijd lijkt het nog niet zo heel lang geleden. Zeker vandaag niet.
In mijn jeugd kwam je in Rotterdam geregeld mensen tegen die het bombardement hadden meegemaakt. Vooral in deze tijd van het jaar kwamen de herinneringen boven. Mensen begonnen er zomaar over te praten. Bij de kapper, in winkels, bij de tramhalte. Over hoe verbijsterend snel hun vertrouwde omgeving in oorlogsgebied was veranderd. Over de mensenmeute waarmee ze naar het voetbalveld van Excelsior renden, omdat de Duitsers daar geen bommen zouden gooien. Over de smeulende en rokende puinhoop, waar ooit het centrum van de stad was geweest.
Die ooggetuigen zijn er steeds minder. Maar hun verhalen zijn gebleven. En de gemarkeerde brandgrens ligt nog altijd, voor iedereen duidelijk zichtbaar, als een litteken in de stad.
De vraag aan ons, vandaag is: wat valt er te leren van dat verleden? Hoe kunnen we in deze tijd met allerlei dreiging, zorgen dat we voorbereid zijn? Hoe geven we Rotterdam, ons land en ons deel van de wereld veerkracht?
We kunnen dat alleen met elkaar. Want samen sta je sterker. Het thema van deze Rotterdam Summit is ook mijn eigen thema. Veiligheid is een zaak van ons allemaal. Van ondernemers en bestuurders. Van politie en douane. Van grote bedrijven of instellingen, en van kleinere.
En uiteraard van de overheid. Ons land wordt een stuk veiliger als we gezamenlijk paraat zijn, weten wat ons te doen staat in noodsituaties en op elkaar kunnen rekenen.
Vorige week was ik in Oekraïne. Ik ben onder meer op bezoek geweest in een energiecentrale. Het is indrukwekkend om te zien hoe gedreven iedereen daar werkt om schade door de Russen te beperken en te herstellen. De boel draaiend houden: daar gaat het om. Op dat punt kunnen we veel van de Oekraïners leren.
Denk ook maar aan de stroomstoring van vorige maand in Spanje en Portugal. En de schrik die dát gaf. Er moesten onder meer tienduizenden treinreizigers worden bevrijd. Ook daar was de belangrijkste vraag: hoe krijg je zo snel mogelijk alle netwerken weer aan de praat?
Zulke situaties moeten we voor eigen omgeving en eigen land nu al doordenken. Weten hoe, met wie en in welke volgorde we dan direct aan de slag kunnen. Dat scheelt kostbare tijd.
Ik wil even met u terug naar het Rotterdam van kort vóór de Tweede Wereldoorlog.
Toen was dit ook al een zeer bedrijvige stad. Zo zat aan de Rotte de oude azijnfabriek van Tromp & Rueb. Er was ook een nieuwe fabriek gekomen, die machinaal betaalbaar brood maakte voor de stadsbevolking. Het kolenimperium van de handige zakenman Van Beuningen zetelde aan de Maas.
Er was handel, er was geld, er was leven. Rotterdam bruiste. Op oude foto’s zie je overal bussen en trams, auto’s en koetsen, fietsen en voetgangers. Allemaal door elkaar. Overal werd gesloopt, gebouwd en ruimte gemaakt. Voor vernieuwende industrie, voor vervoer en voor vertier.
Rotterdam werkte aan een grootse toekomst. Weinig mensen waren zich ervan bewust hoe kwetsbaar de havenstad juist door al die voorspoed was geworden. Een vijand die Rotterdam platlegde, sloeg een grote slag. Maar mensen gokten erop dat Nederland wel weer neutraal zou blijven. Als er al oorlog kwam.
De vallende bommen maakten een einde aan die illusie.
De vergelijking met deze tijd ligt voor de hand. Zeker, er zijn ook grote verschillen met toen. De dreiging én de geopolitieke verhoudingen zijn anders.
Toen ging het om bommen, nu om cyberaanvallen, stroomuitval en doorgeknipte zeekabels. Maar ook nu is de strategische positie van Rotterdam en de wereldhaven een flinke factor. En dus is dit hele gebied opnieuw kwetsbaar.
Toen ik vorig jaar terugkeerde uit Brussel, viel het me sterk op hoe weinig mensen zich ervan bewust leken wat er in deze tijd op ons afkomt. Je mag er natuurlijk wel op hopen dat het meevalt, maar je kunt er niet op rekenen.
Gelukkig zie ik dat het tij aan het keren is. Ik zie ook dat veel bedrijven en organisaties, zoals de uwe, keihard werken aan die weerbaarheid. Aan backupsystemen, aan noodmaatregelen, aan het dichten van gaten. Aan herstelvermogen en aan veerkracht.
Nu is het zaak om de rijen te sluiten. Om te zorgen dat iedereen kan meekomen en dat alle puzzelstukken in elkaar gaan passen. In het hele land en ook zeker in dit gebied.
De wereld is onveiliger geworden. Er is oorlog op het Europese continent. Ook in eigen land hebben we te maken met een toenemende hybride en militaire dreiging.
Rotterdam en de Rotterdamse haven vormen samen een vitaal knooppunt voor onze economie. De haven is de toegangspoort tot Europa en cruciaal voor de veiligheid van het achterland.
Stel dat een NAVO-land wordt aangevallen. Dan zal Nederland doorvoerland zijn voor de troepen en het materieel van het bondgenootschap.
Ook vanwege die essentiële positie, kan de haven het doelwit worden van hybride dreigingen, cyberaanvallen, sabotage en spionage. Uitval, verstoring of manipulatie in de haven kunnen grote gevolgen hebben voor de stad, voor Nederland en het Europese achterland. Het kan de nationale veiligheid laten wankelen.
Dat is geen doemdenken. Dat is wat we moeten zien te voorkómen. Ik ben een optimistisch mens. Ik richt me op oplossingen. Als we een grote weerbaarheid opbouwen, heeft dat ook een grote afschrikkende werking. Ook daarom is het herstellend vermogen en de veerkracht van dit gebied zo belangrijk.
En ik zei het al: daar staan we met elkaar voor aan de lat.
De allergrootste bedrijven en organisaties onder u lopen voorop. Die hebben de middelen om daar een project van te maken. Ik begrijp dat het lastig is voor de kleinere bedrijven en organisaties. U moet al zoveel. Zo moet u zich bijvoorbeeld ook weren tegen drugscriminaliteit.
Maar het is beter te hanteren, als u met elkaar optrekt en elkaar steunt. Door elkaar te helpen, te motiveren en uit te wisselen, lukt er meer.
Dus staar u niet blind op alleen het eigen stuk van de puzzel. Het gaat erom hoe dat past in het hele verhaal. Los het samen op. Denk vooruit en denk aan elkaar.
Alleen met een breed gedragen aanpak kunnen we dit gebied veilig houden. Dus is mijn boodschap hier vandaag: vraag u steeds af hoe u de bredere aanpak kunt versterken. Hoe u kunt bijdragen aan de weerbaarheid van onze stad, van onze wereldhaven en van het achterland.
Beste aanwezigen, ik heb er vertrouwen in. Het Rotterdamse bedrijfsleven loopt voorop in vele opzichten. De haven is één en al organisatorisch en logistiek vernuft. U speelt hier in de hoogste divisie. Als het ergens lukt om de weerbaarheid over de hele linie state of the art te krijgen, dan is het wel hier. En daarmee kan Nederland ook internationaal aankomen in de kopgroep, zeker ook binnen de EU en de NAVO.
Ik zei het net al: er zijn steeds minder ooggetuigen van het bombardement op Rotterdam. Wij zijn allemaal van ná de oorlog. Laten we, met elkaar, alles op alles zetten, om dát zo te houden!
Dank u wel.