EU-landen akkoord over digitale euro

De EU-landen hebben vandaag een akkoord bereikt over een digitale euro. De digitale euro is een digitale vorm van contant geld, uitgegeven door de Europese Centrale Bank. Het is een extra manier om in de toekomst (anoniem) te kunnen betalen, naast geld op een bankrekening of contant geld. Het is dus niet verplicht.

De EU-landen zijn tot een akkoord gekomen nadat de Europese Commissie in juni 2023 een voorstel presenteerde voor de invoering van een digitale euro. Nederland heeft zich hard gemaakt voor strenge privacyvoorwaarden, niet-programmeerbaarheid en offline gebruik. Deze onderdelen zijn nu goed verankerd in de verordening. Ook heeft Nederland er op ingezet dat de kosten voor het gebruik van een digitale euro laag blijven voor winkeliers.

Een digitale euro is er op zijn vroegst in 2029. Het Europees Parlement moet nog instemmen. Daarna moeten de EU-landen en het Europees Parlement samen tot overeenstemming zien te komen.

Betalen met de digitale euro: online én offline

Voor het gebruik van digitale euro’s kan straks iedereen bij een bank een aparte rekening openen. Betalen kan met behulp van de app van de bank, een ECB-app of een aparte betaalkaart. Er komt een online en een offline variant van de digitale euro. Bij de online variant is privacy vergelijkbaar met andere digitale betaalmethoden, zoals pinnen of betalen met je telefoon. De offline digitale euro biedt nog meer privacy en werkt bijvoorbeeld door telefoons dicht bij elkaar te houden. Dit laatste betekent dat betalingen ook mogelijk zijn in geval van een internet-, stroom- of bankstoring.

Voor de digitale euro zal een acceptatieplicht gelden voor winkeliers. Als winkeliers nu pinbetalingen accepteren, zullen ze op dezelfde manier digitale euro betalingen moeten accepteren. De eerste jaren zal dit voor Nederlandse winkeliers niet duurder zijn dan vergelijkbare bestaande betalingen. En ook op de lange termijn zijn er maatregelen om hoge kosten voor winkeliers te voorkomen.

De EU-landen zien de digitale euro als een extra betaalmiddel en is niet bedoeld om mee te sparen. Er zal daarom een aanhoudingslimiet gaan gelden, wat betekent dat er een maximum komt voor het aantal digitale euro’s dat je kunt aanhouden. Gebruikers ontvangen bovendien geen rente, net zoals dat dit bij contant geld niet het geval is.

Niet-programmeerbaarheid

De EU-landen zijn het er unaniem over eens dat de digitale euro, of de techniek daarachter, niet programmeerbaar mag zijn. Dat betekent dat het gebruik van de digitale euro niet kan worden gekoppeld aan een bepaald doel. De opname van dit verbod in de verordening zorgt voor een stevige verankering.

Kosten

Standaard diensten, zoals het openen of sluiten van een digitale euro rekening en betalen met de digitale euro, zullen voor de consument gratis zijn. Het opzetten en mogelijk maken van de digitale euro kost wel geld. De Europese Centrale Bank neemt een deel van de kosten van het betalingsverkeer op zich. Daarnaast leveren banken, betaaldienstverleners en winkeliers een bijdrage. In de eerste jaren worden winkeliers beschermd tegen hogere tarieven. Als na enkele jaren meer bekend is over de daadwerkelijke kosten voor banken en betaaldienstverleners, worden de tarieven hierop aangepast.