Defensie koopt middelen en materieel om Noordzee te beschermen

Defensie schaft camera’s en radarsystemen aan voor booreilanden en windmolens op zee. De krijgsmacht investeert daarnaast in satellietdata. Met deze waarnemingsmiddelen is dreiging tegen vitale infrastructuur op de zeebodem eerder te onderkennen. Voor de beveiliging van de Noordzee koopt Defensie ook 2 nieuwe schepen. Dat heeft staatssecretaris Christophe van der Maat de Tweede Kamer laten weten.

Defensie draagt sinds een half jaar permanent bij aan het in beeld brengen van dreigingen op zee. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de Kustwacht. Met de aanschaf van genoemde middelen versterkt de militaire organisatie zijn ISR-capaciteit (intelligence, surveillance en reconnaissance). Deze capaciteit draagt bij aan de afschrikking van mogelijke plegers van sabotage en spionage.

Satellieten

De dreiging bestaat vooral uit oppervlakteschepen waarvan de bemanning ongewenste activiteiten onder water uitvoert. Dat is bijvoorbeeld het verkennen of beschadigen van olie- en gasleidingen of internetkabels. Dit soort kwaadwillenden krijgen het nu een stuk lastiger om dat ongemerkt te doen. Want satellieten met een ‘synthetic aperture radar’ herkennen namelijk ook vaartuigen die hun identificatiesysteem hebben uitgeschakeld.

Defensie houdt het Nederlandse verantwoordelijkheidsgebied op de Noordzee in de gaten, maar ook het gebied dat daaraan grenst. Hierbij wordt ook samengewerkt met andere landen. Schepen die mogelijk een dreiging vormen, zijn zo eerder op te sporen. Overigens koopt Defensie de satellietcapaciteit voorlopig commercieel in. Vanaf 2027 beschikt de krijgsmacht er zelf over.

2 nieuwe schepen

Voor de beveiliging van de Noordzee koopt Defensie verder 2 nieuwe, relatief eenvoudige, schepen. Ze krijgen een kleine bemanning en zijn uitgerust met sensoren en onderwaterapparatuur om verdachte situaties te onderzoeken. De minister stuurt over deze vaartuigen in 2024 nog een brief aan de Kamer.

Samenwerking

Behalve Defensie leveren ook andere instanties bijdragen aan de bescherming van de vitale infrastructuur op de Noordzee. In het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur werken meerdere ministeries samen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft hierbij een voortrekkersrol.

Nederland werkt ook internationaal samen met landen die grenzen aan de Noordzee. Defensie doet dat binnen de NAVO, de Joint Expeditionary Force en de Northern Naval Capability Cooperation. Binnen dit laatste verband is onlangs in Den Haag een onderzoekscentrum geopend met het oog op beveiliging van onderzeese infrastructuur, het zogenoemde Seabed Security Experimentation Centre.