Internationale aanpak ondermijnende criminaliteit

Criminelen verdienen veel geld met de internationale handel in cocaïne, heroïne, xtc en cannabis. Ze wassen hun criminele vermogen wit en ondermijnen de samenleving door bijvoorbeeld ambtenaren en bankiers om te kopen. Door internationaal samen te werken probeert de overheid internationale criminele activiteiten zo veel mogelijk te verstoren.

Nederland is een spil in de wereldwijde illegale drugshandel. Enerzijds produceert en exporteert Nederland synthetische drugs zoals MDMA. Anderzijds komen vanuit Latijns-Amerika drugs zoals cocaïne naar Nederland. Zo’n 90% daarvan vindt daarna zijn weg naar andere landen.

Hoeveel internationale criminele netwerken verdienen met de handel in cocaïne, heroïne, xtc en cannabis is onbekend. Ze wassen hun criminele vermogen wit, bijvoorbeeld door auto’s, kunst, huizen en bedrijven te kopen. Ze betalen bijvoorbeeld cash of met cryptomunten, of via ondergrondse banken of financiële schijnconstructies.

De criminele netwerken zijn moeilijk aan te pakken ook doordat ze veel geld verdienen. Daarmee kunnen ze bijvoorbeeld ambtenaren, politici, notarissen en bankiers omkopen, en topadvocaten in dienst nemen. Ook veranderen ze razendsnel hun handel en organisatie: ze stappen over op andere drugs, starten nieuwe handelsroutes en vinden doorlopend nieuwe methoden om drugs te smokkelen.

Verstoren internationale criminele activiteiten

Het kabinet wil internationale criminele activiteiten zo veel mogelijk verstoren. Het wil wereldwijde criminele netwerken, en hoe ze hun geld verdienen, ontregelen en oprollen.

Het kabinet richt zich in de internationale aanpak tegen ondermijnende criminaliteit op:

  • drugssmokkel stoppen zo dicht mogelijk bij de bron;
    Bijvoorbeeld door samen te werken met landen die drugs produceren en doorvoeren.;
  • drugs die toch Nederland bereiken op vliegvelden en havens tegenhouden;
    Bijvoorbeeld door havenpersoneel weerbaarder te maken tegen criminelen, meer en betere camera’s en afspraken met rederijen en anderen bedrijven. De maatregelen die het kabinet neemt, staan in het Plan van aanpak drugssmokkel via mainports van 4 november 2022. 
  • drugs tegenhouden die Nederland bereiken en het land weer verlaten;
    Bijvoorbeeld door meer postpakketten te controleren.
  • criminelen in hun portemonnee raken;
    Bijvoorbeeld door witwassen en ondergronds bankieren aan te pakken. En crimineel vermogen - geld, juwelen en huizen - af te pakken. Daarmee voorkomt het kabinet ook dat illegaal verdiend geld in de bovenwereld terecht komt.

Voorbeelden internationale samenwerking

De overheid wil meer samenwerken met andere landen en internationale organisaties:

  • Sinds december 2021 werkt Nederland samen met België, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje tegen georganiseerde misdaad. Deze landen hebben grote, internationale havens waardoor drugs Europa bereiken. Deze zogenoemde coalitie van 6 Europese landen werkt aan een platform waarin informatie kan worden uitgewisseld, bijvoorbeeld over nieuwe smokkelmethoden.
  • Nederland zet in op samenwerking met landen in Latijns-Amerika en de Cariben. Dit gebeurt bijvoorbeeld als onderdeel van het programma EL PAcCTO 2.0 van de Europese Commissie. Ook stuurt Nederland meer verbindingsofficieren naar die regio om sneller informatie uit te kunnen wisselen over drugssmokkel.
  • Nederland maakt afspraken met landen waar criminele organisaties hun geld uitgeven of witwassen. Criminelen betalen elkaar vaak via netwerken van geldmakelaars, bankiers en koeriers, die grote sommen geld ongezien naar een ander land brengen. Of bijvoorbeeld betalen met crypto’s waarbij de rekeninghouders anoniem zijn.  Zo heeft Nederland sinds 1 augustus 2023  een verdrag voor rechtshulp en uitlevering met de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en wil Nederland bijvoorbeeld meer gaan samenwerken met Marokko.

Samenwerkende organisaties tegen ondermijnende criminaliteit

Verschillende organisaties werken samen tegen internationale, ondermijnende criminaliteit, zoals:

  • Openbaar Ministerie (OM);
  • politie;
  • douane;
  • bijzondere opsporingsdiensten;
  • ministeries;
  • Europese Unie;
  • Europol;
  • Eurojust (EU-Agentschap voor justitiële samenwerking in strafzaken);
  • Verenigde Naties;
  • Maritiem Analyse- en Operatiecentrum op het gebied van verdovende middelen (MAOC-N),
    waarin verschillende EU-landen informatie uitwisselen over de handel en smokkel in verdovende middelen.

Wat deze organisaties doen

Deze organisaties:

  • wisselen informatie uit en delen kennis met elkaar;
  • stemmen hun internationale beleid met elkaar af;
  • werken samen met andere landen aan opsporing en vervolging;
  • leveren verdachten aan elkaar uit of verhoren getuigen of beklagen voor elkaar;
  • werken samen aan voorstellen voor nieuw beleid en wetten en regels tegen grensoverschrijdende criminaliteit.