Persoonsgebonden budget ook inzetbaar voor zorg in instelling

De ministerraad heeft ingestemd met een wijziging van het Besluit langdurige zorg (Blz) waardoor inwoners met een pgb in kleinschalige wooninitiatieven hun pgb behouden als het wooninitiatief zorg gaat leveren via een zorgkantoor. De individuele zorgafspraken van individuele inwoners van een wooninitiatief blijven dan de basis voor de zorgvraag in plaats van collectieve afspraken via een zorgkantoor. De zorgvraag van mensen wordt daarmee vooropgesteld in plaats van de financieringsvorm. Daarnaast wordt gewijzigd onder welke voorwaarden iemand vergoeding van zorg met verblijf in een instelling mee kan nemen naar de Europese Unie (EU), de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland. Ook worden de terugwerkende kracht van indicatiestellingen door het Centrum Indicatiestelling zorg (CIZ) en de betaling van bijkomende zorgkosten verduidelijkt.

Pgb voor kleinschalige wooninitiatieven

Op dit moment verliezen inwoners van kleinschalige wooninitiatieven hun pgb als zij dit volledig besteden bij een initiatief dat gecontracteerd wordt door een zorgkantoor. Het wooninitiatief levert dan namelijk geen zorg meer vanuit het pgb maar op basis van afspraken via een zorgkantoor. Met de wijziging van het Blz wordt een uitzondering gemaakt voor een specifieke groep pgb-houders die wonen in een wooninitiatief op het moment dat het wooninitiatief zorgafspraken maakt met een zorgkantoor. Door deze uitzondering te maken voor deze specifieke groep kunnen zij hun pgb behouden en wordt het voor kleinschalige wooninitiatieven makkelijker om over te stappen naar zorg die ingekocht wordt via een zorgkantoor. 

Zorg met verblijf in een instelling in het buitenland

Daarnaast veranderen de voorwaarden voor het meenemen van zorg met verblijf in een instelling naar landen binnen de EU, de EER en Zwitserland. Deze vorm van zorg kan op dit moment alleen gebruikt worden voor een periode van maximaal dertien weken en als de persoon in kwestie ook in Nederland al deze zorg ontving. Deze twee voorwaarden vervallen voor landen binnen de EU, de EER en Zwitserland. Voor andere landen blijven de voorwaarden gelden. 

Indicatiestelling met terugwerkende kracht

Een verzekerde kan met deze wijziging zorg met verblijf in een instelling vergoed krijgen met terugwerkende kracht, bijvoorbeeld als de verzekerde met spoed opgenomen moet worden in een instelling. Een besluit met terugwerkende kracht kan verleend worden onder bijzondere omstandigheden en enkel bij zorg met verblijf in een instelling. Voorbeelden van bijzondere omstandigheden zijn een onvoorziene verandering in de gezondheidssituatie of het plotseling wegvallen van mantelzorg. 

Bijkomende zorgkosten

Naast de terugwerkende kracht van indicatiebesluiten wordt ook de betaling van bijkomende zorgkosten uit het pgb verduidelijkt. Bijkomende kosten zijn bijvoorbeeld kosten als cursussen of entreegelden voor zorgverleners. Hiervoor hanteren zorgkantoren een vergoedingenlijst. Met de wijziging van het Blz wordt het mogelijk om de bijkomende kosten verder uit te werken per ministeriële regeling, waardoor aangesloten wordt bij de praktijk. 

Het gewijzigde besluit zal medio juli worden gepubliceerd, waarna de wijziging over de terugwerkende kracht van het indicatiebesluit op 1 september in zal gaan. De andere wijzigingen zullen in de loop van het najaar ingaan na publicatie in het Staatsblad.