Bemanningseisen in de binnenvaart
De overheid stelt eisen aan de bemanning van binnenvaartschepen. Zodat er veilig gevaren wordt. Bijvoorbeeld aan de opleiding en ervaring van de bemanningsleden.
Opleidingseisen en werkomstandigheden bemanning binnenvaartschepen
Voor de veiligheid in de binnenvaart zijn er regels voor:
- De deskundigheid van de bemanning. Een deskundige schipper heeft een vaarbewijs nodig. Ook wel kwalificatiecertificaat schipper genoemd. Ook de overige bemanningsleden moeten een kwalificatiecertificaat voor hun functie hebben. Deze functie staat in hun dienstboekje.
- Het aantal bemanningsleden dat nodig is om een schip veilig te laten varen. Deze minimumbemanning hangt af van:
- de lengte van het schip;
- het aantal vaaruren (ook wel de exploitatiewijze genoemd);
- de technische uitrusting van het schip. Dat zijn eisen voor de bouw, inrichting en uitrusting van het schip.
- De rusttijden van de bemanningsleden.
Speciaal vaarbewijs voor schippers van rondvaartboten
Sinds 1 juni 2025 moeten schippers van open rondvaartboten een speciaal vaarbewijs voor rondvaartboten hebben. Eerder was een klein vaarbewijs genoeg. Schippers hebben 3 jaar om dit nieuwe certificaat te halen. Na 1 juni 2028 controleert de Inspectie Leefomgeving en Transport of iedereen zich aan de nieuwe regels houdt.
Wetten en regels voor de binnenvaart
Er gelden verschillende regels voor bemanning van binnenvaartschepen:
- In de Binnenvaartwet staan alle regels voor de binnenvaart.
- In de Binnenvaartregeling en het Binnenvaartbesluit staan de regels voor de binnenvaart gedetailleerder uitgewerkt.
- Regels over opleiding en ervaring van bemanning staan in de Richtlijn beroepskwalificaties in de binnenvaart van de Europese Unie. Deze zijn verwerkt in de Nederlandse regelgeving.