Toespraak minister-president Schoof bij de Bijzondere Verenigde Vergadering Staten-Generaal - 80 jaar vrijheid
Dick Schoof hield in Den Haag een toespraak tijdens de Bijzondere Verenigde Vergadering van de Eerste en Tweede Kamer. Het is precies 80 jaar geleden dat het parlement voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog weer in gezamenlijkheid bijeenkwam.
Majesteit,
Koninklijke Hoogheid,
Mevrouw en mijnheer de voorzitter,
Dames en heren,
20 november 1945 is niet alleen een historische datum voor Nederland, maar voor de hele wereld.
Hier, in Den Haag, markeerde die eerste naoorlogse Prinsjesdag het herstel van de constitutionele monarchie en de parlementaire democratie in ons land.
Na 5 lange, pikdonkere jaren was Nederland weer vrij – baas in eigen huis.
In Neurenberg begon op diezelfde dag het allereerste oorlogstribunaal ooit.
Daar stonden de kopstukken van het naziregime terecht voor de afschuwelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die zij hadden gepleegd.
De Amerikaanse hoofdaanklager, Robert Jackson, hield er een beroemde openingstoespraak.
Daarin kwalificeerde hij de keuze van de geallieerde overwinnaars voor recht in plaats van vergelding, als een historische knieval van macht voor rede.
En nog altijd geldt dit tribunaal als een van de fundamenten waarop de bestaande internationale rechtsorde is gebouwd.
Onze Grondwet, met alle rechten en vrijheden die daarin worden gegarandeerd
Daarmee zijn meteen een paar van de belangrijkste factoren genoemd die in de afgelopen 80 jaar bepalend zijn geweest voor het welvarende, vrije, en veilige Nederland waarin wij wonen.
Democratie.
Ons constitutioneel bestel – dus onze Grondwet, met alle rechten en vrijheden die daarin worden gegarandeerd.
En de beschermende inbedding van Nederland in internationale organisaties als de NAVO, de Europese Unie en de Verenigde Naties.
Het maakt ons sterker.
Ik wil daar vandaag nog 1 ander begrip aan toevoegen.
Samenwerking.
En dan bedoel ik met name de samenwerking in dat unieke Nederlandse overlegmodel tussen werkgevers, werknemers en politiek.
Het is niet toevallig dat we nog maar een paar weken geleden stilstonden bij 80 jaar Stichting van de Arbeid en 75 jaar Sociaal Economische Raad.
Ook die polder van ons wortelt in de geschiedenis van oorlog en bevrijding.
In het toen diep doorleefde besef dat verschillen van inzicht en levensovertuiging overbrugd moeten worden, om verder te komen.
Democratie, rechtszekerheid, vrede en vrijheid – het zijn allemaal geen vanzelfsprekendheden
Op herdenkingsmomenten als deze, realiseren we ons nog eens extra hoe belangrijk het is om al die verworvenheden te koesteren, te beschermen, en – zo nodig – te verdedigen.
Zeker tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne.
Democratie, rechtszekerheid, vrede en vrijheid – het zijn allemaal geen vanzelfsprekendheden.
Maar laat ons tegelijkertijd niet de fout maken te denken dat het statische categorieën zijn.
Onveranderlijk, in steen gebeiteld, boven elke discussie verheven.
Juist niet.
Democratie vraagt onderhoud.
Vrijheid vraagt onderhoud.
De rechtstaat vraagt onderhoud.
Tijden veranderen nu eenmaal, inzichten veranderen, maatschappelijke verhoudingen veranderen.
Daar moeten we helemaal niet bang voor zijn.
Maar we moeten die veranderingen wel onder ogen zien en in goede banen leiden.
Zoals we dat in de 80 jaar na de bevrijding zo vaak hebben gedaan.
Bijvoorbeeld rond alle formele aanpassingen in de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
In 1949, bij de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië.
In 1954, toen Nederland, Suriname en de – toen nog – Nederlandse Antillen in het Statuut voor het Koninkrijk met elkaar afspraken samen te werken op voet van gelijkwaardigheid.
In 1975, bij de onafhankelijkheid van Suriname, binnenkort 50 jaar geleden.
Of in 2010, toen de verhoudingen binnen het Koninkrijk opnieuw bij de tijd werden gebracht.
Ook andere hoofstukken uit de Grondwet zijn door de jaren heen op wezenlijke punten veranderd.
Zoals in 1956, toen de Tweede Kamer van 100 naar 150 leden ging.
In 1972 toen jongeren vanaf 18 jaar actief kiesrecht kregen.
In 1983, toen onder andere bescherming tegen discriminatie als grondrecht in artikel 1 werd opgenomen.
Of nog heel recent, in 2022, toen voorafgaand aan artikel 1 een algemene bepaling aan onze Grondwet werd toegevoegd.
‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtstaat’, staat daar nu.
Dat is een ondubbelzinnige maatstaf.
Majesteit, de troonrede die uw overgrootmoeder 80 jaar geleden uitsprak, ademde in alles een geest van vernieuwing.
Daarnaast sprak zij, in die onzekere periode zo kort na de bevrijding, ook over de doorgaande strijd voor vrede, vrijheid en hernieuwde voorspoed.
En als wij dan vandaag door onze oogharen terugblikken naar dat moment, zien we inderdaad een andere wereld.
Ik denk dat weinigen zich toen konden voorstellen hoe hoog in de decennia daarna de golven van modernisering zouden worden.
Hoe we bijvoorbeeld steeds internationaler zijn gaan denken, steeds digitaler gingen werken en steeds meer een egalitair land werden.
Net zo goed als wij ons nu moeilijk een beeld kunnen vormen van wat AI ons gaat brengen, of hoe de geopolitieke verhoudingen er over 10 of 20 jaar uitzien
En toch loopt er vandaag een rechte lijn tussen heden, verleden en toekomst.
Want de opdracht die in de woorden van Koningin Wilhelmina besloten lag, blijft actueel.
Met vrede, vrijheid en onze manier van leven kunnen we niet lichtzinnig omgaan.
Toen niet.
Nu niet.
Straks niet.
Dank u wel.