Wat is een heffingskorting en welke heffingskortingen zijn er?
Een heffingskorting is een korting op de inkomstenbelasting (IB) en premies volksverzekeringen. Bijvoorbeeld de algemene heffingskorting of de arbeidskorting. U kunt in aanmerking komen voor verschillende heffingskortingen. Welke heffingskortingen u krijgt, hangt af van uw persoonlijke situatie.
Bekijk alle heffingskortingen op de website van de Belastingdienst.
Heffingskorting automatisch ontvangen of aanvragen
De meeste heffingskortingen worden verrekend met uw loon of uitkering. Uw werkgever of uitkerende instelling regelt dat. Voor deze heffingskortingen hoeft u niets te doen:
- algemene heffingskorting;
- arbeidskorting;
- ouderenkorting en alleenstaandeouderenkorting;
- jonggehandicaptenkorting.
De overige heffingskortingen vraagt u aan bij de Belastingdienst. Dat kan met het aangifteprogramma op de website van de Belastingdienst.
Algemene heffingskorting
Als u in Nederland woont en loonbelasting of inkomstenbelasting moet betalen, heeft u recht op de algemene heffingskorting. Deze korting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. Heeft u geen of een laag inkomen, waardoor de korting niet helemaal met de belasting verrekend kan worden? Dan kan de Belastingdienst in sommige gevallen de heffingskorting aan u uitbetalen. U moet hiervoor wel aan bepaalde voorwaarden voldoen.
In 2026 is de maximale algemene heffingskorting € 3.115 (dat was € 3.068 in 2025). De hoogte van de algemene heffingskorting is sinds 2025 niet meer afhankelijk van het inkomen uit werk en woning (het inkomen in box 1) maar van het verzamelinkomen (het inkomen in box 1, box 2 en box 3 samen).
De algemene heffingskorting bouwt af vanaf een inkomen van € 29.739 (dat was € € 28.406 in 2025). Het afbouwpercentage bedraagt 6,40% (dat was 6,34% in 2025). De algemene heffingskorting is € 0 bij een inkomen van € 78.426 en hoger.
Heffingskortingen voor werkenden
Arbeidskorting
U heeft recht op arbeidskorting als u loon, winst uit een onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden heeft. De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2026 is de maximale arbeidskorting € 5.685 (dat was € 5.599 in 2025). Vanaf een inkomen van € 45.592 (dat was € 43.071 in 2025) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 6,51% (dat is gelijk aan 2025).
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (voor ouders met jonge kinderen)
Alleenstaande ouders en minstverdienende partners kunnen de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) krijgen als zij kinderen hebben die jonger zijn dan 12 jaar. De hoogte van de heffingskorting hangt af van het inkomen. Het maximale bedrag dat een ouder aan IACK kan ontvangen is in 2026 € 3.032 bij een inkomen van € 32.224 (dit was in 2025 € 2.986 bij een inkomen van € 32.224).
De IACK wordt per 2027 afgebouwd. Vanaf 2027 wordt de maximale korting afgebouwd in 9 stappen voor alle ouders die door hun inkomens- en gezinssituatie recht hebben op de IACK. Meer over de voorwaarden voor de IACK leest u op de website van de Belastingdienst.
Ouderenkorting en alleenstaandeouderenkorting
Als u de AOW-leeftijd bereikt, kunt u onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de ouderenkorting. Uw inkomen moet daarvoor onder een bepaalde grens liggen. In 2026 is dat € 46.002. Als u alleenstaand bent, kunt u (ook) recht hebben op de alleenstaandeouderenkorting. De ouderenkorting bedraagt in 2026 maximaal € 2.067. De alleenstaandeouderenkorting bedraagt in 2025 € 531. Meer over de voorwaarden voor de ouderenkorting en de alleenstaandeouderenkorting leest u op de website van de Belastingdienst.
Jonggehandicaptenkorting
U kunt de jonggehandicaptenkorting krijgen in de volgende gevallen:
- U heeft recht op een Wajong-uitkering (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten) of op hulp om werk te vinden. U krijgt daarnaast geen ouderenkorting.
- U heeft recht op een Wajong uitkering of op hulp om werk te vinden. Maar u ontvangt geen Wajong-uitkering omdat u ook ander inkomen heeft.
Heffingskorting voor alleenverdieners
Het kabinet stelt voor dat huishoudens die door een samenloop van regelingen (verder) onder het sociaal minimum (bijstandsnorm) uitkomen recht hebben op de AHK.
Het gaat om zogeheten alleenverdieners. Dat zijn huishoudens waarin:
- de personen fiscaal partner zijn;
- het totale inkomen lager is dan ongeveer € 48.500;
- de ene persoon op 1 januari 1963 of daarna geboren is en weinig of geen inkomen heeft;
- de andere persoon een inkomen heeft waarmee die weinig of geen recht heeft op arbeidskorting. Dat is meestal als iemand een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt.
Met dit voorstel komen ze niet onder het sociaal minimum.
Overdraagbaarheid AHK ook voor werkende eenverdieners
Het kabinet stelt voor dat de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting per 1 januari 2028 ook geldt voor werkende eenverdieners.
Maatregel gepland voor 2028
De exacte datum waarop de maatregel in gaat is niet bekend. Het kabinet streeft naar 2028. Voor de periode 2025-2027 hebben gemeenten een tijdelijke regeling. Een kleine groep huishoudens krijgt dan een compensatie.