13 oktober Ministerraad

Let op: deze activiteit heeft al plaatsgevonden

Activiteitendata

  • Datum
  • Locatie Den Haag

Viceminister-president Van Gennip heeft na de ministerraad een persconferentie gegeven. Met onder meer aandacht voor de zorgwekkende situatie in Israël en de Gazastrook, de oorlog in Oekraïne en verschillende andere onderwerpen die in de ministerraad aan de orde zijn gekomen. De video toont de inleidende verklaring. 

Viceminister-president Van Gennip: Natuurlijk hebben we in de ministerraad gesproken over de zorgwekkende situatie in Israël en de Gazastrook. De beelden van de terreur van Hamas doen ons allemaal huiveren. Het is nietsontziend geweld tegen onschuldige burgers. Natuurlijk staan we pal achter het Israëlische volk dat zo hard wordt geraakt. En we leven mee met de Joodse gemeenschap in Nederland, waar verdriet, angst en onzekerheid nu overheersen. Buiten kijf staat dat Israël het volste recht heeft zich tegen de terreur van Hamas te verdedigen. Zelfverdediging moet in dit conflict wél samengaan met proportionaliteit en humanitair oorlogsrecht. En zoals minister Bruins Slot eerder al heeft gezegd, is het van groot belang dat er een humanitaire corridor naar Gaza beschikbaar komt, zodat onschuldige burgers ook daar voorzien kunnen worden van voedsel, water, medische zorg. Daar hebben we bij Israël op aangedrongen, en dat zullen we ook blijven doen. Dat heeft de MP ook vanmiddag gewisseld met de koning van Saudi-Arabië. Want het is hard nodig, nu honderdduizenden vrouwen, mannen en kinderen in de Gazastrook ontheemd zijn geraakt en in een zeer precaire situatie verkeren.

Die onzekere en onveilige situatie in Israël raakt ook gestrande reizigers ter plekke, en velen van hen willen zo snel mogelijk weg. Vannacht is de tweede repatriëringsvlucht in Eindhoven geland. Ook vandaag staat er weer een vlucht gepland. En we zullen daarmee doorgaan zolang de veiligheidssituatie dat toelaat. De gebeurtenissen in Israël en de Gazastrook hebben ook hun weerslag op ons allemaal hier in Nederland. Het maakt grote emoties los, en daar moet ruimte voor zijn en begrip van beide zijden. Deze week was ik bij een indrukwekkende bijeenkomst tussen joodse en Islamitische Nederlanders in de ambtswoning van burgemeester Halsema. Er was sprake van verdriet, van verbijstering en van rouw. Emoties die makkelijk kunnen leiden tot boosheid en tot onbegrip. Maar het indrukwekkende was dat ik tijdens het gesprek merkte dat mensen juist bereid waren elkaar de hand te geven, de hand naar elkaar uit te steken, juist nu het moeilijk is, om het gesprek aan te gaan en verbinding te zoeken. Het is dus goed dat er heel veel lokale initiatieven zijn, gericht op verbondenheid. En dat helpt omdat we willen zorgen dat de conflicten, het aanhoudende geweld, van daar niet hier tussen ons in komt te staan.

Ondertussen mogen we niet vergeten dat in Oekraïne de strijd tegen de Russische agressie komende week de zeshonderdste dag in gaat. Meer dan 6-miljoen Oekraïners zijn op de vlucht geslagen, van wie er 4-miljoen in de EU worden opgevangen. Bijna 600 dagen al vecht Oekraïne voor overleving en vrijheid, en tegen geweld en overheersing. En helaas lijkt het einde nog niet in zicht. Het onderstreept dat we Oekraïne moeten blijven steunen, juist als het lang duurt en juist als er tegenslagen zijn. En Nederland doet dat, onder meer door bij te dragen aan het herstellen van de energie-infrastructuur, die zo vaak doelwit is van Russische aanvallen. Dat is essentieel nu de winter voor de deur staat. Ook militaire hulp is en blijft hard nodig. Eerder deze week kondigde minister Ollongren aan dat de Nederlandse F-16’s, waarmee Oekraïense piloten getraind zullen worden, binnen enkele weken naar het trainingscentrum in Roemenië kunnen worden overgebracht. Het is van groot belang dat die training nu snel van start kan.

Vanzelfsprekend zijn in de ministerraad ook andere zaken aan de orde gekomen. Zo hebben we gesproken over de kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Ruys, dat vorige week is uitgekomen. Daar wordt komende week de laatste hand aan gelegd, zodat de kabinetsreactie daarna naar de Kamer gestuurd kan worden, voorafgaand aan het debat de week erna. En op mijn eigen portefeuille hebben we besloten dat het wetsvoorstel over de wijziging van de re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar in internetconsultatie gaat. Met dit voorstel willen we kleine en middelgrote werkgevers en hun werknemers na het eerste ziektejaar duidelijkheid geven over het te volgen spoor bij re-integratie en de eventuele vervanging van een werknemer. Dit voorstel is onderdeel van het brede arbeidsmarktpakket van afgelopen voorjaar. Doel van het pakket is, zoals u weet, meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor bedrijven. Vanzelfsprekend kwam dat ook aan bod tijdens de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken gisteren: een toekomstbestendige arbeidsmarkt en de maatregelen die we daarvoor moeten nemen. Daar is het ook gegaan over de positie van arbeidsmigranten. En uiteraard over de koopkrachtmaatregelen die we nemen om te zorgen dat grote gezinnen en mensen met lage middeninkomens fatsoenlijk rond kunnen komen. Het was een goed debat en ik ben blij dat we dit voor het verkiezingsreces nog hebben kunnen behandelen, zodat mensen in Nederland weten waar ze aan toe zijn en wat ze van de overheid kunnen verwachten volgend jaar.

Tot slot nog een korte blik op de planning: volgende week is er geen ministerraad gepland. De Kamer vergadert in oude samenstelling voor het laatst op 26 oktober, daarna begint het verkiezingsreces, dus 27 oktober. De ministerraad komt nog steeds wekelijks bijeen, maar ik ga ervan uit dat de persconferenties, tenzij er onvoorziene omstandigheden, dan in beginsel komen te vervallen. Dat is dus de laatste keer dat u mij hier, op deze manier, waarschijnlijk ziet.

Informatie voor de pers

Media kunnen voor meer informatie contact opnemen via rvd.openbareagenda.mp@minaz.nl.