Toespraak minister Brekelmans bij de lancering van het Quick Response Drone Facility

De toespraak vond plaats op 21 mei 2025  in Marknesse.

Dames en heren,

In het najaar was ik samen met de CDS in Charkiv. Een stad zo groot als Amsterdam en Rotterdam samen, op 40 km van de Russische grens. In een geïmproviseerd commandocentrum, niet ver van de frontlinie, sprak ik met een Oekraïense kolonel. Hij was voor de oorlog IT’er. Nu leidt hij een bataljon dat drones inzet met technologie die Oekraïners zelf bouwen, aanpassen en verbeteren. Soms heel geavanceerd, soms letterlijk met onderdelen van consumentenwebshops.

Hij zei tegen me: “Onze kracht is dat wij elke drie weken vernieuwen. We analyseren alle data en passen ons doorlopend aan. Een ruime meerderheid van de mensen hier zijn burgers, vaak vrijwilligers, studenten. Omdat wij sneller innoveren zijn we in staat om Poetin buiten de deur te houden. En heeft Rusland Charkiv niet ingenomen.”

Toen ik daar stond voelde het niet alsof ik in een militair commandocentrum stond. Eerder alsof bij een Amerikaanse tech start up was, maar dan in een bunker. Grote schermen met data en beelden, jonge mensen die alles voor deze schermen zitten te analyseren.

De CDS en ik kwamen tot de conclusie: als dit is hoe een moderne oorlog wordt gevoerd, zullen we als Nederland en NAVO nog veel moeten aanpassen. 

Dit alles laat zien hoe technologische innovatie onder druk werkt. Hoe snelheid, flexibiliteit en creativiteit het verschil maken tussen verliezen en overleven. Een stad van 1.5 miljoen inwoners is hierdoor nu nog Oekraïens, terwijl het nu anders waarschijnlijk door Rusland bezet zou zijn geweest.

Eerder dit jaar was ik in Dnipro, een stad in het zuid-oosten van Oekraine. De ochtend na een droneaanval. We stonden bij een restaurant dat in puin lag. De brandweer was nog bezig met blussen. We konden de impact van dichtbij zien, voelen en ruiken.

We spraken daar ook met de commandant die leiding geeft aan de Oekraiense landmacht en ook specifiek aan de oostelijke troepen in de Donbas. Hij gaf aan al 11 jaar in oorlog te zijn, dag in dag uit. En hij zei daarbij: “De gevechten zijn intensiever dan ooit. Rusland heeft in alles overwicht: in manschappen, wapensystemen en munitie. Het enige waar wij sterker in zijn, zijn drones. Dat is de manier waarop we Rusland kunnen tegenhouden”.

Drones maken dus letterlijk het verschil. Voor veel Oekrainers maken zij het verschil tussen leven en dood. Dit laat zien hoe technologie bepalend is voor de uitkomst van het conflict.

Juist daarom heb ik ervoor gekozen om - na de Patriots en F-16s - drones als nieuwe prioriteit te maken in onze Nederlandse steun aan Oekraine. Daarom hebben we het actieplan drones aangekondigd, waarmee we in totaal meer dan een miljard steun aan Oekraine geven.

Om dezelfde redenen zijn we in Nederland het actieplan productiezekerheid onbemenste systemen (APOS) gestart. Een ander mooi voorbeeld is te vinden binnen de Landmacht, waar een aparte eenheid is opgericht die zich specifiek bezighoudt met onbemande systemen.

Vandaag markeren we de lancering van het Quick Response Drones Facility, een organisatie die dat innovatietempo van “elke 3 weken” niet alleen begrijpt, maar ook mogelijk moet maken. Niet omdat we oorlog willen voeren met drones, maar juist omdat we oorlog willen voorkomen.

Daarvoor moeten we zorgen dat onze afschrikking richting tegenstanders op orde is. En dat betekent dat we nu moeten versnellen, niet pas wanneer het te laat is.

QRDF is geen papieren beleidsstuk of vergadertafel. Het is een samenwerkplaats. Een vliegwiel. Een plek waar kennisinstellingen, industrie en Defensie elkaar vinden, fysiek, inhoudelijk en doelgericht. Waar we snel testen, leren, aanpassen en toepassen. Zodat we sneller van probleem naar prototype, en vervolgens naar productie kunnen. Snel van idee naar impact.

We hebben in Nederland de kennis en kunde. Onze bedrijven behoren tot de wereldtop op het gebied van AI, sensoren, data-integratie, software en communicatiesystemen. Onze kennisinstellingen zijn toonaangevend. Onze krijgsmacht weet wat er nodig is in het veld. En juist die samenwerking, in wat we de ‘Gouden Driehoek’ noemen, komt binnen het QRDF tot zijn recht.

De QRDF staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van een bredere koers die we varen, waarin technologie, veiligheid en economie samenkomen.

In de Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie, die we recent presenteerden, hebben we vijf sleuteltechnologieën benoemd waarin Nederland wil excelleren. Eén daarvan is intelligente systemen, precies waar we het hier vandaag over hebben. Denk aan drones die zelfstandig verkennen, leveren of opereren. Of AI-gedreven technologie die onze mensen veiliger en effectiever laat optreden.

Onze ambitie is niet om af te wachten tot anderen deze standaarden zetten. Wij willen ze zelf bepalen. Door kennis niet alleen op te bouwen, maar ook toe te passen.

Door Defensie niet alleen als inkoper, maar als smart developer op te stellen. En door als launching customer onze industrie en wetenschap te stimuleren.

Ik noemde al het Actieplan Productiezekerheid Onbemenste Systemen (APOS). In dit actieplan willen we innovatie, productie en forse opschaling dichter bij elkaar brengen. Kort-cyclisch, adaptief en met concrete doelen. Waarin we samenwerken met industrie en kennisinstellingen, tot op het gevechtsveld.  

Daarin krijgen ook de kennisinstellingen, zoals het NLR, een cruciale rol. NLR kan een brugfunctie vervullen tussen Defensie, collega-instituten, universiteiten en industrie. We brengen die samenwerking in 2025 in de praktijk met een Network of Excellence. Dat zijn fysieke plekken in Nederland waar kennisinstellingen als NLR, bedrijven en de krijgsmacht samen werken aan nieuwe drones voor de Marine, Luchtmacht, Marechaussee en Landmacht. De QRDF vormt een belangrijk knooppunt in dit netwerk.

Maar snelle innovatie is makkelijker gezegd dan gedaan. De technologie zelf is meestal niet het probleem. We kunnen in Nederland technisch bijna alles. De uitdaging zit in de systemen eromheen:

  • Juridische kaders die traag zijn.
  • Inkoopprocessen die niet op snelheid zijn ingericht.
  • Complexe vraagstukken rondom intellectueel eigendom.
  • Onzekerheid bij investeerders over lange-termijn commitment.

Daarom moeten we onszelf opnieuw organiseren. Sneller werken, maar vooral ook slimmer.

Zorgen dat de randvoorwaarden op orde zijn, zoals het gesloten luchtruim van NLR dat van cruciaal belang is. Nieuwe partnerschappen creëren, die enerzijds voldoende zekerheid bieden, maar ook voldoende flexibiliteit om te innoveren. Met Oekraine als inspiratie, waar binnen enkele weken nieuwe ontwerpen worden gebouwd.

De QRDF draait inmiddels een jaar. Wat we daarin geleerd hebben, is glashelder: innovatie werkt het best als je direct naast de gebruiker staat. Op de werkvloer, bij de eenheden. Dáár komen de echte vragen vandaan. Dáár merk je of iets werkt, of niet.

We zagen dat wanneer een eenheid in het veld tegen een praktisch probleem aanloopt, je niet 3 maanden later met een oplossing moet komen. Je moet binnen enkele dagen kunnen schakelen. Dat betekent dat je soms stappen moet durven overslaan. Niet om roekeloos te zijn, maar om relevant te blijven.

En belangrijker nog: we moeten systemen bouwen die deze snelheid structureel mogelijk maken. Dat is de nieuwe norm. Want innovatie vraagt geen uitzondering op de regel, het vraagt om nieuwe regels.

Daarom wil ik vandaag ook concrete uitdagingen meegeven aan het NLR en haar partners. Mijn vraag is de volgende:

Ontwikkel - samen met uw partners - een goedkoop en effectief detectie systeem voor onze drones tegen interceptor drones. Want als wij drones inzetten, moeten we ze ook kunnen beschermen: tegen verstoring, onderschepping, en technologische tegenmaatregelen. Zo’n systeem verhoogt niet alleen de effectiviteit van onze eigen middelen, maar verkleint ook het risico op verlies van mensen en materieel.

Naast deze praktische opdracht leg ik ook graag een strategische graag neer bij NLR en de andere kennisinstellingen: pak actief jullie rol in de innovatieketen.
Laten we niet wachten op elkaar, maar zorgen voor intensieve samenwerking met industrie en krijgsmacht. Nieuwe ideeën moet niet stranden in de theorie, maar landen in de praktijk.

Er liggen enorm veel kansen. In Nederland, met bijvoorbeeld de productiefaciliteit van VDL.

Maar ook in Europa, waar op heel veel plekken wordt geinvesteerd in onbemensde systemen. Als een internationale consolidatieslag gaat plaatsvinden in de wereld van drones, dan moeten we daar op tijd bij zijn.

Ik wil tot slot mijn waardering uitspreken voor het NLR. Voor de mensen die hier werken, en die vaak op de achtergrond grote bijdragen leveren aan onze veiligheid. Jullie werk is niet altijd zichtbaar, maar wel essentieel. En met het QRDF worden jullie ook zichtbaarder: als partner, als aanjager en als innovator.

Jullie zijn nu een jaar onderweg en laten zien wat er ontstaat als samenwerking centraal staat. Jullie werken aan oplossingen die het verschil maken in de praktijk, en verbeteren die continu op basis van ervaring.

Vandaag staan we aan het begin van een nieuwe fase. Een fase waarin snelheid de norm wordt. Waarin innovatie niet een afdeling is, maar een cultuur. En waarin we - net als die kolonel in Charkiv - elke drie weken durven vernieuwen.

Dames en heren,

De wereld verandert snel. De dreiging groeit, en technologie ontwikkelt zich in razend tempo. We kunnen het ons niet veroorloven om af te wachten.

Wie nu niet innoveert, raakt achterop. En achterstand in deze technologie betekent verlies, militair, strategisch én economisch.

Daarom zijn we hier. Omdat we willen bouwen, en willen versnellen.

Ik wens de medewerkers van het NLR, alle betrokkenen bij het QRDF – en in feite ons allemaal - veel succes bij deze belangrijke taak.

Dank u wel.