Ollongren en Blokhuis bereiken akkoord met gemeenten over beschermd wonen

In tien jaar tijd wordt beschermd wonen niet alleen een taak van centrumgemeenten, maar een taak van álle gemeenten. Hiervoor komt een nieuwe verdeling van het geld dat hiervoor beschikbaar is. Daarover zijn minister Ollongren (BZK), staatssecretaris Blokhuis (VWS) en de VNG het eens geworden. Zij stemmen in met het advies van het expertiseteam dat de VNG voor dit vraagstuk in het leven heeft geroepen. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de manier waarop de transitie in beschermd wonen de komende jaren tot stand moet komen. Ook de regionale samenwerking van gemeenten is daarbij belangrijk.

Verdeling op basis van vraag in plaats van aanbod

De commissie Toekomst Beschermd Wonen kwam in 2015 met een advies om mensen die beschermd wonen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving te begeleiden en ondersteunen. Een belangrijk onderdeel van het advies is de ontwikkeling van een nieuw verdeelmodel van de financiële middelen. In dit nieuwe verdeelmodel worden de middelen verdeeld over alle gemeenten in plaats van alleen de centrumgemeenten. Daarnaast zal de verdeling van het geld worden afgestemd op de ‘vraag’ (verdeling op basis van objectieve criteria) in plaats van het ‘aanbod’ (historisch gegroeide verdeling). Dit voorjaar zijn de voorlopige uitkomsten van een mogelijke verdeling bekend gemaakt. Mede naar aanleiding van deze uitkomsten heeft de VNG een expertiseteam opgericht, met de opdracht te bekijken op welke manier dit proces zo zorgvuldig mogelijk uitgevoerd kan worden. Hierbij stond de continuïteit van hulp en ondersteuning aan cliënten voorop.

Beschermd wonen rond in tien jaar

Rijk en gemeenten hebben afgesproken in tien jaar tijd tot een gefaseerde invoering van het objectief verdeelmodel voor beschermd wonen te komen en ook de doordecentralisatie op dit onderdeel in die tijd voor elkaar te krijgen. Dat betekent dat gemeenten in die periode geleidelijk overstappen van de huidige historische verdeling over centrumgemeenten naar een volledig objectieve verdeling over alle gemeenten. Vanaf 2022 wordt een deel van de middelen voor het eerst objectief verdeeld. De centrumgemeenten blijven verantwoordelijk voor bestaande cliënten. De nieuwe cliënten vallen vanaf dat moment onder de verantwoordelijkheid van alle gemeenten. Over de eventuele doordecentralisatie van de maatschappelijke opvang naar alle gemeenten zal op basis van een evaluatie over vier jaar een beslissing worden genomen. 

Regionale samenwerking gemeenten

Gemeenten zetten zich onverminderd in voor het tot stand brengen van de beweging mensen meer in de wijk te huisvesten en begeleiden in plaats van in een instelling. Hiervoor is afgesproken om eind 2019 concrete uitvoeringsafspraken beschikbaar te hebben. Het expertiseteam adviseert gemeenten verplicht regionaal te laten samenwerken om cliënten op een goede manier te kunnen blijven ondersteunen. Hoe de verplichte samenwerking er exact moet komen uitz wordt de komende maanden nader uitgewerkt. Ook andere elementen uit het advies zullen de komende maanden worden geconcretiseerd, zoals de instelling door Rijk en gemeenten van een Taskforce die de inhoudelijke beweging aanjaagt en monitort.