Dreigingsbeeld NCTV: Geen concrete aanwijzing voor aanslag, wel voorstelbaar

Er zijn op dit moment in Nederland personen die radicaliseren of sterk geradicaliseerd zijn en een dreiging (kunnen) vormen voor de nationale veiligheid. De jihadistische beweging in Nederland blijft hierin een belangrijk element. Verscheidene rechtszaken en arrestaties in deze DTN-periode, zoals die in Eindhoven van 23 september, tonen dit aan. Momenteel zijn er geen concrete aanwijzingen dat personen in Nederland een aanslag voorbereiden, maar dit is wel voorstelbaar. Ook vanuit rechts-extremistische hoek is een aanslag voorstelbaar. Toch leidt de huidige dreiging vanuit jihadistische en rechts-extremistische hoek niet tot een hoger dreigingsniveau. Daarom blijft het dreigingsniveau op 3 van de 5 staan. Dat blijkt uit het 55ste Dreigingsbeeld van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

Rechts-terrorisme

De voorstelbaarheid van een terroristische aanslag in Nederland uit rechts-extremistische hoek is vooral gebaseerd op de betrokkenheid van jonge Nederlandse mannen bij internationale, online accelerationistische netwerken. Het accelerationisme is een rechts-extremistische ideologie die via diverse – voornamelijk besloten – socialemediaplatformen wordt verspreid. De aanhangers verheerlijken en rechtvaardigen terroristisch geweld om versneld een rassenoorlog te ontketenen. Hierdoor willen zij chaos creëren in de samenleving waarin het huidige politieke bestel kan worden vervangen door een witte (nationaalsocialistische) etnostaat. Vanuit dit gedachtegoed zijn de afgelopen drie jaar in westerse landen enkele terroristische aanslagen gepleegd. In Nederland gaat het om ten minste een paar honderd Nederlanders van tussen de 12 en 20 jaar die veel tijd online doorbrengen op internationale fluïde netwerken waar zich wereldwijd enkele duizenden deelnemers manifesteren. Nederlandse deelnemers lijken relatief vaak te kampen met psychosociale problematiek en een gebrekkig sociaal vangnet hebben.

Fragmentatie en vermenging bij coronaprotesten

De coronaprotesten ontwikkelden zich deze periode tweeledig. Parallel aan de versoepelingen van de coronamaatregelen juni 2021 nam het aantal demonstraties tegen de maatregelen af. Maar tegelijkertijd bestaat het risico dat sommigen binnen de radicale onderstroom verder radicaliseren. De drempel voor het (online) bespreken en plegen van buitenwettelijke acties is lager geworden en gewelddadige acties blijven plaatsvinden. Zoals het beramen van een aanslag op een vaccinlocatie in Den Helder met een vuurwerkbom. Nu een deel van het coronaprotest afzwakt, blijft een deel van de hardere onderstroom over.

Nederlandse jihadistische beweging

De jihadistische dreiging tegen Nederland blijft onveranderd in stand en wordt in Nederland nog steeds als de grootste terroristische dreiging beschouwd. Op dit moment is jihadistisch geweld door alleenhandelende daders of kleine groepen in Nederland het meest voorstelbaar. De jihadistische beweging is gefragmenteerd, zowel sociaal als ideologisch. Vanwege verdeeldheid, beperkte initiatieven en veiligheidsbewustzijn, is er nauwelijks sprake van mobilisatie of groei van de beweging. Dit betekent echter niet dat er geen dreiging van de beweging uitgaat.

Op de drie Terroristenafdelingen (TA’s) in Nederland verblijven nog altijd tientallen verdachten en veroordeelde jihadisten. Onder deze groep zijn een aantal mannen die gedetineerd zijn vanwege hun deelname aan de strijd in Syrië en Irak. Zij komen naar verwachting volgend jaar vrij. Van het merendeel kan worden aangenomen dat ze ook na detentie geen afstand hebben genomen van het gewelddadige gedachtegoed van ISIS en ervaring hebben met wapens, explosieven en extreem geweld. Het is echter te vroeg om te zeggen of zij ook na hun detentie zullen terugkeren naar hun jihadistische netwerken of dat zij (nog) bereid zijn tot het plegen van aanslagen.

Mondiaal jihadisme

Op het gebied van mondiaal jihadisme doen zich ontwikkelingen voor die relevant zijn voor het terroristische dreigingsbeeld voor Nederland. ISIS heeft de laatste jaren een transformatie ondergaan van een organisatie die primair gericht was op de strijd in het kerngebied Irak en Syrië, naar een organisatie die meer en meer gericht is op het voeren van een wereldwijde jihad. Voor ISIS’ mondiale ambitie heeft sub-Sahara Afrika aan belang gewonnen. Verdere versteviging van de positie van ISIS- en Al Qa’ida-getrouwe groeperingen in sub-Sahara Afrika kan leiden tot het ontstaan van jihadistische veilige havens aldaar. De machtsovername van de Taliban in Afghanistan kan op termijn de voedingsbodem voor en bewegingsruimte van terroristische organisaties, zoals Al Qa’ida, in het land versterken. Gelet op de lokale ambities van de Taliban, bestaat er (nog) geen directe dreiging tegen Nederland.