Buitenlandse Zaken vat cyberveiligheid bij de hoorns: “Het internet open vrij, en veilig houden. Daar gaat het uiteindelijk om”

De Nederlandse regering lanceerde onlangs haar internationale cyberstrategie voor de periode 2023-2028. Het doel van die strategie? Het internet open, vrij en veilig houden, ook in de toekomst. Daarvoor zet namens het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) een Cyberambassadeur zich dagelijks in. De afgelopen drie jaar werd die rol vervuld door Nathalie Jaarsma, die deze zomer het stokje over droeg aan Ernst Noorman. Samen vertellen zij hoe BZ omgaat met een steeds verder digitaliserende samenleving.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Buitenlandse Zaken
Nathalie Jaarsma draagt het stokje als Cyberambassadeur over aan Ernst Noorman.

Desinformatie, de razendsnelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (AI) en cybercriminaliteit. Het zijn uitdagingen die BZ net als ieder ander het hoofd moet bieden. Daarvoor worden sinds enkele jaren serieuze stappen gezet. Nathalie vertelt: “In 2015 zijn we begonnen met een zogeheten taskforce cyber. Omdat we destijds zagen dat cyber ook in het diplomatieke domein steeds belangrijk werd, hebben we in dat jaar een internationale cyberconferentie georganiseerd, en bovendien speelde er toen binnen de Verenigde Naties (VN) van alles op dit gebied. We merkten dat er behoefte ontstond aan cyberdiplomatie.”

Internationaal kader

Die behoefte vertaalde zich al snel in een strategie, gaat ze verder. “BZ pakte namens Nederland de handschoen op als het ging om internationale afspraken over verantwoordelijk statelijk gedrag. Dat wil zeggen: een kader scheppen voor wat acceptabel – en onacceptabel – digitaal gedrag is gebaseerd op internationaal recht.” Het vastleggen van die afspraken onder de vlag van de VN was bepaald geen hamerstuk, herinnert Nathalie zich. “Vergis je niet, het komt niet vaak voor dat internationale regelgeving breed gedragen wordt. Laat staan dat er wereldwijd overeenkomst over wordt bereikt. Maar op het gebied van cyber is dat dus wel gelukt. Nederland is bij de totstandkoming van die afspraken een belangrijke speler geweest, niet in de laatste plaats door de rol die BZ heeft gepakt.”

Resultaten

Ons land bereikte al meer resultaat op het gebied van cyber. Nathalie somt op: “We hebben het Global Forum on Cyber Expertise opgezet. Dat is de enige organisatie ter wereld die vraag en aanbod op het gebied van cyberveiligheid in relatie tot overheidstaken bij elkaar brengt. Daarnaast is BZ een van de oprichters van de Freedom Online Coalition, een organisatie die zich inzet voor een vrij en open internet.” Ze gaat verder: “Ook het Women in Cyber Fellowship, dat vrouwelijke overheidsvertegenwoordigers uit lidstaten van de VN steunt in hun deelname aan cyberonderhandelingen, was er niet gekomen zonder initiatief van een klein groepje landen waaronder Nederland. Daarmee hebben we meer landen aan tafel gekregen en maken we het onderwerp cyber ook weer een belangrijk onderdeel van ons feministisch buitenlandbeleid. Tot slot hebben we een voortrekkersrol gespeeld in het ontwikkelen van diplomatieke instrumenten om kwaadwillende actoren in het cyberdomein aan te spreken. Zo hebben we een belangrijke bijdrage geleverd aan de EU cyber diplomacy toolbox en het EU cyber sanctieregime.”

Bijzonder te spreken is ze ook over de digitale ondersteuning die Oekraïne sinds de Russische inval in het land ontvangt. Nathalie: “Oekraïne is online gebleven! In het nieuws hoor en zie je vaak de militaire steun die we daar bieden, maar ook op het gebied van cyberweerbaarheid steunen we hen, samen met andere landen en – heel belangrijk - de private sector.”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Buitenlandse Zaken
Nathalie Jaarsma, hier te zien tijdens onderhandelingen bij de VN over verantwoordelijk statelijk gedrag in cyber.

Uitdagingen

Die positieve ontwikkelingen ten spijt zal Ernst Noorman de komende jaren flinke uitdagingen op zich af zien komen in zijn nieuwe rol als cyberambassadeur. Hij vertelt: “Het open, vrij en veilig houden van het internet wordt de komende jaren niet makkelijk. Er zijn geopolitieke verschuivingen gaande,  en sommige landen neigen er naar hun eigen internet gesloten te houden. Dat wil Nederland zoveel mogelijk voorkomen.” Hij gaat verder: “Vergeet ook niet dat digitale middelen kunnen worden ingezet bij pogingen om publiek vertrouwen in democratische processen te ondermijnen. Zo heeft de Amerikaanse regering publiek gemaakt dit soort pogingen te hebben waargenomen tijdens hun verkiezingen.”

Cyberdiplomatie

Ernst neemt jarenlange ervaring als diplomaat mee naar zijn baan als cyberambassadeur. Hij zegt: “In Nederland hebben we al een flinke digitale ontwikkeling doorgemaakt, maar niet overal is dat zo. Hoe zorgen we er voor dat landen die nog achter lopen met digitaliseren, zich op een veilige manier ontwikkelen? Want de zwakste schakel in de keten kan invloed hebben op ónze veiligheid. Met dat soort vraagstukken gaan we de komende jaren vanuit cyberdiplomatie aan de slag.”

Daarbij mag de razendsnelle ontwikkeling van AI niet worden onderschat, vindt Nathalie. “Wetenschappelijk gezien kan het waanzinnige vooruitgang brengen, maar tegelijkertijd brengt het risico’s met zich mee, inderdaad tot op een niveau dat het onze democratie in gevaar zou kunnen brengen.”

Big tech

Bij het varen van zijn digitale koers moet Nederland samenwerken met techbedrijven, wetenschap en maatschappelijke organisaties inclusief big tech, grote technologiebedrijven die veel macht hebben op het internet. Gelukkig zijn er steeds meer partijen die openstaan voor samenwerking met overheden,  weet Nathalie. “Er is een groep grote tech-bedrijven die graag met ons in gesprek gaan. Zij kiezen ervoor om in de digitale wereld de democratische landen te steunen en zijn deels zoekend hoe. De autoritaire neigingen die je in sommige landen ziet, vooral ook online, daar willen zij van wegblijven. Sterker nog: er zijn bedrijven die om die reden zelf een buitenlandbeleid hebben. EU wetgeving, de digital services act en de digital markets act vormen overigens de kaders.”

Wereldleider

 Aan Ernst de taak om namens Nederland de uitdagingen én kansen op cybergebied te omarmen. Hij sluit af: “Het is niet zo dat de risico’s de kansen overstijgen, of andersom. De digitalisering zet zich steeds verder door. Dat is een gegeven waaruit veel mooie dingen zullen voortkomen, maar ook dreigingen die we moeten aanpakken. Gelukkig kunnen we in Nederland bouwen op een uitstekende online infrastructuur en hebben we inmiddels een gedegen cyberbeleid. Niet voor niets zei het International Institute for Strategic Studies: ‘Op het gebied van cyberdiplomatie is Nederland een wereldleider’. Dát is de komende jaren een mooie basis voor mijn werk.”