Kwartiermakers toekomst accountancysector: onvoldoende veranderingsbereidheid bij accountancysector

De accountancysector heeft de afgelopen jaren onvoldoende voortgang geboekt om haar gezag en vertrouwen te herwinnen. De sector moet meer veranderingsbereidheid tonen en haar zelfkritisch en zelfreinigend vermogen vergroten. Tot die conclusie komen de kwartiermakers toekomst accountancysector Marlies de Vries en Chris Fonteijn in hun slotrapportage ‘Druk en tegendruk’ die zij vandaag hebben aangeboden aan minister van Financiën Sigrid Kaag.

Druk en tegendruk

Uit het rapport komt het beeld naar voren van een sector die zwaar onder druk staat. Druk van de gecontroleerde onderneming, commerciële druk, tijdsdruk en een gestaag groeiend takenpakket. Dit vereist tegendruk, stellen de kwartiermakers. Tegendruk van de accountant zelf en zijn organisatie. Een onafhankelijke houding en professioneel-kritische instelling zijn daarbij essentieel.

Traag en risicomijdend

Hoewel de kwartiermakers zien dat veel individuele beroepsbeoefenaren gemotiveerd en van goede wil zijn, oordelen zij dat de sector als geheel traag en risicomijdend is. Zij zou meer lef moeten tonen om te experimenteren op het gebied van innovatie, fraude en continuïteit. Deze taak ligt in de eerste plaats bij de leiding van de accountantsorganisaties. Evenals de belangrijke taak om druk te blijven zetten op het continue proces ter verbetering en bewaking van de kwaliteit van de wettelijke controle. Daarbij zou het middenkader ruime autonomie moeten krijgen om te zorgen dat individuele accountants de benodigde professioneel-kritische instelling kunnen ontwikkelen. De aanwezige sterke druk voor medewerkers op de output binnen accountantsorganisaties werkt belemmerend voor professionals en nodigt uit tot het nemen van shortcuts.

De kwartiermakers stellen nadrukkelijk dat óók de gecontroleerde organisaties een rol en verantwoordelijkheid hebben bij de verbetering van de kwaliteit van de wettelijke controle. Om die reden stellen zij dat een verplichtstelling van een verklaring omtrent risicobeheersing (VOR) wenselijk is. Dit stelt bedrijven verplicht om risico’s te identificeren en maatregelen te nemen om deze te beheersen.

Geen nieuwe regels, wel streng toezicht

De kwartiermakers pleiten niet voor meer regels, wel voor meer en beter toezicht. De voorgenomen instellingsverplichting voor raden van commissarissen juichen zij dan ook toe. De roep om ingrijpen in de structuur van de sector ligt voor de hand, maar uit de in opdracht van de kwartiermakers uitgevoerde onderzoeken (naar joint audit, intermediair en structurele splitsing) blijkt dat dit op dit moment niet wenselijk is. De invoering van kwaliteitsindicatoren (Audit Quality Indicators) daarentegen zien de kwartiermakers als een logische vervolgstap op eerdere adviezen. Deze indicatoren hadden er al lang moeten zijn.

Herinrichting (praktijk)onderwijs

Educatie is een fundamenteel onderdeel van de noodzakelijke veranderingen. Bij de vorming van de jonge beroepsbeoefenaar ligt uiteindelijk de basis voor de kwaliteitsverbetering. De kwartiermakers vragen de sector daarom nadrukkelijk om vaart te maken met de herziening van het beroepsprofiel en de herinrichting van het onderwijs. Hier valt ook het systeem van permanente educatie onder.

Vaart in wetgevingsproces

De gewenste snelheid ziet volgens de kwartiermakers ook op het wetgevingsproces. De verankering van de maatregelen in de Wet toekomst accountancy vormt een belangrijke stap in de uitvoering van de aangekondigde maatregelen. De kwartiermakers roepen daarom de politiek op om zoveel mogelijk vaart te maken met de aanname van het wetsvoorstel toekomst accountancy en om druk op de sector te houden. In de tussentijd is constante waakzaamheid vereist om te zorgen dat de kwaliteit van de wettelijke controle niet wordt geschaad.

Opdracht kwartiermakers

Op 24 april 2020 ontvingen de kwartiermakers van toenmalig minister van Financiën Wopke Hoekstra de opdracht om de aanbevelingen van de Commissie toekomst accountancysector (Vertrouwen op controle, Cta 2020) verder te onderzoeken. De opdracht was grof gezegd tweeledig: het zorgdragen voor tastbare resultaten en anderzijds het aanjagen en stimuleren van verbeteringen. Dat eerste geldt voor de Audit Quality Indicators (AQI’s) en de verschillende rapporten over structuuringrepen: audit only met vervolgonderzoek, joint audit, het experiment en de case study over het intermediairmodel en onderzoek naar het partnermodel.

Daarnaast hebben de kwartiermakers op eigen initiatief de expertgroep Educatie samen met de Koninklijk Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) opdracht gegeven om met een opzet voor het beroepsprofiel en de (permanente) opleiding te komen.

Drieënhalf jaar lang spraken de kwartiermakers met een groot aantal stakeholders. Ook zochten zij verbinding met commissarissen, wetenschappers, gecontroleerde organisaties en praktijkopleiders en namen zij kennis van relevante rapporten van onder meer de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de Koninklijk Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en de Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten (SRA).

Vanaf de start van de opdracht is iedere zes maanden tussentijds gerapporteerd aan de minister van Financiën, die de stukken vervolgens doorgestuurd heeft naar de Kamer. De voortgangsrapportages waren zowel procedureel van aard als reflectief op actuele ontwikkelingen. De kwartiermakers hebben onafhankelijk van de sector, maar ook tegenover het openbaar bestuur, de politiek, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en andere stakeholders gefunctioneerd.