Kiesraad verantwoordelijk voor beveiliging en beheer programmatuur verkiezingsuitslagen

Het wetsvoorstel Programmatuur verkiezingsuitslagen van minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hugo de Jonge is vandaag als hamerstuk aangenomen door de Tweede Kamer. In dit wetsvoorstel is geregeld dat de Kiesraad straks verantwoordelijk wordt voor het beheer en de beveiliging van de programmatuur die wordt gebruikt ter ondersteuning van het berekenen en vaststellen van verkiezingsuitslagen. Ook wordt het gebruik van de programmatuur die door de Kiesraad ter beschikking wordt gesteld verplicht. Het vastleggen van de verantwoordelijkheden en vereisten rond de uitslagprogrammatuur, draagt bij aan een betrouwbare en efficiënte vaststelling van de verkiezingsuitslag.

Minister De Jonge: Het Nederlandse verkiezingsproces is robuust en betrouwbaar. Over de kwaliteit van het verkiezingsproces en de betrouwbaarheid van de verkiezingsuitslag, mag geen twijfel bestaan. Daarom vraagt het verkiezingsproces doorlopend aandacht en onderhoud waar nodig. Om die betrouwbaarheid en kwaliteit te bewaken en bevorderen, gaan we de rol van de Kiesraad in het verkiezingsproces verder verzwaren. Dit wetsvoorstel is een belangrijke stap in de ontwikkeling van de Kiesraad tot ‘verkiezingsautoriteit.’

De Kiesraad, de gemeenten die zorgen voor de ICT-voorzieningen en diegenen die de uitslagen invoeren in de programmatuur krijgen in het wetsvoorstel duidelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het beheer, de aansluiting en het gebruik van de programmatuur. Zo wordt de Kiesraad verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, de betrouwbare werking en de beveiliging van de uitslagprogrammatuur. Op dit moment zijn de gemeenten zelf verantwoordelijk voor het installeren en beheren van de programmatuur. Met de invoering van het wetsvoorstel kan de Kiesraad als beheerder voorschriften opstellen voor de aansluiting en het gebruik en kan de Kiesraad zorgen voor naleving van die voorschriften.
De volgende stap is behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer. Afhankelijk van die behandeling is de planning dat het wetsvoorstel op 1 januari 2025 inwerking kan treden.