€ 18 miljoen voor uitvoering taken Bonaire, Saba en Sint Eustatius

Het kabinet trekt jaarlijks, vanaf 2024, € 8,6 miljoen uit om Bonaire, Saba en Sint Eustatius beter in staat te stellen om hun taken als openbaar lichamen goed uit te voeren. Dit staat in de Voorjaarsnota 2024 die naar de Eerste en Tweede Kamer is gestuurd. Het kabinet volgt hiermee het advies op van zowel het onderzoek ‘Eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland’ van IdeeVersa als het rapport van de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) om de vrije uitkering te verhogen. De vrije uitkering is het vaste bedrag dat de eilanden jaarlijks ontvangen voor onder meer beheer van de openbare ruimte, toezicht en handhaving en welzijn.

Naast de verhoging van de vrije uitkering, stelt het kabinet jaarlijks vanaf 2024 nog eens € 5 miljoen beschikbaar. Met dit extra geld kunnen de drie openbare lichamen, in hun rol als werkgever, de gevolgen van de verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML) opvangen. Bovendien worden de openbaar lichamen hiermee in staat gesteld de arbeidsvoorwaarden van hun medewerkers beter aan te laten sluiten bij die van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN). Daarmee verbetert hun positie als werkgever en komt er meer financiële ruimte voor de uitvoering van de grote opgaven in zowel het sociale als het fysieke domein.

Rekening houden met groei

Met ingang van 2024, wordt naar voorbeeld van het gemeentefonds, ook de zogeheten BBP-systematiek van kracht voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Vanaf 2024, komt hiermee nog eens € 4,5 miljoen beschikbaar voor de drie eilanden. Voor de daarop volgende begrotingsjaren zit daar een lichte stijging in. Het Bruto Binnenlands Product is een indicator voor de economische groei. Het verschil met de huidige systematiek is dat de openbare lichamen voortaan, net als gemeenten in Nederland, naast een vergoeding om loon- en prijsstijgingen op te kunnen vangen ook meer ruimte krijgen om eigen beleidskeuzes te kunnen maken.  Ook kunnen ze voortaan makkelijker een meerjarige begroting opstellen.

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties en Digitalisering: “Ik ben erg blij met deze belangrijke financiële stap die het demissionaire kabinet maakt voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Met deze in totaal € 18 miljoen die jaarlijks beschikbaar komt, krijgen de eilanden structurele middelen voor structurele taken. Zo kunnen ze voor de lange termijn toekomstbestendige plannen maken en uitvoeren. Dit sluit ook aan bij de afspraken die ik met de drie eilanden heb gemaakt tijdens de bestuurlijke WolBES en FinBES conferentie. Namelijk dat ze in staat worden gesteld om hun taken goed en zo zelfstandig mogelijk uit te kunnen voeren. Van groot belang is dat ze structureel voldoende mensen hebben om dit te doen en met zo min mogelijk bureaucratische lasten en regeldruk. De komende tijd ga ik verder in gesprek met bestuurders van de drie eilanden en de departementen in Den Haag om de financiële relatie met de eilanden verder te verstevigen en de uitvoeringskracht op de eilanden te vergroten.”

Meer taken, meer uitvoeringskracht

Het takenpakket van de openbaar lichamen komt voor een groot deel overeen met dat van Europees Nederlandse gemeenten. De openbare lichamen zijn echter ook verantwoordelijk voor bijv. afvalwaterbeheer en de waterzuiveringsinstallaties. Dit zijn taken die in Nederland door waterschappen en de provincies worden gedaan. Gezien het belang van deze infrastructuur voor de bestaanszekerheid, natuur- en milieubeheer, klimaatmitigatie- en adaptie en connectiviteit van de eilanden, gaan de openbare lichamen samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) onderzoeken welke investeringen nodig zijn voor onderhoud en vervanging van de vitale infrastructuur op de eilanden. Met het extra geld dat nu in de Voorjaarsnota 2024 wordt gereserveerd, ontstaat meer financiële ruimte om extra personeel aan te trekken. Het versterken van de uitvoeringskracht is hard nodig, omdat de eilanden te maken hebben met grote opgaven, zoals onder meer vastgelegd in de bestuursakkoorden.