Kabinet: genoeg en goed toegeruste schoolleiders en leraren blijft prioriteit
Voldoende en goed toegeruste schoolleiders, leraren en onderwijsondersteunend personeel zijn de basis voor goed onderwijs. In het primair en voortgezet onderwijs nemen de tekorten tijdelijk af. Dat is goed nieuws; tegelijkertijd lopen deze over een paar jaar weer flink op is de verwachting. Daarom blijft het kabinet onverminderd inzetten op maatregelen om onderwijsprofessionals te werven, op te leiden en te behouden en om daarmee het onderwijs toekomstbestendig te maken. Dat schrijven staatssecretaris Koen Becking (OCW) en minister Gouke Moes (OCW) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van de lerarenstrategie.
Staatssecretaris Koen Becking: “Goede en voldoende schoolleiders en leraren maken het verschil voor onze kinderen en zijn essentieel voor de toekomst van onze jeugd. Het is een mooi vak, en ik zie iedere dag hoe mensen in de school en voor de klas écht het verschil maken.”
Minister Gouke Moes: “In mijn tijd als leraar heb ik ervaren hoe een goede leraar het verschil kan maken voor leerlingen en studenten. Voor goede leraren zijn goede lerarenopleidingen van groot belang. Het is niet alleen noodzakelijk om het vak aantrekkelijker te maken, zodat meer mensen leraar willen worden. We investeren ook in het borgen van de kwaliteit van de opleidingen, zodat toekomstige leraren goed uitgerust zijn voor het vak dat zij gaan beoefenen. Dat doen we onder andere door de bekwaamheidseisen voor leraren te concretiseren zodat beter duidelijk is wat afgestudeerde leraren moeten kennen en kunnen.”
Volle kracht vooruit
Uit TALIS2024 blijkt dat leraren in Nederland overwegend positief zijn: 95% van de leraren is tevreden over het werk, 89% van de leraren voelt zich bekwaam en in het primair onderwijs is de tevredenheid over het salaris verder gestegen naar 84% van de leraren. Ook kiezen steeds meer mensen voor werken in het onderwijs. Net als in 2024 zijn in dit jaar in totaal 2.250 subsidies toegekend aan zij-instromers, mensen die vanuit een ander beroep leraar willen worden. Dat is een mooie basis om op voort te bouwen. Dat doen we onder meer met de campagne ‘Werken met de toekomst’. Hiermee dragen we bij aan een positief en realistisch beeld van werken in het onderwijs, met speciale aandacht voor studiekiezers en potentiële zij-instromers. Behouden van leraren vraagt om goede begeleiding in de eerste jaren en inzet op minder werkdruk. Zo wordt samen met het onderwijsveld en onderwijsregio’s gewerkt aan voldoende en goed toegeruste schoolleiders en leraren, als basis voor goed onderwijs.
Tekort daalt nu, stijgt de komende jaren
De nieuwste metingen laten zien dat de huidige tekorten opnieuw lager zijn dan vorig jaar en dat dit beeld tijdelijk is. In het primair onderwijs (po) is nu een tekort aan leraren van 5800 fte (6,3%), in het voortgezet onderwijs (vo) is het tekort aan leraren 2200 fte (3,5%). In 2024 was dit respectievelijk 7700 fte en 3800 fte. De tekorten verschillen sterk per regio, waarbij de G5 gemiddeld het grootste tekort in het po heeft (13,7%). Ook het tekort aan schoolleiders is gedaald en is in het po nu 461 fte (6,2%) en in het vo 81 fte (2,5%). Hoewel de tekorten nu deels zijn ingelopen, zullen ze naar verwachting de komende jaren weer stijgen, onder andere doordat meer leraren met pensioen gaan en het aantal leerlingen toeneemt. In het vo blijven de tekorten vooral toenemen bij de tekortvakken, zoals wiskunde, natuurkunde en Nederlands.