Speech minister Christianne van der Wal bijeenkomst implementatie ontbossingsverordening

Speech door minister Christianne van der Wal op de bijeenkomst Implementatie Ontbossingsverordening op woensdag 30 augustus.

[Het gesproken woord geldt.]

Beste mensen,

Welkom allemaal hier in de Veegenszaal. Wat fijn dat u naar het ministerie bent gekomen vandaag. Om het samen te hebben over de toekomst. De nabije toekomst, moet ik zeggen. Want … Er is wat haast bij …

Vandaag gaan we het met z’n allen hebben over: “de implementatie van de Europese verordening voor ontbossingsvrije grondstoffen en producten”. Niet alleen een mondvol, maar we krijgen ook onze handen eraan vol.

In de volksmond gaat het simpelweg om de “EU ontbossings-verordening”. De onderhandelingen in Brussel liggen achter ons – die zijn afgerond. En afgelopen juni volgde de publicatie van de verordening. Daarmee is de verordening nu actief. Dus vóór ons ligt nu een opgave. Een gezamenlijke opgave: het doorvoeren van de verordening.

Je merkt het overal. En natuurlijk ook op het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben we het gemerkt de afgelopen tijd. Ontbossing krijgt veel aandacht. En de verordening krijgt dan ook veel aandacht. Het houdt de gemoederen bezig. In de politiek. In het bedrijfsleven. In het kennisveld. En in het maatschappelijk middenveld. Wat de gemoederen bezighoudt, daar moeten we in ons polderlandje natuurlijk over praten. Want zo doen wij dat. Want praten werkt bij ons. Dus wat enorm mooi dat u hier vandaag bent, voor dat gesprek.

En dat gesprek voert u niet alleen met het ministerie van Landbouw. Nee, dat doen we bréder. Daarom hebben we vandaag ook in ons midden: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij spelen een cruciale rol bij de verordening, bij het verduurzamen van agrogrondstofketens, en bij het tegengaan van ontbossing. De NVWA als de beoogde bevoegde autoriteit voor handhaving. En Buitenlandse Zaken als verantwoordelijke voor internationale samenwerking, en voor IMVO: internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. En ook in ons midden: het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het ministerie van Financiën, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Douane, het Openbaar Ministerie, het Functioneel Parket én de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Voordat we het hebben over het doel van vandaag: eerst nog even wat context. Over het belang van de verordening. Natuur en landbouw zijn de basis van ons bestaan. Ons fundament. Allerlei sectoren – natuurlijk ook vandaag hier aanwezig – die leveren dag in, dag uit een bijdrage aan ons fundament. Maar. Het fundament is uit evenwicht. Wankelt. Dreigt door te slaan. Slaat soms al door. Denk aan klimaatverandering. Het verlies aan biodiversiteit. De druk op watergebruik. De druk op grondstofgebruik. De druk op voedselzekerheid. En wij moeten nu zorgen dat we landbouw en natuur weer samenbrengen. In een nieuw evenwicht.

Ontbossing speelt daar zó’n belangrijke rol in, op mondiaal niveau. Mede daarom heeft de Nederlandse overheid al sinds 2015 ingezet op Europese wetgeving: wetgeving die wereldwijd de ontbossing moet tegengaan. Met in het vizier het jaar 2030. Dus met de verordening die we nu hebben mogen we blij zijn, als een onmisbare stap vooruit. We hebben nu een instrument in handen tégen ontbossing, en vóór het verduurzamen van agrogrondstofketens.

Tegelijk betekent de verordening een grote verantwoordelijkheid. Want we hebben nu de lat een stuk hoger gelegd voor alle bedrijven die werken op de Europese markt. Vanaf 29 december 2024 moeten al deze bedrijven kunnen aantonen: “Kijk, ik heb mijn producten legaal én ontbossingvrij geproduceerd.”

De verordening kun je met recht zien als een onmisbaar instrument. Maar we zijn ook realistisch. Want we weten ook allemaal: met een verordening ben je er nog niet. Want wil je ontbossing écht stoppen, dan heb je meer nodig. Het is zó complex, het ontbossingsvraagstuk.

Complexiteit vraagt om commitment. Om een brede inzet. En daar gaat de overheid dan ook voor. Een brede inzet op duurzaamheid – samen met alle partners. Niet alleen in Nederland, maar ook in de Europese Unie, én ver daarbuiten.

En die overheid weet het maar al te goed: we mogen het bedrijfsleven zeer erkentelijk zijn voor alle inzet en al het werk van de afgelopen jaren. Ik neem mijn petje af, en zeg: dank u wel voor uw ondernemerschap, voor uw visie. Die energie, die drive sterkt mij in mijn overtuiging dat we samen – met al die kennis en expertise uit alle sectoren – de ontbossing binnen handbereik hebben. En dat we een succes kunnen maken van deze verordening.

Dan nu naar het doel van vandaag, van onze bijeenkomst.

Velen van jullie zijn al druk bezig met de implementatie van de verordening. Ook vanuit de overheid werken we al aan de nodige voorbereidingen. Vandaag willen we graag met u delen wat wij al doen en hoe we dat doen – hoe wij aan de implementatie werken. En als Buitenlandse Zaken, als de NVWA en als LNV willen we met u delen wat onze rollen zijn.

Maar nog belangrijker, en nog liever, gaan we graag met u in gesprek. En we hebben een vraag voor u. Die vraag is: laat ons weten wat wij moeten doen om u te betrekken bij de implementatie. Want met uw input en kennis – rechtstreeks uit uw praktijk – willen we dit hele proces beter kunnen sturen en beter kunnen vormgeven. Zodat we het complexe geheel met slimme coördinatie kunnen oplossen. Dan moet je dus ook weten van elkaars rollen en verantwoordelijkheden, dus dat gaan wij allemaal ook delen vandaag. En uw inbreng – van vandaag en in de toekomst – gaan we ook gebruiken om de Tweede Kamer te informeren over waar we staan met de implementatie van de wet. Ook gaan we de Europese Commissie er uiteraard bij betrekken.

We gaan dus in gesprek, zei ik net. En natuurlijk is er in dat gesprek van ons ook ruimte en aandacht voor de vragen die u heeft. Voor uw zorgen. Deel wat er bij u speelt. De verordening is nou eenmaal complex, ook voor ons. Ook wij hebben niet alle antwoorden. Dus laten we proberen om dat samen op te lossen. Om samen die lat – die zo hoog ligt – naar beneden te krijgen. Gewoon door de koppen bij elkaar te steken. Niet alleen vandaag, maar ook verderop in het proces. Blijf met elkaar praten. En hou ons eraan. Trek aan de bel als u ruimte zoekt, in overleg wilt gaan.

Dames en heren, afgelopen december maakte ik iets moois mee. In Montreal, op de top van de Verenigde Naties over biodiversiteit. Ik mocht toen meemaken hoe we als 196 landen elkaar een hand gaven, en samen zeiden: “Wij gaan voor biodiversiteit. Wij beschermen de natuur. Want het is de hoeksteen van ons bestaan.”

Afgelopen juli mocht ik weer zoiets moois meemaken – in Rome, op de watertop van de Verenigde Naties. Elkaar de hand reiken, en dan de handen ineenslaan voor verantwoord waterbeheer.

Vandaag is misschien wat minder groots, hier in de bescheiden Veegenszaal. Maar vandaag is zeker niet minder mooi. Want u bent hier vandaag samen om uw bijdrage te leveren aan een betere toekomst – op nationaal niveau én daarbuiten.

Bedankt dat u hier bent. Bedankt voor wat u vandaag gaat doen. En bedankt voor wat u in de toekomst gaat doen. Voor een wereld zonder ontbossing. Voor een wereld in balans. Succes!