Toespraak door minister Van Weel bij het Reddingsbrigade Congres
Toespraak van minister Van Weel (JenV) bij het Reddingsbrigade Congres op zaterdag 24 mei 2025 .
Beste aanwezigen,
Wat goed om hier vandaag te zijn. In ’s-Gravenzande, vlakbij de zee. Samen met lokale bestuurders en met de vrijwilligers van de reddingsbrigades. Jullie staan allemaal paraat om mensen in nood te helpen. Dankzij die instelling weten jullie allerlei ellende te voorkomen.
In deze onrustige tijd is dat extra welkom. Daarom hebben we het er vandaag over, welke rol de reddingsbrigades de komende tijd kunnen spelen.
Maar laten we eerst even terugkijken. Want wat jullie doen – mensen uit het water redden – heeft een flinke geschiedenis. De reddingsbrigade ’s-Gravenzande bestaat al driekwart eeuw. Van harte gefeliciteerd met dat jubileum!
Het verhaal van de Reddingsbrigade Nederland gaat nog verder terug, tot het begin van de vorige eeuw. Toen bijna niemand nog kon zwemmen.
Er zijn in die periode een aantal incidenten geweest waarbij omstanders machteloos moesten toekijken hoe mensen verdronken. In 1913 in Amsterdam bijvoorbeeld, kwamen 4 kinderen op een zinkende woonboot om het leven. Vreselijk moet dat zijn geweest.
De machteloosheid was toen voor een aantal dappere vrijwilligers aanleiding om in actie te komen. Om te leren zwemmen en te leren redden. En om dat in georganiseerd verband te doen. Daar zijn de reddingsbrigades van nu uit voortgekomen.
Tijden zijn veranderd, jullie houding is nog altijd dezelfde. Jullie binden nog altijd de strijd aan met de machteloosheid. Jullie denken nog altijd: hoezo moeten we ongelukken maar laten gebeuren? Hoezo laten we rampspoed over ons komen? Hoezo kunnen we niks doen?
Daarmee zijn jullie een voorbeeld voor anderen. Het spreekt mij enorm aan. Liever oplossingen zoeken, dan problemen maken. Als het om de veiligheid van onze omgeving gaat, kunnen we veel doen, met elkaar. Als we ons maar voorbereiden. Als we maar weten wat we aan elkaar hebben. En als we maar paraat staan.
Het is de mentaliteit die je bij elke reddingsbrigade in dit land aantreft. Van het Westland tot de Waddeneilanden, van Zaanstad tot Zierikzee, van Tiel tot Tegelen. Hoeveel ze ook van elkaar verschillen, de wil om klaar te staan voor anderen in nood, is overal hetzelfde. Dat is goud waard.
De afgelopen decennia hebben we al met verschillende crises te maken gehad, zoals overstromingen en corona. Inmiddels kan iedereen elke avond op het nieuws zien dat de wereld onveiliger is geworden. Er is oorlog op het Europese continent, in Oekraïne, niet zo ver hier vandaan.
De geopolitieke verhoudingen veranderen in hoog tempo. Ook Nederland heeft te maken met een toenemende hybride en militaire dreiging.
We moeten rekening houden met cyberaanvallen, stroomuitval en doorgeknipte zeekabels. Er zijn bijvoorbeeld al cyberaanvallen geweest op Nederlandse zorginstellingen. Ook zet Rusland stappen die duiden op spionage en op voorbereidingen van sabotage van de Nederlandse infrastructuur. En we zien dat Rusland internetkabels, gasleidingen en windmolenparken in de Noordzee heimelijk in kaart brengt.
Tot nu toe is er nog geen ernstig effect geweest voor de samenleving. Maar dat kán wel gebeuren. Sabotage van infrastructuur kan onze samenleving hard raken.
We zijn dichtbevolkt en dicht bekabeld. En Nederland heeft een strategische positie als toegangspoort tot Europa. Ons land kan betrokken raken bij een militair conflict. Niet per se op eigen bodem, maar wel als onderdeel van de NAVO. Stel dat een NAVO-land wordt aangevallen.
Dan zal Nederland doorvoerland zijn voor de troepen en het materieel van het bondgenootschap. Dat gaat dan via de Rotterdamse haven, op een steenworp afstand hier vandaan. Ook vanwege die essentiële positie, kan de haven het doelwit worden van hybride dreigingen, cyberaanvallen, sabotage en spionage.
Ontstaat er een conflict, dan raakt dat ons dagelijks leven direct. Van onze wegen tot ons internet. Van ons eten tot onze elektriciteit. Daar zijn we nu nog niet klaar voor, maar we leveren een enorme krachtsinspanning om dat zo snel mogelijk wél te zijn.
De Reddingsbrigade is hiervoor een lichtend voorbeeld. Dankzij bijvoorbeeld reddingsoefeningen, weers- en zeestudie, materiaalcontrole en het geven van goede voorlichting aan het publiek, zijn jullie voorbereid op ongevallen. Zo doordacht en zo voorbereid moeten wij nu ook zijn. Zodat onze samenleving en onze economie kunnen blijven draaien in tijden van crises.
We weten allemaal allang dat oorlogen niet meer alleen met bommen en granaten worden gevoerd. In Oekraïne, waar ik eerder deze maand op bezoek was, zie je hoe het normale leven wordt verstoord. De stroom gaat eraf, telefoons doen het niet, pinnen lukt niet.
Ik kreeg ter plekke onder meer een rondleiding in een energiecentrale. Het is indrukwekkend om te zien hoe gedreven iedereen daar werkt om schade door de Russen te beperken en te herstellen. De boel draaiend houden: daar gaat het om. Op dat punt kunnen we veel van de Oekraïners leren.
Ik denk ook aan de stroomstoring van vorige maand in Spanje en Portugal. Hoe ontredderd mensen reageerden. Er moesten onder meer tienduizenden treinreizigers worden bevrijd.
Zulke situaties moeten we voor onze eigen omgeving en ons eigen land nu al doordenken. Weten hoe, met wie en in welke volgorde we dan direct aan de slag kunnen. Dat scheelt kostbare tijd. Jullie weten daar alles van.
Als het hier misgaat, als we worden aangevallen, dan zullen we met z’n allen de handen uit de mouwen moeten steken. Op die omslag bij crises moeten we ons voorbereiden. Voor onszelf, onze eigen omgeving, ons land en voor de landen om ons heen. Oók omdat weerbaarheid afschrikt. Een vijand zal aarzelen om een goed voorbereid land aan te vallen.
Beste allemaal,
Weerbaarheid is een zaak van ons allemaal. Van burgers, bedrijven en organisaties, van de politie, de brandweer, van de overheid natuurlijk en ook zeker van de Reddingsbrigade Nederland.
Jullie hebben materieel, zoals auto’s, boten en communicatieapparatuur. Jullie zijn al onderdeel van de nationale reddingsvloot onder regie van de veiligheidsregio’s. Jullie staan midden in de lokale gemeenschap, jullie weten waar hulp het hardste nodig is.
En vooral hebben jullie een sterke wil om een stap naar voren te zetten als het misgaat. Ik heb dan ook veel vertrouwen in jullie.
Het gaat er nu om de puzzelstukken in elkaar te leggen. Niks is bij crises zo belangrijk als weten wat je aan elkaar hebt. Daarom ben ik blij dat de plaatselijke bestuurders en de vrijwilligers van de reddingsbrigades vandaag hierover met elkaar in gesprek gaan. Dat is een goed begin!
Ik ben zeer geïnteresseerd in de afspraken die hieruit voort gaan komen over de lokale aanpak bij crises. Laten we met elkaar de strijd blijven aanbinden met de machteloosheid.
Dank jullie wel.