Toespraak minister Ruben Brekelmans tijdens het Debat in de Stad (NAVO door Nederland tour)
Toespraak van de minister van Defensie, Ruben Brekelmans, tijdens een event van de NAVO door Nederland tour: Debat in de Stad in Den Haag.
Dames en heren,
Dat waren heftige beelden, met daarbij een hele reeks heftige uitspraken. Helaas is dit de realiteit waarin we vandaag leven. Tegen die achtergrond is uw stad deze maand gastheer van de NAVO-top.
En laat me u daar eerst en vooral voor bedanken. Want midden in uw stad verrijst een zwaar bewaakt NAVO-fort, wat gaat gepaard gaat met het nodige ongemak. Dat maakt de vraag extra relevant: waarvoor doen we het?
Dames en heren,
De NAVO houdt ons al 76 jaar veilig. Als een schild van bondgenoten rondom ons kleine land. De NAVO blijft ons ook in de toekomst veilig houden. Maar er is wel iets veranderd. President Trump en zijn team hebben ondubbelzinnig duidelijk gemaakt dat wij als Europa meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor onze eigen veiligheid.
We kunnen ons daarover opwinden. Maar we moeten ook eerlijk zijn: de lastenverdeling binnen de NAVO is al decennia uit balans. Trump is niet de eerste die ons daarop wijst. Ook Barack Obama en Joe Biden deden dat al. Het is dus terecht dat Europa de handschoen oppakt en aan de slag gaat.
Dat doen we en dat kunnen we ook. En dat mag met meer zelfvertrouwen. Europa hoeft geen Calimero te zijn in de schaduw van grootmachten. Europa is een economische reus – 5x groter dan Rusland. We zijn met meer – met het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Oekraïne erbij is onze bevolking 4x groter.
De Europese Unie is een waardenblok – ook daar mogen we in de huidige wereld trots op zijn – maar de Unie heeft ook grote wetgevende en financiële slagkracht. Kijk hoe we de corona- en energiecrisis hebben aangepakt. Kijk hoe we met 27 landen één interne markt hebben gebouwd, waar dagelijks honderden miljoenen mensen van profiteren.
Waarom zouden we diezelfde kracht, datzelfde vermogen tot samenwerken, niet kunnen inzetten voor onze veiligheid? Natuurlijk mét onze bondgenoten samen – het VK, Noorwegen, Canada én de VS.
We moeten van ver komen, maar we starten niet op nul. Europese landen hebben samen veel meer militairen dan Rusland, veel modernere en meer gevechtsvliegtuigen, meer tanks, en zelfs vier keer zoveel fregatten en torpedojagers.
We hebben alleen te veel verschillende wapensystemen; ieder met eigen onderdelen en trainingen. We missen belangrijke strategische capaciteiten en hebben weinig ervaring met grootschalige commandovoering.
Dat betekent dus: werk aan de winkel. Véél werk. Het goede nieuws is: Europa is wakker en de raderen draaien. Er wordt keihard gewerkt aan meer investeringen in defensie, opschaling van de defensie-industrie, soepelere regels en financiering voor de gezamenlijke aanschaf van materieel.
We hebben haast. Poetin wil de Sovjet-Unie in oude glorie herstellen. Hij wil terug naar de Russische invloedssfeer van vóór 1989 en is niet geïnteresseerd in duurzame en rechtvaardige vrede. Hij wil het westen verzwakken, de NAVO uit elkaar spelen en in landen als Oekraïne pro-Russische regeringen aan de macht krijgen.
Onlangs was ik in Dnipro, in zuidoost-Oekraïne, de ochtend na een zware droneaanval. De resten van gebouwen smeulden nog na. De Oekraïense commandant van de oostelijke troepen vertelde ons: wij voeren al 11 jaar iedere dag oorlog, maar de gevechten zijn nu heviger dan ooit. Juist nu verdient Oekraïne onze onvermoeibare steun.
Ook voor onze eigen veiligheid. Want Rusland kijkt verder dan de oorlog in Oekraïne. De Russische oorlogsindustrie draait op volle toeren en er worden veel meer soldaten gerekruteerd dan nodig is voor Oekraïne alleen.
Onze inlichtingendienst MIVD schat dat Rusland na een staakt-het-vuren in Oekraïne een jaar nodig heeft om grootschalig troepen te verplaatsen. Stel je voor dat Rusland honderdduizenden troepen naar de grens met de Baltische Staten verplaatst. De ervaring met Oekraïne leert dat we slechts een week van tevoren weten of dit een militaire oefening betreft of de voorbereidingen voor een aanval. Dat is het scenario waarop we voorbereid moeten zijn.
De dreiging blijft bovendien niet beperkt tot Oost-Europa. De rivaliteit tussen de grootmachten is verhard. De spanningen in de Indo-Pacific zijn structureel geworden en de theaters zijn met elkaar verbonden. Noord-Korea stuurt soldaten en op grote schaal wapens en munitie, daar tegenover staat dat Rusland technologie en kennis met Noord-Korea deelt. Rusland voert massale drone-aanvallen uit met Shahed-drones, die ontworpen en vaak geproduceerd zijn in Iran. De enige reden waarom Rusland deze oorlog vol kan houden, is door de economische en diplomatieke rugdekking van China.
Afgelopen weekend was ik bij de Shangri-La Dialogue in Singapore, de grootste veiligheidstop in de Indo-Pacific. Er waren meer Europeanen dan ooit. Iedereen realiseert zich dit: de veiligheid van Europa en de Indo-Pacific zijn meer dan ooit met elkaar verweven.
Naast de kinetische militaire dreigingen zijn cyberaanvallen geen theoretisch risico meer, maar een concrete dreiging met directe impact op onze energievoorziening, infrastructuur en veiligheid. Denk aan de cyberaanvallen op Nederlandse ziekenhuizen, havens en universiteiten. Of de Russische hackers die afgelopen september het adressenbestand van de politie buitmaakten.
Denk ook aan spionage en voorbereidingen op sabotage: onbekende drones rondom militaire bases, schepen op de Noordzee die onze internetkabels, gasleidingen en windmolenparken in kaart brengen. We lijken hier in vrede te leven, maar in feite is dat niet meer zo. We leven in een grijze zone, een schemergebied tussen oorlog en vrede. Wij zijn niet in oorlog met Rusland, maar Rusland – in hybride vorm – wel met ons.
Bij Defensie werken we daarom hard aan de noodzakelijke voorbereidingen, investeringen en oefeningen. We bouwen een sterke, slimme krijgsmacht die samen met onze partners de vijand kan afschrikken en oorlog buiten de deur houdt. Wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog – dat is wat we doen.
En dan kom ik óók bij u. Want veiligheid is niet alleen een taak van mensen in uniform. Een sterke NAVO – dat bent ú.
Dat zijn burgers die voor hun veiligheid meer herrie en ruimte voor Defensie accepteren. Dat zijn reservisten die naast hun werk militair zijn. Dat zijn bedrijven die producten of diensten aan defensie leveren. Een sterke NAVO – dat zijn de onderzoekers, ondernemers en pioniers die ons helpen met innovatie, zoals bij Robin Radar hier in Den Haag en MINDBase in Delft.
Wat kunt ú doen? – dat is de vraag die ik ieder van u wil stellen.
Enerzijds gaat het om weerbaarheid. Als het internet een paar dagen uitvalt, of de elektriciteit, zoals in Spanje en Portugal laatst. Inmiddels hebben we natuurlijk allemaal een noodpakket, en kijken we ook in onze omgeving wie we in zo’n situatie zouden moeten helpen.
Maar een vraag die net zo belangrijk is: heeft de organisatie waar u voor werkt dan een plan B? Kunnen kinderen dan nog naar school, blijft de zorg dan functioneren, de betalingen doorlopen, de supermarkten bevoorraad? Heeft u back-up systemen, zodat u niet al uw relevante gegevens tijdelijk of zelfs voor altijd kwijt bent?
Naast maatschappelijke weerbaarheid gaat het ook om militaire paraatheid. Defensie moet klaar staan om bij toenemende spanningen snel in het Oosten van Europa te zijn. Daarvoor hebben wij uw steun nodig. In tijden van vrede is de vraag wat de krijgsmacht voor de samenleving kan doen, maar in tijden van dreiging is de vraag wat de samenleving voor de krijgsmacht kan doen.
Werkt u bijvoorbeeld in de energiesector, het transport, de voedselvoorziening, zorg, IT, beveiliging? Dan bent u een strategische partner in de veiligheid van Nederland.
Dames en heren,
De NAVO-top 2025 – over 3 weken in uw stad – heeft alles in zich om een historische top te worden. Het moment is historisch – in een chaotische wereld die op een kruispunt staat. Indien 32 bondgenoten overeen zouden komen de uitgaven voor Defensie substantieel te verhogen naar een hoger percentage, dan zou dat historisch zijn. Vergelijk dat eens met de vorige NAVO-top, minder dan een jaar geleden in Washington. Toen werd ‘slechts’ de afspraak gemaakt dat 2% geen plafond is, maar een bodem.
Ik hoop dat de uitkomst van deze NAVO-top, met zowel eenheid als een The Hague Investment Plegde, historisch zal zijn. Uiteindelijk kunnen we lang spreken over de NAVO, percentages en bijeenkomsten, maar de kern waar het om gaat is: doen we wat nodig is om onszelf en onze bondgenoten veilig te houden.
Als we het eens worden, gaat de NAVO-top van Den Haag de geschiedenis in als het moment waarop Europa opstond en zijn verantwoordelijkheid nam. Het moment waarop de geopolitieke verhoudingen verschoven, Europa niet langer een toeschouwer was, maar een speler van gewicht.
Ik hoop dat we over 10, 20 jaar op deze top zullen terugkijken en zeggen: dáár, in Den Haag, beleefden we het keerpunt. Zoals het Verdrag van Maastricht het fundament legde voor de Europese integratie, zo kan de NAVO-top van Den Haag het fundament leggen voor een volwassen en krachtig Europa dat zijn militaire verantwoordelijkheid niet meer uitbesteedt aan zijn grote broer.
Niet langer alleen een economische reus, maar ook een extra hoeksteen van internationale veiligheid. En ik ben ervan overtuigd: daarmee duwen we de Amerikanen en andere partners niet van ons af, maar halen we hen juist dichterbij.
U, de inwoners van Den Haag, maakt het mogelijk dat wereldleiders zich verenigen en samen het schild van onze veiligheid versterken. Een sterke NAVO – dat zijn wij.
Dank u wel.