Speech staatssecretaris Struycken bij rapport Commissie De Winter
Toespraak door staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken bij het rapport van de Commissie De Winter op 19 juni 2025.
Dames en heren,
“Een moeder doet geen afstand, je bent en blijft dat, al groeit je kindje bij iemand anders op.
En een bevalling vergeet je niet, al zwijg je er je hele leven over.”
Dit zijn niet mijn woorden. Dit zijn de woorden van Liesbeth, die in 1969 haar pasgeboren dochter moest afstaan. Een kind dat ze negen maanden bij zich droeg en waarmee na de geboorte ruw de band werd doorgesneden.
Hierover zei zij het volgende:
“Je kind zomaar weggeven was het ook niet: er werd vooral door anderen bepaald wat jij, als enige minderjarige in dit gebeuren, had te doen.
En dat ‘was het beste voor iedereen’.”
Einde citaat.
Het verhaal van Liesbeth staat niet op zichzelf. Er zijn ook andere moeders, afgestanen - zoals degenen die als kind zijn afgestaan zich vaak noemen -, vaders, adoptieouders en naasten met even verdrietige verhalen.
Het precieze aantal personen dat met dwang te maken heeft gehad, weten we niet. Wat we wel weten is dat het leed bij een ieder van hen ongekend groot was. De wijze waarop Liesbeth woorden heeft gegeven aan háár leed, bevestigt dit ook. Haar woorden raakten mij dan ook enorm.
Het ontbreken van regie over haar eigen leven is zó tastbaar, en geldt ook voor al die anderen die een soortgelijke geschiedenis meemaakten.
Moeders en vaders die zich gedwongen voelden afstand te doen van hun kind. Anderen die voor hen besloten.
Het vaak opgelegde zwijgen hierover, verzachtte de pijn niet. Integendeel, het liet levenslang emotionele littekens achter.
Onbekendheid met waar je vandaan komt. Het gevoel dat je zomaar bent gescheiden van je ouders; dat moet wat met je doen. De sterke biologische band tussen een ouder en een kind wordt niet verbroken door een besluit van een ander.
Ik ben zelf ook vader en zal dit ook altijd ten diepste blijven. Ongeacht de omstandigheden.
En tot slot de praktijk van toen: dat het weghalen van een kind en het overdragen aan een ander, het beste was voor iedereen.
Dat was het niet.
En dat staat nu ook helder in het rapport ‘Schade door Schande. Binnenlandse Afstand en Adoptie 1956-1984’.
Ik ben de ‘Commissie Onderzoek Binnenlandse Afstand en Adoptie’ onder voorzitterschap van professor dr. Micha de Winter daarom zeer dankbaar dat zij hiernaar gedegen onderzoek heeft gedaan. Dat met de samenleving gedeeld wordt, waarover velen zolang hebben moeten zwijgen.
Een leed dat verstrekkend is, vaak zelfs voelbaar in volgende generaties. Veel dank aan de leden van de commissie dat zij aandacht hebben geschonken aan zoveel verschillende aspecten.
Ik zeg dit ook mede namens mijn collega staatssecretaris Vincent Karremans. Hij was hier vandaag graag bij geweest, maar vanwege zijn beëdiging tot minister was dat helaas niet mogelijk.
Voor sommige aanwezigen hier heeft het rapport wellicht te lang op zich laten wachten. In 2021 moest helaas het toenmalige onderzoek door een onfortuinlijk datalek worden stopgezet. Reden om een nieuwe commissie in te stellen. Dit alles kostte extra tijd, maar het eindresultaat telt: er is nu een zorgvuldig opgetekend rapport.
Alleen grote zorgvuldigheid doet recht aan het belang de geschiedenis van binnenlandse afstand en adoptie - uw geschiedenis - zichtbaar te maken.
Onder u zijn mensen die hebben meegewerkt aan het onderzoek. Die uit de schaduw zijn getreden om verborgen leed en verzwegen verhalen met ons te delen.
Ik heb begrepen dat sommige mensen aan zowel het onderzoek uit 2021 als aan dit onderzoek hebben meegewerkt en dat weer anderen er juist voor hebben gekozen om na het eerste, stopgezette, onderzoek niet meer mee te werken. Gewoonweg omdat hun vertrouwen te veel was geschaad of omdat het onderzoek te pijnlijk was.
Een heel begrijpelijke reactie.
Al deze mensen wil ik bedanken voor hun bijdrage. Een bijdrage die weer herinneringen moet hebben opgeroepen, met alle emoties van dien.
Dames en heren, vandaag reageer ik nog niet inhoudelijk op het rapport en de aanbevelingen. Ik wil het eerst grondig en met aandacht bestuderen en met sommigen van u erover spreken.
Ook al is het kabinet nu demissionair, uw geschiedenis heeft mijn volle aandacht. Na de zomer ontvangt u namens het kabinet een reactie. Maar wat ik nu wel al kan zeggen, is het volgende.
Uw leed, dat u ontegenzeggelijk heeft ervaren, kan ik niet wegnemen. Het leed dat erkenning, betrokkenheid en medeleven verdient.
Hiervoor sluit ik mij graag aan bij de motie van Kamerlid Michiel van Nispen, die afgelopen 8 april unaniem door de Tweede Kamer, dus door alle 150 Leden, werd gesteund.
Met de Kamer spreek ik de erkenning uit voor het grote verlies, leed en onrecht dat vaak ongehuwde moeders en afgestanen destijds is aangedaan door hen gedwongen te scheiden, de moeders geen reële keuzevrijheid te bieden om hun kinderen bij zich te houden en zelf op te voeden, en dat dit leed al die tijd heeft doorgewerkt en nog steeds doet in de levens van de moeders, de afgestanen, de kinderen van de afgestanen en andere naasten.
Hoe ik aan deze erkenning passend invulling ga geven, bekijk ik op basis van het onderzoek en de aanbevelingen.
Voor de overheid zie ik in ieder geval een rol weggelegd om u te helpen in uw weg naar herstel. Een rol die we moeten invullen vanuit de intrinsieke wil u een betere toekomst te bieden. Ik hoop tegelijkertijd dat het rapport aanzet tot zelfreflectie bij alle organisaties die een rol hebben gespeeld in uw geschiedenis, inclusief de overheid.
In mijn functie van staatssecretaris Rechtsbescherming beloof ik u het rapport goed tot mij te nemen en ik dring de andere organisaties erop aan dit óók te doen, en vervolgens de spiegel niet te schuwen.
Dames en heren, ik hoop dat er voor een ieder van u de ruimte komt om - als u daar behoefte aan heeft - over uw geschiedenis te vertellen aan de samenleving, zonder dat daar meteen een oordeel over wordt geveld.
Ik gun u de regie over uw leven.
De regie, die destijds met verstrekkende gevolgen van u is afgepakt.
Als moeder, als kind, als vader.