Toespraak minister-president Schoof bij opening hogeschool- en academisch jaar

Dick Schoof hield in Enschede een toespraak bij de opening van het academisch jaar Universiteit Twente en Hogeschool Saxion.

Beste mensen,


Wat een eer om hier vandaag bij jullie te zijn, en dan nog wel op zo’n bijzondere dag als de opening van het academisch jaar en het hogeschool-jaar.
In de roerige weken die we gehad hebben, was ik vaak blij als ik na een lange dag weer thuiskwam.
En deze dag voelt voor mij ook een beetje als thuiskomen.
Hoe kan het ook anders, als kind van deze regio.
Want hoewel mijn jeugd al een tijdje achter mij ligt, heb ik toch regelmatig in mijn leven gemerkt hoe belangrijk die periode is.
Hoe je karakter gevormd wordt door je schooljaren.

Voor mij speelden die zich af in Hengelo.
Waar ik thuis, op school en in de wijk een hoop dingen leerde.
En 1 daarvan is dat je niet weg mag lopen als het moeilijk wordt.
Dat je je verantwoordelijkheid moet nemen en er juist op die momenten moet staan.
Dus hier sta ik.
Natuurlijk als premier.
Maar bovenal, als jongen uit de buurt.  

En met de lessen van mijn jeugd in het achterhoofd, wil ik maar meteen zelf benoemen:
Ik heb gezien dat studenten hun zorgen over de situatie in Gaza in dit bezoek onder mijn aandacht willen brengen.
En dat begrijp ik.
Want de beelden die ons bereiken, gaan ieder normaal mens door merg en been.
We zijn het volmondig eens over het feit dat de oorlog daar moet stoppen.
En dat zowel de Palestijnse bevolking als de Israëlische, veilig en in vrede moet kunnen leven.

Ik weet dat mijn aanwezigheid bovendien niet bij iedereen in goede aarde valt, omdat dit kabinet bezuinigt op onderwijs.
En ook dat begrijp ik.
Want hoewel politiek natuurlijk altijd een kwestie is van het verdelen van schaarste, worden de gevolgen ervan hier heel concreet gevoeld.
En natuurlijk kan ik nu zeggen dat er nog steeds heel veel wel doorgaat.
Dat ‘minder’ niet hetzelfde is als ‘niets’.
En dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden.
Maar dat neemt jullie gevoel niet weg, net zomin als dat het de gevolgen voor jullie universiteit en hogeschool wegneemt.

Over die gevolgen heb ik even hiervoor een goed gesprek gehad met een vertegenwoordiging van medewerkers en studenten van Saxion en de UT.
Zij hebben mij onomwonden verteld wat zij vinden van dit kabinet, onze keuzes, en van de bezuinigingen.
En hoewel ik natuurlijk liever iets anders had gehoord -niks menselijks is mij vreemd- ben ik blij dat we met elkaar in gesprek zijn gegaan.
Al was het kort.
Omdat een echte dialoog, waarin iedereen zich vrij voelt om te zeggen wat hij denkt, een belangrijke graadmeter is voor de staat van de democratie.

In steeds meer landen staat die onder druk.
En ook in landen waar we dat nooit hadden verwacht, zien we veranderingen die de vrijheid van meningsuiting onderdrukken.
Of die de academische vrijheid bedreigen.
En dat begint altijd in het klein, zo leert de geschiedenis ons.

Maar hoe daarop gereageerd wordt, is bepalend voor de koers die vanaf dat moment wordt ingezet.
Ik zie in ons gesprek van zojuist een bevestiging en een viering van de vrijheid die we hier in Nederland hebben.
En laten we elkaar er scherp op houden dat dit ook zo blijft.

En als we het nu dan toch hebben over veranderingen in de wereld om ons heen, kom ik gelijk bij het punt wat dat betekent voor Nederland.
Namelijk dat die nationale en internationale uitdagingen op onze begroting drukken.
En ja, ook op die van het onderwijs.
En dat is wennen.  

Jarenlang konden we ons immers veroorloven te beknibbelen op defensie.
Dachten we.
Of konden we vanzelfsprekend rekenen op een gelijkwaardige economische samenwerking met de VS en China, partners met wie het goed handelen was.
Dachten we.
En we konden vertrouwen op de vrije uitwisseling van wetenschap.
Van kennis, van feiten; dwars door landen en culturen heen.
Dachten we.

De harde lessen die we hieruit trekken, is dat we niet meer als vanzelfsprekend op anderen kunnen rekenen.
Maar de andere kant is, dat Europa belangrijker is dan ooit.
Dus ja: we moeten onszelf losmaken van ongewenste afhankelijkheid.
Maar het is ook het moment om bestaande banden aan te halen en nieuwe partnerschappen te smeden.
En dat weten jullie hier op de UT en Saxion Hogeschool al heel lang.
In het jaar dat we vieren dat Enschede 700 jaar stad is, kunnen we terugblikken op een rijke historie van groei en ontwikkeling.
En de diepe wortels van de Twentse industrie, hebben hun vertakkingen gevonden in de industrie van deze tijd.
Die van defensie.
Die van semicon.
En die van de bredere hightech maakindustrie.  

Maar ook op een andere manier zijn de wortels van de Twentse industrie terug te vinden in het hier en nu.
Namelijk in het vermogen om samen te werken met anderen; iets dat vaak gewoon in de buurt begint.
Door als wo, hbo en mbo samen op te trekken. 
Door praktijkgericht onderzoek te doen.
En door concreet samen te werken met het bedrijfsleven; de publiek-private samenwerking.
En je daarbij te richten op wat nou echt van waarde is voor de maatschappij, zoals Saxion doet.
En de UT, die zich terecht profileert als ‘De ondernemende universiteit’.

En het mes snijdt aan 2 kanten: want in ruil voor die groeikansen, krijgen bedrijven en ondernemers de gekwalificeerde en getalenteerde medewerkers waar ze zo om zitten te springen.
En ik zie dat dit werkt, want in alle vakgebieden die Saxion en UT bestrijken; zie ik een brede interesse van andere partijen in binnen- en buitenland.

Ik zou hier dan ook een lange lijst van projecten en innovaties kunnen opnoemen.
Van een strategische alliantie met het Radboud UMC in Nijmegen, via het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering in Apeldoorn, tot EUREGIO en
Dutch-German Tech.Land in Münster.
Maar ik heb maar een kwartier.

Daarom zijn er vandaag 2 specifieke terreinen die ik eruit wil lichten.
Die van defensie, en die van de digitale revolutie.

Hoe verschillend die onderwerpen misschien ook lijken, voor beide geldt dat ik om meer dan 1 reden blij ben dat we die kennis en innovatie dicht bij huis hebben.
Niet alleen omdat die op economisch gebied de toekomst hebben.
Maar vooral vanwege de onrustige geopolitieke situatie waar we het zojuist al over hadden.

Dat geldt heel concreet voor defensie.
Nu we flink investeren in onze eigen veiligheid – en in die van Europa- is dat goed nieuws voor de defensie-industrie.
En Twente heeft die defensie-industrie gewoon hier in de achtertuin.
Net als dat UT en Saxion hier de mensen opleiden voor onderzoek en ontwikkeling, om straks te komen tot het beste materieel voor onze krijgsmacht en voor de hele keten die daaraan bijdraagt.

En dat geldt evengoed voor de digitale ontwikkeling.
Want waar ter wereld ik ook kom, overal kennen ze ASML.
Maar wat veel minder mensen weten, is dat een van de belangrijkste onderdelen voor ASML-machines hier in de regio wordt gemaakt.
En die industrie willen we hier natuurlijk graag houden.
Dus is het zaak dat we bijblijven.

En hoewel we aan het begin van mijn bezoek met elkaar gesproken hebben over het feit dat de financiële bomen niet meer tot in de hemel groeien, hebben we toch € 72 miljoen gereserveerd voor de regio Twente om extra talent op te leiden.

Het klinkt nu misschien alsof ik probeer om mensen naar Twente te lokken, maar jullie weten net zo goed als ik: dat is niet nodig.
Saxion vertelde mij dat 79% van hun alumni in deze regio blijft werken.
En gelijk hebben ze.
Want ja: de bouwstenen voor onze toekomst worden hier gemaakt.
Om uit te waaieren naar de rest van Nederland.
Naar elders in Europa
En naar ver daarbuiten.
Maar iedere Twent weet ook:

Waar de wind ook naartoe waait, hij keert altijd weer terug.

Net als ik vandaag.
En net als jullie later wellicht.
Ik gun het iedereen.

Dank dat ik hier vandaag bij jullie, weer even thuis mocht zijn.